De Wall Street Journal creëerde aardig wat ophef met haar hoofdartikel over PIMCO vorige week. Het was een goed staaltje onderzoeksjournalistiek: informatie van binnenuit over een grote organisatie in crisis. Toen Mohamed El-Erian (foto), de vorige CEO van het fondshuis, in januari aankondigde PIMCO vaarwel te zeggen, kregen sectorwaarnemers argwaan. El-Erian was 14 jaar jonger dan zijn baas, voorzitter Bill Gross, en werd als zijn opvolger beschouwd. Gregory Zuckerman van The Journal onthulde in een kleurrijk en goed geschreven verhaal de botsing van persoonlijkheden die tot het vertrek van El-Erian heeft geleid.
Geen pretje
PIMCO is hard voor zijn werknemers. Newport Beach (California) roept gemakkelijk het beeld van Jeff Spicoli op, de hoofdpersoon in de speelfilm Fast Times at Ridgemont High over een groep tieners in de sunshine state voor wie het leven bestaat uit winkelcentra, seks en rock & roll. Maar net als Sean Penn, die de rol van Spicoli vertolkt, en die veel complexer was dan zijn aan surfen verknochte personage, is het PIMCO van Bill Gross een veel minder vrolijke plaats dan het kantoor aan de boulevard doet vermoeden.
Volgens het verhaal in The Wall Street Journal kunnen werknemers Gross al woedend maken door tegen hem te spreken of hem in de ogen te kijken als hij langs loopt. Naast de stress van persoonlijke intimidatie zijn er ook de lange werktijden (beleggingsprofessionals worden verwacht van 4.30 uur tot ten minste 17.00 uur te werken, en ook waar nodig in het weekend beschikbaar te zijn), de verwachting van doorlopende goede beleggingsrendementen en een klimaat dat interne concurrentie stimuleert. Dat is nou niet bepaald wat je een collegiale werkplek zou noemen.
En voor oudere werknemers zijn de zaken volgens het verhaal van kwaad naar erger gegaan onder het listige leiderschap van Gross. Vertrouwelingen azen op goedkeuring, krijgen schouderklopjes en de aandacht van Gross en worden dan aan de kant gezet voor nieuwe favorieten. Volgens een voormalige manager van PIMCO, werd Gross “meestal argwanend ten aanzien van de personen die het dichtst bij hem stonden… de stralenkrans van de gekozene werd een dorenkrans terwijl de interacties met Bill vijandig, kort en onplezierig werden."
Dus het is geen pretje bij PIMCO. Er is groot verloop onder hoger management en oprichter Bill Gross (foto), nu 69, heeft geen plan voor een opvolger. Wat te doen?
Felix Salmon van Reuters zegt dat de oprichter moet vertrekken. In It’s time for Bill Gross to retire, schrijft Salmon dat na de publicatie van het “regelrechte wrede artikel” van The Wall Street Journal, “…Gross noch PIMCO ooit nog op dezelfde manier worden bekeken”. Gross moet ruimte maken zodat het bedrijf professioneel kan worden geleid. Zijn “natuurlijke ambtstermijn bij PIMCO zit erop”.
Ik denk daar anders over.
Ten eerste denk ik niet dat de institutionele eigenaars van PIMCO erg verbaasd zullen zijn. De beleggingswereld is wel zo klein en PIMCO wel zo groot dat de kern van dit verhaal al bij de buitenstaanders bekend moet zijn geweest voordat het artikel werd gepubliceerd. We kunnen niet met zekerheid zeggen dat El-Erian het bedrijf met een ontevreden gevoel heeft verlaten – maar we hebben een sterk vermoeden. En ook hebben we niet gehoord dat Gross ten overstaan van alle PIMCO-werknemers heeft verklaard dat hij al het geld van het bedrijf wel zelf kon beheren, omdat hij “Secretariaat” is. Maar dat is de natuur van de geslaagde portefeuillemanager. Bescheidenheid zit niet in de aard van het beestje. En wat betreft de moeilijke werkomgeving bij PIMCO zijn analisten van Morningstar zich daarvan bewust en dat geldt volgens mij ook voor de institutionele cliënten van het bedrijf.
