Sommige beheerders van actieve beleggingsfondsen worden vereerd als goeroe’s. Dat lijkt soms terecht, gezien de ongelooflijke rendementen die een aantal van hen gedurende lange jaren heeft verwezenlijkt.
Deze rendementen kosten de beleggers echter ook geld: de kosten van een beleggingsfonds bedragen gewoonlijk tussen de 1,2 en 1,7 procent en zelfs institutionele beleggers betalen tussen de 0,5 en 0,8 procent. De vraag is of de kostenbewuste belegger (die in 2010 tot nu toe al met een daling van 3 procent van de S&P 500 is geconfronteerd) kan inzetten op de beleggingsthema’s die slimme actieve fondsbeheerders vandaag de dag toepassen, maar tegen een fractie van de kosten.
Het antwoord luidt: jazeker! Met goedkope ETFs kunnen beleggers soortgelijke beleggingsstrategieën volgen en potentiële rendementen behalen behalen die vergelijkbaar zijn met die van actieve beleggingsfondsbeheerders. Maar dan wel tegen veel lagere kosten.
Laten we beginnen met de legendarische Bill Miller, beheerder van Legg Mason Value Trust (LMVTX), die beleggers onlangs zei dat "Amerikaanse large-cap aandelen momenteel unieke kansen bieden, om, naar mijn mening, aandelen in de beste bedrijven ter wereld te kopen tegen bodemprijzen. De laatste keer dat deze zo goedkoop waren in vergelijking met obligaties was in 1951”. Miller leidde Legg Mason Value Trust gedurende 15 achtereenvolgende jaren dat dit fonds het beter deed dan de S&P 500. En ondanks het feit dat het fonds nu achterblijft, heeft Miller nog altijd beter gepresteerd dan de benchmark vanaf het moment dat hij in 1982 de leiding van het fonds overnam.
Miller voegt de daad bij het woord. Tijdens de Morningstar Investment Conference 2010 in juni prees hij bijvoorbeeld een van zijn belangrijkste posities, IBM (IBM), als "het meest opvallende aandeel dat momenteel niet op waarde wordt geschat," en sprak hij zich ook zeer positief uit over andere large caps. Per 30 juni behoorden grote namen als IBM, Goldman Sachs (GS), Texas Instruments (TXN), Time Warner (TWX), Citigroup (C) en Amazon.com (AMZN) tot de posities van zijn fonds.
Met een beheervergoeding van 1,69 procent is Legg Mason Value Trust voor beleggers aan de dure kant. Binnen het ETF-universum kunnen beleggers ook veel goedkoper blootstelling verkrijgen aan dezelfde soort aandelen. Beleggers kunnen bijvoorbeeld overwegen een soortgelijke blootstelling te bereiken als Legg Mason Value Trust, tegen een fractie van de kosten, door een combinatie van Vanguard Mega Cap 300 Index ETF (MGC) (een zeer goedkope, gespreide belegging in pure large capaandelen in de VS met een kostenratio van slechts 0,13 procent), en een banken-ETF zoals iShares Dow Jones U.S. Financial Services (IYG) (kostenratio 0,48 procent). Een dergelijke combinatie biedt bijvoorbeeld een sterke blootstelling aan ExxonMobil (XOM), waarvan Miller in een mededeling aan aandeelhouders in juli zei dat de aandelen ruim onder het marktniveau noteren, de onderneming een rendement heeft dat uitstijgt boven de Amerikaanse 10-jaars staatsleningen, een bovengemiddeld rendement op het kapitaal biedt en een waardering die “lager ligt dan vele jaren het geval geweest is voor dit bedrijf”.
Daarnaast biedt IYG blootstelling aan belangrijke aandelen die Miller ook in portefeuille heeft zoals General Electric (GE), Microsoft (MSFT), Goldman Sachs, Citigroup, Merck (MRK), Bank of America (BAC), IBM, Medtronic (MDT), American Express (AXP), Amgen (AMGN), Hewlett-Packard (HPQ), Amazon.com, Cisco Systems (CSCO), Wells Fargo (WFC), EMC (EMC), UnitedHealth Group (UNH), Gilead Sciences (GILD), eBay (EBAY), Texas Instruments, Aflac (AFL) en Time Warner.
Mega caps
Een andere invloedrijke belegger is GMO’s Jeremy Grantham. Zijn uitgebreide en vaak tegendraadse kwartaalanalyses worden op Wall Street tot de verplichte lectuur gerekend. Tot Grantham’s team behoren ook de portefeuillebeheerders William Joyce en Sam Wilderman. Grantham beheert goed aangeschreven en goedkope (uitsluitend vanwege de vereiste minimumbelegging van 10 miljoen dollar) beleggingsfondsen zoals GMO US Core Equity (GMCQX) (kosten 0,37 procent) en GMO Quality (GQLOX) (kosten 0,39 procent). Ook is hij van mening dat kwaliteitsaandelen momenteel erg aantrekkelijk geprijsd zijn, vooral de large caps. In het geval van GMO US Core Equity streeft het team van Grantham ernaar om over een complete marktcyclus van zeven jaar beter te presteren dan de S&P 500. GMO Quality daarentegen richt zich op een selectie van kwaliteitsaandelen in alle marktkapitalisatie, maar in de praktijk is bijna 90 procent van het fonds belegd in mega caps.
