Het BNP Euro Obligatie Fonds kent een lange en roerige geschiedenis die teruggaat tot 1989 en begint met voorloper ABN Amro Euro Obligatie Fonds. Bij ABN Amro was het een veel geadviseerd fonds dat als kern werd gebruikt voor de invulling van obligatieportefeuilles. Hierdoor nam het vermogen onder beheer toe tot ruim EUR 3,1 mrd in 2008. Als gevolg van de overname van ABN Amro Asset Management door Fortis Investments werd het fonds eind 2008 omgedoopt tot het Fortis Euro Obligatie Fund. De teloorgang van het Fortis leidde op zijn beurt in 2009 weer tot de overname van Fortis Investments door BNP Paribas Investment Partners met de naamswijziging naar BNP Paribas Euro Obligatie Fonds tot gevolg. Na verloop van tijd verloor het fonds aan populariteit onder beleggers. Zo bedroeg het vermogen onder beheer per eind januari 2014 nog maar EUR 540 miljoen.
Van actief naar passief
En niet alleen de naam en het beheerd vermogen veranderen, ook het beleggingsproces. Het BNP Paribas Euro Obligatie Fonds was een actief beheerd gemengd obligatiefonds. Ofschoon de gehanteerde benchmark (Citigroup WGBI EMU) uitsluitend staatspapier bevatte belegde het fonds naast staatsobligaties ook in bedrijfsobligaties, staatsgerelateerd- en ABS-papier (asset backed securities).
Per 3 maart 2014 is de naam –wederom- veranderd, nu in BNP Paribas Euro Government Bond Index Fund. Er duikt nu echter geen andere vermogensbeheerder in de titel van het fonds op, maar een nieuwe beleggingsstijl. Zoals de naam al aangeeft kiest het fonds voortaan voor een passieve benadering. De beheerder streeft er naar om de benchmark Merrill Lynch EMU Direct Government 1-10 Years zo nauwgezet mogelijk te volgen.
Belangrijk om te vermelden is, dat het fonds volledige replicatie hanteert. Dit is een relatief eenvoudige en transparante manier om een index te repliceren, waarbij de portefeuille in dit geval voor minimaal 90 procent zal bestaan uit die obligaties die in de benchmark zitten. Beleggers dienen zich hier wel af te vragen in hoeverre een passief fonds past in hun portefeuille. Een ander groot verschil tussen beide fondsen is dat het nieuwe fonds vrijwel uitsluitend belegt in staatspapier. Dit maakt het fonds nu minder geschikt als totaaloplossing, omdat het geen blootstelling meer heeft aan bedrijfsobligaties en ABS-papier. Voorganger Euro Obligatie Fonds belegde ook in dit type effecten.
De wijziging van het beleggingsproces van het fonds van een actieve naar een passieve benadering gaat ook gepaard met een aanzienlijke kostenreductie, een belangrijk voordeel voor beleggers. Waar de geschatte lopende kosten van het Euro Obligatie Fonds 0,57 procent bedroegen zijn de lopende kosten van het Euro Government Bond Index Fund nu slechts 0,10 procent. Bovengenoemde wijzigingen zijn volgens voormalig hoofdbeheerder Peter Benschop ingegeven door de wens van ABN Amro, de grootste deelnemer in het fonds. Volgens Benschop hebben deze wijzigingen niets te maken met het track record van het fonds maar meer met het streven van de bank om meer grip te krijgen op het duratie- en allocatiebeleid binnen de modelportefeuilles.
Neutral
De fondsanalisten van Morningstar volgden het Euro Obligatie Fonds sinds 2009 onafgebroken met een Moringstar Analyst Rating Neutral. Bij de waardering Neutral verwachten zij dat het fonds waarschijnlijk geen uitzonderlijke rendementen zal opleveren, maar normaal gesproken ook niet aanzienlijk zal achterblijven bij vergelijkbare fondsen. Peter Benschop was tot voor kort hoofdbeheerder van het fonds. Hij maakt deel uit van BNP Paribas’ Core Fixed Income Euro team.
Morningstar is positief gestemd over dit beheerteam als geheel, dat sinds 1997 onder leiding staat van de ervaren Patrick Barbe. Minder tevreden was Morningstar over de omloop in het directe beheerteam van het BNP Paribas Euro Obligatie Fonds, ondermeer als gevolg van een reorganisatie. Ook wierpen mandaatrestricties naar zijn mening de nodige beperkingen op voor een goede uitvoering van het beleggingsproces van dit fonds. Zo diende tenminste 80 procent van de portefeuille in obligaties van minimaal AA-kwaliteit te worden belegd.
En nu?
Na diverse fusies en overnames te hebben overleefd is het doek nu gevallen voor het BNP Paribas Euro Obligatie Fonds. Het is overigens niet het eerste obligatiefonds in Nederland dat de overstap van actief naar passief beheer maakt. Het Kempen Global Bond Fund (heet nu Kempen (Lux) Global Sovereign Fundamental Index Fund) en het ASN Duurzaam Obligatiefonds gingen voor. Zowel Kempen als ASN hanteren overigens wel een alternatieve indexatiemethode waarbij de indexgewichten afhankelijk zijn van fundamentele factoren in plaats van op basis van marktkapitalisatie.
Morningstar adviseert beleggers om zich na elke proceswijziging opnieuw af te vragen in hoeverre het desbetreffende fonds nog passend is in hun beleggingsportefeuille. Dit soort wijzigingen kan van grote invloed zijn op de wijze waarop uw beleggingsfonds wordt beheerd en op de uiteindelijke samenstelling van de portefeuille van het beleggingsfonds en daarmee op de samenstelling van de portefeuille van een belegger.