Dat PIMCO als een (enorme) boetiek gerund blijft worden, overheerst door de persoonlijkheid van de oprichter, wordt duidelijk uit de aandeelhoudersbrieven van Bill Gross. Het zijn grillige, ogenschijnlijk niet geredigeerde epistels – duidelijk het werk van een individu die aan niemand verantwoording hoeft af te leggen (wat ook van deze column gezegd kan worden, maar ik ben een blogger, niet de bestuursvoorzitter van een miljardenonderneming). Zij geven niet de indruk dat je met een bedrijfsapparaat te maken hebt.
Ten tweede, hoewel ik het met Salmon eens ben dat institutionele beleggers meer dan de meeste financiële adviseurs en fondsbeleggers om governance geven – de stewardship categorieën van Morningstar hebben altijd meer aandacht van institutionele dan van individuele beleggers gekregen – is de beleggingssector nog steeds in de eerste plaats een cijferspel. Managers die goed presteren, krijgen op alle andere vlakken, inclusief governance, het voordeel van de twijfel.
Zo werd dit verhaal niet verteld toen de fondsen van PIMCO het uitermate goed deden, maar wel na een teleurstellend jaar. Natuurlijk is het niet zo dat de governance er niet toe doet, maar het is een feit dat problemen met governance altijd door de resultaten van het bedrijf worden gekleurd. Als PIMCO goed presteert, komt dat omdat Gross hogere normen eist dan andere voorzitters van fondsbedrijven. Het is een feit dat zijn benadering niet bij elke werknemer in de smaak valt, aangezien alleen de allersterksten overleven – maar zijn de allersterksten nu niet juist diegenen die u uw geld wilt laten beheren? Of geeft u de voorkeur aan de beleggingsmanagers die de druk niet aankunnen?
U ziet de ‘spin’. PIMCO zou de zaak niet direct bij zijn institutionele klanten neerleggen. In zijn discussies kan het maar zo zijn dat het bedrijf niet eens naar de bedrijfscultuur verwijst. Maar de personen die de fondsen aanhouden, weten hoe PIMCO werkt en dat is het verhaal dat ze zichzelf zouden vertellen.
Nu tappen institutionele beleggers natuurlijk allemaal uit een ander vaatje. De resultaten van PIMCO waren middelmatig, de professionaliteit van de oprichter is aan de kaak gesteld en dus is het tijd om je zorgen te maken. PIMCO wordt in de gaten gehouden. Ik denk dat de belangrijkste kwestie van deze oplettendheid echter niet de wijzigingen zijn die PIMCO in zijn managementstructuur aanbrengt, inclusief het mogelijke vertrek van Gross, maar de prestatie van de fondsen. Als die herstellen, gebeurt hetzelfde met de reputatie van PIMCO en wordt het verhaal opnieuw geschreven.
Kort gezegd ben ik het met Salmon eens dat de public relations van PIMCO schade heeft opgelopen. Het zou moeilijk zijn om dit te ontkennen! Maar onze meningen verschillen over de ernst van de schade. Hij denkt dat het fataal is. Ik, daarentegen, geloof dat hoewel het verhaal het bedrijf een kortere tijd geeft om het rendement van de beleggingen op te trekken, (bijna) alles weer vergeten wordt als de cijfers verbeteren.
Deze column is net als die van Salmon geschreven vanuit het perspectief van een waarnemer van de financiële sector, niet een belegger. Maar ik behoor echter ook tot de laatste categorie, omdat ik drie PIMCO-fondsen in het 401(k) pensioenplan van Morningstar heb. Mijn mening als eigenaar is dezelfde. Bill Gross heeft PIMCO nu al een kwart eeuw op zijn eigen wijze gerund. Het proces heeft gewerkt. Het is mogelijk dat er nu verschillen zijn en dat het succes in het verleden misschien geen garanties voor resultaten in de toekomst biedt. Het is ook mogelijk dat Salmon het bij het rechte eind heeft en ik niet, en dat PIMCO onder directe en zware druk van cliënten staat wat een negatief effect kan hebben op het vermogen van het bedrijf om de beleggingsresultaten te leveren.
Ik denk echter dat het waarschijnlijker is dat het bedrijf het beleggingsschip weer rechttrekt, de kritiek afneemt en de zaken weer terugkeren naar iets wat op normaliteit lijkt.
Ik heb geen enkele behoefte om bij PIMCO te gaan werken, maar zou ik belegger in de fondsen van de vermogensbeheerder willen zijn? Wel degelijk.
Lees ook
Vertrek El-Erian bij Pimco roept vraagtekens op
Met de noorderzon vertrokken