Met een totaalscore B op een schaal van A tot en met F zijn Nederlandse beleggers beter af dan gemiddeld in vergelijking met veel andere landen. Een benedengemiddelde score op ‘Fees & Expenses’ (C) wordt goed gemaakt door een gemiddelde beoordeling op ‘Information Disclosure’ (B), ‘Sales & Media’ (B) en ‘Regulation & Taxation’ (B-). Dat blijkt uit de Global Fund Investor Experience 2013 van Morningstar.
Dit tweejaarlijkse onderzoek meet wat beleggers in beleggingsfondsen ondervinden op gebieden als wet- en regelgeving en belastingen, te betalen vergoedingen en kosten, informatievoorziening door en over beleggingsfondsen, verkooppraktijken van fondshuizen en of media beleggers helpt om de marketing van fondsaanbieders te doorzien. Morningstar onderzocht 24 landen in Europa, Noord-Amerika, Azië en Afrika. De informatie kwam van openbare bronnen en analisten van Morningstar. Het onderzoek is geen commentaar op de beleggingsfondssector in een land, omdat er nog veel andere factoren zijn naast het gedrag van de sector die bepalen wat beleggers ervaren.
Morningstar beoordeelt een land op de genoemde vier gebieden met een score van A (hoog) tot en met F (laag). Deze vier scores vormen samen de totaalscore, maart hebben een verschillende weging: ‘Regulation & Taxation’ (25 procent), ‘Fees & Expenses’ (30 procent), ‘Information Disclosure’ (30 procent) en ‘Sales & Media’ (15 procent). Zie in onderstaande Overall Scorecard hoe Nederland en andere landen het er vanaf brengen (klik erop voor vergroting).
Bovengemiddeld
Het land met de hoogste totaalscore is de Verenigde Staten, net als in de twee eerdere edities van dit onderzoek. Op het gebied van wet- en regelgeving en belastingen gaat de VS niet aan kop en verdient het een gemiddelde score, maar de informatievoorziening door beleggingsfondsen is duidelijk het beste in de wereld, de kosten die beleggingsfondsen in rekening brengen zijn lager dan waar ook en de Amerikaanse media benadrukt volgens de onderzoekers van Morningstar voldoende het langetermijnperspectief bij beleggen en lage kosten voor beleggers.
Enkele landen noteren een – bovengemiddelde – B. Ze bereiken deze positie via diverse wegen. Nederland komt op een B uit door de iets betere informatievoorziening, verkooppraktijken en media-aandacht. De Aziatische landen Taiwan, Thailand en Singapore hebben een gunstig belastingregime en scoren op dit punt goed.
De meeste landen staan op een B- of C+. Bijna alle Europese landen vallen in deze range met slechts kleine verschillen tussen de markten. Richtlijnen als UCITS en MiFID zorgen ervoor, dat regels voor beleggingsfondsen, informatieverstrekking en marketing in de Europese Unie aan bepaalde minimumeisen voldoen. In het algemeen hebben Europese beleggers dezelfde ervaringen met fondsbeleggen, maar los van UCITS en MiFID ervaren beleggers in Denemarken, Duitsland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zweden een betere beleggingsomgeving dan in België, Frankrijk en Italië.
Lager in het klassement staan Japan, Hong Kong en Nieuw-Zeeland. Zuid-Afrika heeft de twijfelachtige eer van de laagste score. De voornaamste reden is de slechte informatievoorziening voor beleggers.
Nederland
“Waar Nederlandse beleggers een relatief goede informatievoorziening ondervinden, is dat in veel landen niet het geval”, vertelt San Lie, head of research Morningstar Benelux. “Nederland is één van de weinige landen waar de naam van de fondsmanager bekend wordt gemaakt. In veel landen wordt de naam van de fondsmanager niet eens geopenbaard. Beleggers weten hierdoor niet wie er aan de knoppen draait en wie verantwoordelijk is voor het succes of falen van een fonds.”
De Nederlandse belastingwetgeving is met zijn vermogensrendementheffing niet bijzonder gunstig voor beleggers, zo blijkt uit het onderzoek. In landen als Singapore, Hong Kong en Spanje is vrijwel geen belastingheffing op beleggingsfondsen. In andere landen wordt ook pas belasting geheven als een belegger het fonds verkoopt in tegenstelling tot Nederland.
Ofschoon ons land een zeer open markt heeft voor beleggingsfondsen, waarbij beleggers de keus hebben uit fondsen van zowel Nederlandse als buitenlandse aanbieders, zijn de kosten voor buitenlandse fondsen iets hoger dan voor Nederlandse fondsen. Voor bijvoorbeeld aandelenfondsen is dat 1,90 procent tegenover 1,19 procent en voor obligatiefondsen 1,25 tegen 0,75 procent. “Die open markt heeft een prijs”, aldus Lie. “Het relatief grote aanbod buitenlandse fondsen in Nederlandse portefeuilles trekt het gemiddelde prijspeil omhoog.”
Wat kosten betreft zijn beleggers in Europa duurder uit dan in de Verenigde Staten. Ofschoon de omvang van de (Europese) UCITS-markt vergelijkbaar is met de fondsenmarkt in de Verenigde Staten, ervaren beleggers in Europa en andere landen waar UCITS-fondsen worden verkocht niet dezelfde schaalvoordelen als beleggers in de VS met lagere vergoedingen.
De Global Fund Investor Experience stelt ook vast, dat distributievergoedingen wereldwijd in de ban gaan. Dit voorkomt belangenverstrengeling waarbij beleggers die fondsen krijgen geadviseerd waarvoor banken en adviseurs de hoogste vergoeding krijgen van fondshuizen. Na Australië en het Verenigd Koninkrijk volgt Nederland in de loop van 2014 met een verbod op de distributievergoeding. Maar het is nog te bezien of beleggers in de nieuwe situatie bereid zijn om voor advies te betalen.
De score van alle landen op de vier de punten en of ze zich hebben verbeterd staat in onderstaande tabel (klik erop voor vergroting).
Dialoog
Met de Global Fund Investor Experience wil Morningstar een wereldwijde dialoog stimuleren over zogenaamde best practices voor fondsbeleggers. “In het algemeen steunt Morningstar een actieve regulering van beleggingsfondsen, lage belastingen voor beleggers, een toenemende transparantie bij beleggingsfondsen, lagere beheervergoedingen en transactiekosten, een open distributiesysteem dat beleggers veel mogelijkheden biedt om fondsen te kopen en aandacht van de media op het langetermijnrendement van fondsen”, licht Lie toe waar Morningstar voor staat en als goede praktijken voor beleggers ziet.
De Global Fund Investor Experience 2013 bevat reguliere open-end beleggingsfondsen. De volgende editie zal ook ETFs meenemen
Lees ook de uitgebreide rapportage over hoe Nederland voor fondsbeleggers scoort op wet- en regelgeving en belastingen, te betalen vergoedingen en kosten, informatievoorziening door en over beleggingsfondsen en verkooppraktijken van fondshuizen >
Naar het volledige rapport Global Fund Investor Experience 2013 >