De wereldwijde financiële crisis gooide sinds het najaar van 2008 danig roet in het eten voor beleggers in grondstofbedrijven. De grondstoffenhausse - of wellicht de luchtbel - klapte tegelijk met de wereldwijde financiële markt. De mijnbouwbedrijven zagen in enkele maanden tijd hun aandelenkoersen gedecimeerd worden. Het moet gezegd, het herstel was navenant. Nadat rond eind november 2008 het dieptepunt werd bereikt, veerden de aandelenkoersen weer bijna net zo krachtig op als dat ze naar beneden waren gekomen. Eind maart 2010 werden de oude koerstoppen veelal weer bereikt.
Beleggers raakten in die periode met name bekend met de grote mijnbouwers waaronder BHP Biliton, Rio Tinto en Vale. Deze bedrijven zijn de grootste spelers op de grondstoffenmarkt. Zij produceren een breed palet aan grondstoffen: van ijzererts, tot koper en nikkel, maar ook goud en diamant en potash dat gebruikt wordt voor de productie van kunstmest. Deze grote spelers beschikken wereldwijd over mijnen.
Aan de meer speculatieve kant richtten beleggers hun pijlen op zogenaamde junior miners. Bedrijven die over het algemeen over slechts één mijn beschikken of in een aantal gevallen enkel en alleen een concessie op zak hebben om te beginnen met het ontginnen van grondstoffen in een gebied.
Gouden tijden
Beleggers behaalden in de periode tot 2008 rendementen die in menig jaar in de tientallen procent reikte. Zo boekte de S&P Global Natural Resources Index in de periode 2003 tot en met 2007 een gemiddeld jaarlijks rendement van 23,5 procent met een uitschieter van 45 procent in 2005. Maar in 2008 werden forse verliezen geleden, sommige bedrijven zagen hun aandelenkoersen gedecimeerd worden. De index sloot het jaar af met een min van ruim 35 procent. In het jaar daarna trad weer herstel in maar de gouden tijden van voor de financiële crisis keerden sindsdien niet meer terug.
De belangrijkste reden daarvoor lag in de wereldwijd afgenomen economische groei. En vooral de rijzende zorgen omtrent de groei in China speelden grondstofbedrijven parten. Die zorgen bleken niet ongegrond, want de dubbelcijferige economische groei in China bleek niet houdbaar. Sinds 2010 is de groei teruggevallen van boven de 10 procent naar hoog in de 7 procent. Hoewel nog steeds een zeer substantiële groei zette deze afvlakking een rem op de enorme grondstofhonger.
Hoewel de sector een zeer volatiel koersverloop kent en daarmee risicovol is, kunnen grondstofbedrijven een goede aanvulling zijn in de portefeuille voor beleggers die verwachten dat de wereldeconomie in de komende jaren aantrekkende groei kan gaan laten zien. Met BlackRock World Mining onder beheer van de zeer ervaren Evy Hambro (foto) maken beleggers naar mening van Morningstar een sterke keuze voor blootstelling aan de grondstoffensector. Het fonds ontvangt van de analisten van Morningstar een Analyst Rating Gold.
Uitgebreide toelichting
(klik op grafiek voor vergroting)
Beheer
Evy Hambro trad in 1993 bij Mercury Asset Management (nu BlackRock) in dienst en heeft sinds de lancering in maart 1997 de leiding over BlackRock World Mining. Hij is ook verantwoordelijk voor het beheer van een aantal goud- en mijnbouwportefeuilles en is medebeheerder van het grondstoffen hedgefonds. Hij brengt uitstekende ervaring op zijn vakgebied in en zijn hele carrière is gericht op de analyse van edelmetalen- en mijnbouwaandelen. Hij heeft bijgedragen aan de bouw van het grondstoffenteam bij BlackRock, één van de beste teams die we tegenkomen, bestaande uit 14 beleggingsprofessionals.
Catherine Raw heeft voor bijna 10 jaar met Hambro gewerkt. Zij trad in 2003 toe tot MLIM in 2003 en werd in 2010 benoemd tot medebeheerder van dit fonds. Wij waarderen de stabiliteit en consistentie die hun samenwerking het fonds bezorgt. Het team werd geleid tot april 2009 geleid door Dr Graham Birch, toen hij begon aan een negen maanden durende sabbatical en vervolgens met pensioen ging. Hambro nam vervolgens de rol van co-CIO van het team op zich, naast Robin Batchelor, maar in juni 2012 werd hij als enige CIO aangesteld nadat Batchelor een stap terug deed.
Het vertrek van Birch was zonder twijfel een verlies voor het team gezien zijn lange ervaring, met name in de goudsector, maar Morningstar meent dat het team zijn vertrek goed heeft verwerkt. Wat nog belangrijker is: het heeft zijn belangrijke beheerervaring en deskundigheid behouden en de managers worden ondersteund door een zeer capabel team van analisten.
Fondshuis
BlackRock heeft het moeilijk gehad om zijn enorme omvang in een voordeel om te zetten voor beleggers. Men heeft USD 3,7 biljoen onder beheer, waarvan veel uit overnames afkomstig is, en niet van organische groei die voortvloeit uit een gevestigde beleggingscultuur. Voor alle duidelijkheid: BlackRock is een topper inzake risicobeheer. De onderneming wordt geroemd om haar risicoanalyse van de bovenste plank en haar modellen worden gebruikt om risicoparameters vast te leggen die alle beheerders dienen te volgen. Op die manier wisten de meeste van haar aandelenfondsen het ergste te vermijden tijdens de crisis in de markten van 2008 (in mindere mate van toepassing op de obligatiefondsen).