Met gebruik van ETFs kunnen beleggers een soortgelijke strategie volgen, maar tegen veel lagere kosten. De beste optie voor beleggers die de aandelen willen hebben waarin GMO belegt – bedrijven met lage schulden, een hoog rendement op het kapitaal en stabiele winsten - zou Vanguard Dividend Appreciation ETF (VIG) zijn, dat een gespreide portefeuille omvat van Amerikaanse large-capaandelen van hoge kwaliteit en slechts 0,23 procent aan kosten rekent.
Aanzienlijke dividendopbrengsten
Een van de meest gerespecteerde beleggingsfondsbeheerders van het moment is Brian Rogers van T. Rowe Price, beheerder van het ongeveer 120 aandelen tellende T. Rowe Price Equity Income (PRFDX). Rogers belegt in large cap waardeaandelen en zoekt daarnaast naar bedrijven met aanzienlijke dividendopbrengsten. Niemand spreekt tegen, dat het fonds gedurende de afgelopen 20 jaar betrouwbare, solide rendementen heeft opgeleverd en het wordt beschouwd als een van de meest robuuste waarden in de branche. Het fonds heeft echter een kostenratio van 0,72 procent, laag voor een beleggingsfonds maar nog altijd hoog ten opzichte van ETFs.
Bovendien kunnen ETF-beleggers blootstelling verkrijgen aan grotendeels dezelfde marktsegmenten als T. Rowe Price Equity Income, maar tegen minder dan de helft van de kosten, als zij beleggen in ETFs zoals Vanguard Value ETF (VTV) (kostenratio 0,14 procent), Vanguard Dividend Appreciation ETF (VIG) (vergoeding 0,23%), iShares S&P 500 Value Index (IVE) (vergoeding 0,18 procent), Vanguard High Dividend Yield Index ETF (VYM) (vergoeding 0,20 procent) of WisdomTree LargeCap Dividend ETF (DLN) (vergoeding 0,28 procent). Aangezien T. Rowe Price Equity Income een overweging heeft in financiële instellingen, is het ook een optie om de portefeuille te kopiëren met PowerShares Dividend Achievers (PFM), dat duurder is dan de andere bovengenoemde ETFs (vergoeding 0,60 procent), maar nog altijd goedkoper dan T. Rowe Price Equity Income.
Vastrentend terrein
Op vastrentend terrein zei Vanguard-grondlegger en legende in de beleggingsbranche Jack Bogle onlangs tegen Morningstar, dat hij "bezorgd" is over de vastrentende markten en dat hij daarom lange looptijden zou vermijden. Hij adviseerde beleggers om te overwegen de helft van hun vastrentende allocatie te steken in kortlopende obligaties en de andere helft in obligaties met een middellange looptijd.
Om Bogle’s advies op te volgen, is het bijvoorbeeld mogelijk te beleggen in obligatiefondsen voor kortlopende effecten zoals Vanguard Short-Term Bond Index (VBISX) (kostenratio 0,22 procent) of Vanguard Short-Term Federal (VSGBX) (kostenratio 0,22 procent). Andere opties zijn fondsen voor middellanglopende obligaties waaronder Vanguard Intermediate-Term Bond Index (VBIIX) (vergoeding 0,22 procent), Vanguard Intermediate-Term Tax-Exempt (VWITX) (vergoeding 0,20 procent), Vanguard Intermediate-Term Treasury (VFITX) (vergoeding 0,25 procent) en Vanguard Intermediate-Term Investment-Grade (VFICX) (vergoeding 0,24 procent).
Opnieuw kunnen beleggers die Bogle’s advies volgen, ook veel goedkoper beleggen in ETFs in de beide categorieën die Bogle aanbeveelt. Voor de kortlopende obligaties is er iShares Barclays Short Treasury Bond ETF (SHV) terwijl iShares Barclays 3-7 Year Treasury Bond (IEI) een optie is voor het middellange segment van een obligatieportefeuille. Beide ETFs kosten slechts 0,15 procent, wat laag is naar ETF-maatstaven en aanzienlijk lager dan de kosten voor beleggingsfondsen. Een nog voordeliger ETF voor middellanglopende obligaties is SPDR Barclays Intermediate Term Treasury Bond ETF (ITE), dat slechts 0,13 procent berekent. En omdat Bogle Morningstar onlangs vertelde dat hij een lichte voorkeur heeft voor bedrijfsobligaties boven staatsleningen, kan een belegger die zijn mening deelt ook iShares iBoxx $ Investment Grade Corp Bond ETF (LQD) overwegen, een ETF voor obligaties met een middellange looptijd en een beheervergoeding van slechts 0,15 procent.
Deze voorbeelden tonen aan dat een brede waaier aan ETFs beleggers in staat stelt om tegen lage kosten in te zetten op uiteenlopende beleggingsthema’s. Met name ook thema’s die momenteel worden aangeprezen door een aantal bekende en alom gerespecteerde beheerders van beleggingsfondsen.