De belangrijkste beslissing die een belegger moet nemen, is wellicht de vermogensallocatie, met andere woorden hoe activa over het risico-rendementsspectrum moet worden verdeeld. Er wordt vaak veel tijd besteed aan het beoordelen van afzonderlijke aandelen of fondsbeheerders. Uit onderzoek is echter gebleken, dat vermogensallocatie ten minste zo veel waarde kan toevoegen als selectie binnen een vermogensklasse. Er zijn twee algemene manieren om vermogensallocatie te benaderen: strategisch en tactisch.
De strategische vermogensallocatie vindt zijn wortels in de Moderne Portefeuilletheorie en is deels gebaseerd op de overtuiging dat markten efficiënt zijn, of in ieder geval dat het lastig is om van marktinefficiënties te profiteren. Historische rendementsgegevens kunnen worden gebruikt om de risicopremie en correlaties van verschillende vermogensklassen te schatten. Met deze informatie en aan de hand van de risicobereidheid kunnen doelwegingen voor de portefeuille worden bepaald. Omdat historische gegevens voor de lange termijn van jaar tot jaar weinig veranderingen vertonen, wijzigt een strategische vermogensallocatie niet vaak. Slechts af en toe moet de allocatie opnieuw bekeken worden, of moet de risicobereidheid opnieuw worden getoetst.
De tactische vermogensallocatie houdt daarentegen rekening met de marktsituatie en gebruikt prognoses op kortere termijn om afwijkingen van de strategische allocatie voor te stellen. Dit is een actievere benadering, die probeert marktinefficiënties te benutten. Daarom is er een beleggingsproces voor nodig dat een rendementsprognose ontwikkelt die verder gaat dan gewoon het aannemen van het gemiddelde historische rendement. De specifieke strategieën die gebruikt worden voor tactische vermogensallocatie werden onlangs besproken in een paneldiscussie tijdens de Morningstar ETF Invest Conference.
Bouwstenen
Larry Cao, een senior consultant van Ibbotson Associates, gebruikt rendementsgegevens op lange termijn om de bouwstenen van een portefeuille te vormen. Deze strategische aanpak wordt aangevuld met gedragsfactoren, namelijk voortzetting op korte termijn en een ommekeer op langere termijn. Net zoals afzonderlijke aandelen, hebben ook branches, sectoren en zelfs factoren een bepaalde dynamiek. Een factor is een kenmerk dat rendement of risico kan verklaren, zoals omvang of waardering.
Mark Scheffler, senior portefeuillebeheerder en oprichter van Appleton Group, past ook een gedragsgebaseerde benadering toe. Hij beschrijft dit proces als het vertrouwen op de “wijsheid van de massa” en meent dat de markt efficiënt is in het ontdekken van trends. De hoge volatiliteit die wij recent hebben gezien, is het bewijs voor onenigheid tussen de marktdeelnemers. Dit gebrek aan marktconsensus leidt ertoe dat hij momenteel veel liquide middelen opzij gezet heeft; zodra er zich een duurzame trend ontwikkelt, zal hij klaar staan om daarvan te profiteren.
Hoewel er meningsverschillen zijn over de richting van de economieën van de VS en de eurozone, is iedereen het erover eens dat de opkomende markten een sterke economische groei zullen tonen. Afgezien van liquiditeiten is Schefflers grootste aandelenpositie Vanguard Emerging Markets Stock ETF (VWO). De op een na grootste aandelenpositie is iShares Dow Jones US Real Estate (IYR). Deze is in het afgelopen jaar met 28 procent gestegen, terwijl de S&P 500 een stijging van 9 procent liet zien. Omdat vastgoed sterker gedaald is tijdens de financiële crisis, is het herstel ook sterker geweest.
Waar Cao en Scheffler trends in marktkoersen gebruiken, gebruikt, Rob Stein, managing partner van Astor Asset Management, trends in fundamentele gegevens, namelijk werkgelegenheidscijfers. Hij is van mening dat bedrijven hun personeelsbestand aanpassen aan veranderingen in de onderliggende vraag en dat hij door deze veranderingen te bewaken kan inzetten op sectoren die zullen groeien. Zijn portefeuille heeft momenteel een overweging in technische hardware en gezondheidszorg en een onderweging in consumentgerelateerde sectoren en sectoren waar veel hefboomwerking voor nodig is, zoals financiële waarden. Nu het winstrendement op aandelen (het omgekeerde van de koers/winstverhouding) hoger ligt dan het rendement op obligaties, ziet hij aantrekkelijke kansen in aandelen ten opzichte van obligaties.
Het idee dat aandelen aantrekkelijk zijn ten opzichte van obligaties wordt ook verkondigd door Vanguard's Fran Kinniry. Om dit idee te implementeren, heeft hij voor SPDR S&P Dividend (SDY) gekozen, dat extra bescherming biedt in de vorm van een hoog dividendrendement. In het afgelopen jaar heeft SDY beter gepresteerd dan de S&P 500, waaruit blijkt dat beleggers weer sterk geïnteresseerd zijn in aandelen waarop dividend wordt uitgekeerd. Voor zijn blootstelling aan de technologiesector heeft hij iShares S&P North American Technology-Semiconductors (IGW) en PowerShares QQQ (QQQQ) gekozen.
Dan Farley, wereldwijd hoofd beleggingen van SSgA's Multi Asset Class Solutions-team en een van de belangrijkste sprekers op de conferentie, zat niet in dit panel maar stelde wel dat hij een sterke toename heeft gezien in het gebruik van ETF’s voor vermogensallocatie. De drie leden van het panel geloven sterk in ETF’s, omdat de voordelen van ETF’s voor vermogensallocators nog sterker gelden. ETF’s bieden een precies instrument om een portefeuille mee te implementeren.
Beleggingsopties
Omdat ETF’s gewoonlijk transparante indices volgen, kan de belegger de blootstelling aan elke vermogensklasse direct beheersen, zonder een actieve beheerder te moeten bewaken of de hogere kosten op de koop toe te nemen die met actief beheer samenhangen. ETF’s worden de hele dag verhandeld, niet alleen aan het eind van de dag. Hoewel de meeste ETF’s liquide zijn, kunnen grote transacties nog steeds worden gefaciliteerd door het ETF creation/redemption-proces. Daarnaast betekent de proliferatie van ETFs die een breed scala aan beleggingsopties afdekken, dat er voor ongeveer elke vermogensklasse wel een ETF bestaat, zelfs op marktterreinen die historisch gezien niet toegankelijk waren voor de gemiddelde belegger.