Daarnaast heeft BlackRock de fondsenreeks geconsolideerd, en zijn de kostenratio's gedaald. BlackRock heeft ook de wereldwijde coördinatie verstevigd, zodat de onderneming beter in staat is haar ruime middelen te vertalen in een beleggingsvoordeel. En toch heeft het multiboetiekmodel van de aandelenfondsen gemengde resultaten opgeleverd. In de leiding over het vastrentende segment zien we ondertussen een significant verloop. Rendementen voor de obligatiefondsen zijn globaal genomen doorsnee. Dat beheerders in eigen fondsen beleggen, is niet uitzonderlijk, en er is ook nog ruimte voor lagere vergoedingen. De tijd zal uitwijzen of BlackRock op dit recente succes kan voortborduren.
Beleggingsproces
Het beleggingsproces van BlackRock World Mining omvat de beoordeling van grondstoffenprijzen en bedrijven. Het team streeft er naar de drivers van elke grondstofkoers te identificeren die hen helpt bij het voorspellen van een gerichte trend die hun bedrijfsanalyse ondersteunt. Dit heeft betrekking op analyse van vraag en aanbod, waarbij de eerste in toenemende mate wordt beïnvloed door de vraag van beleggers. Een dergelijke analyse kadert het bottom-up onderzoek in en dat is van cruciaal belang voor het proces.
Het beheerteam ziet meer dan 1.000 bedrijven per jaar en denkt dat goed management de sleutel is tot het succes van een bedrijf. Zij richten zich op lagere kosten, hogere kwaliteitsproducenten waar ze geloven dat de waarderingen van de aandelen de winstvooruitzichten van het bedrijf op langere termijn onderschatten. Een top-down overlay neemt factoren als politiek risico mee in de analyse.
Het fonds is opgebouwd in een benchmark bewuste manier met als doel het genereren van stabiele outperformance. Het bestaat uit drie segmenten: grote bedrijven met posities van 5-10 procent, waar de liquiditeit goed is en de overtuiging hoog; medium posities van 2-5 procent, typisch een producent van één metaal of met activiteiten in één land en posities onder de 2 procent, meestal voor bedrijven met een slechtere liquiditeitspositie. De top-10 posities zullen doorgaans meer dan 50 procent van het fondsvermogen bedragen en de omloopsnelheid van de portefeuille zal meestal laag zijn. Het fonds belegt hierbij in 50-80 bedrijven. Echter, het aantal bedrijven kan kunstmatig hoog lijken door de verschillende beschikbare aandelen in een bedrijf.
Rendement
Prestaties van BlackRock World Mining worden gemeten ten opzichte van de Euromoney Global Mining index. Het fonds heeft een beperkter mandaat dan de meeste andere fondsen in de Morningstar-categorie 'Aandelen sector grondstoffen'. Het fonds heeft aangetoond robuuste rendementen te kunnen behalen en heeft de index vanaf de lancering in 1997 tot en met juli 2014 verslagen, ondanks de zwakke prestatie in 2008.
Ten opzichte van de benchmark heeft een structurele onderweging in goud en giant caps de rendementen beïnvloed wanneer de markt is gedaald. Als gevolg van regelgeving voor de concentratie in het fonds beperkt dit het vermogen van de beheerder om waarde toe te voegen door middel van zijn positieve kijk op de grootste aandelen. Zo weegt bijvoorbeeld BHP Billiton voor 20 procent mee in de index en BlackRock World Mining is beperkt tot een maximum van 10 procent.
2008 Was een bijzonder zwakke periode voor het fonds, dat, in combinatie met de onderweging in de grootste aandelen, nog werd verergerd door een onderschatting van de omvang van de ineenstorting van de grondstoffenprijzen en een overwogen positie in Rio Tinto. Hoewel de prestaties herstelden in 2009 en 2010, bleek 2011 ook uitdagend. In 2012 bleef het fonds achter bij de index door de structurele onderweging in de index majors, in het bijzonder Rio Tinto en BHP Billiton, die ook van invloed was op rendement in 2013.
Dit jaar tot en met 31 juli behaalde BlackRock World Mining een positief rendement, maar blijft het achter op de index. De 30 procent koersdaling van ijzererts sinds het begin van het jaar heeft er voor gezorgd dat de blootstelling aan deze grondstof afbreuk heeft gedaan aan het relatieve rendement.
Kosten
De lopende kosten van BlackRock World Mining zijn bescheiden hoger dan de mediaan van de categorie. Gezien de grote omvang van het fonds denken we dat het goedkoper zou kunnen zijn.
Rol in portefeuille
BlackRock World Mining is een niche. Edelmetaalaandelen kunnen een lage correlatie met andere activa hebben, maar dit fonds zal ook worden blootgesteld aan basismetaal- en steenkoolaandelen, die de neiging hebben om meer gevoelig te zijn voor de economie.
Lees ook het fondsrapport over BlackRock Global Funds World Mining D2 >
Bekijk ook deze beleggingsfondsen in aandelen van mijnbouwers (klik op tabel voor vergroting)
Laatste 10 beleggingsfondsen van de week
BlackRock Fixed Income Strategies D2 EUR
T. Rowe Price Global Growth Equity Fund
Robeco US Large Cap Equities
Vanguard US 500 Stock Index
Fidelity France Fund
Robeco European Conservative Equities
Invesco Euro Corporate Bond Fund
Comgest Growth Europe
Fidelity Indonesia Fund
Vanguard Euro Government Bond Index Fund