Dividend is een belangrijk onderdeel van het totaalrendement
Het totaalrendement dat een aandelenbelegger kan behalen bestaat uit drie componenten: koerswinst, dividendrendement en - in geval van aandelen buiten de eurozone - valuta-effecten. Veel beleggers denken dat koerswinst veruit het belangrijkste element is, maar op lange termijn blijkt dat dividend een cruciale rol speelt in het totaalrendement.
Dividend speelt historisch gezien niet in ieder jaar een grote rol. De hoogte van het dividendrendement verschilt per regio en per sector, maar schommelt grofweg tussen 2 en 4 procent op jaarbasis. In jaren zoals 1999 toen de beurzen omhoog spoten, of recenter in 2013 en 2014 wat Amerikaanse beurzen betreft, is het aandeel van dividend in het totaalrendement beperkt. Maar dat wordt weer gecompenseerd in slechte markten zoals in 2008 en 2011.
De kracht van dividend komt vooral op de lange termijn tot uiting, waarbij er een niet onbelangrijk element een cruciale rol speelt: het herinvesteren van het ontvangen dividend in de dividendportefeuille. Onderzoeken laten zien, dat wanneer dividend, dividendgroei en het herinvesteren van dividend worden meegenomen, meer dan 40 procent van het totaalrendement herleid kan worden tot dividend. Daarnaast is dividend doorgaans een stabielere factor dan koersrendement.
Dividend is geen vanzelfsprekendheid
Om dividend te kunnen ontvangen dient een belegger in het bezit te zijn van aandelen in een bedrijf. Als dit bedrijf winst maakt, kan het een deel daarvan beschikbaar stellen aan zijn aandeelhouders in de vorm van dividend. Dividend is dus een vorm van winstdeling van het bedrijf met zijn aandeelhouders. De hoogte van het dividend voor bezitters van gewone aandelen staat echter niet van te voren vast. Voor zogenaamde preferente aandelen geldt er wel een vast dividendpercentage.
Het management van een bedrijf kan besluiten om dividend uit te keren aan de aandeelhouders, maar is hiertoe niet verplicht. Het is daarom nooit zeker of een aandeelhouder dividend ontvangt. Indien het management bijvoorbeeld besluit dat de afbouw van schulden, het doen van een overname of het investeren in onderzoek de voorkeur geniet, dan kan dit ten koste gaan van de mogelijkheid om dividend aan de aandeelhouders te betalen.
Dividenduitkeringen kennen verschillende vormen en uitkeringsfrequenties
Dividend heeft verschillende gedaantes. Zo is er een verschil tussen cash dividend en stock dividend. Een dividend in contanten (cash) is een sterker signaal naar beleggers dan een dividend in aandelen (stock). Door een dividend beschikbaar te stellen geeft het bedrijf een signaal af aan beleggers over de financiële gezondheid en de toekomstverwachtingen. Wanneer een bedrijf een dividend initieert of verhoogt, dan is dit een positief signaal. Het geeft daarmee aan, dat het op dit moment een dividend contant kan betalen aan beleggers, maar tegelijkertijd verwacht dit ook in de toekomst te kunnen doen.
Een dividenduitkering heeft namelijk een duurzaam karakter. Indien het bedrijf ervoor kiest om het dividend niet in contanten te betalen maar in aandelen, dan drukt het meer aandelen om deze vervolgens als beloning aan beleggers te schenken. Hierdoor treedt er verwatering op, waardoor de winst per aandeel daalt. Een dividend in aandelen is daarom een zwakker signaal over de financiële kracht van een onderneming.
Een tweede verschil is de frequentie waarmee dividend wordt uitbetaald. Veel Europese bedrijven keren twee keer per jaar een dividend uit. Voor Amerikaanse ondernemingen zijn kwartaaluitkeringen echter de norm. Ook is er verschil in de maanden waarin bedrijven hun dividend uitkeren. Een oplettende belegger kan zijn dividendportefeuille dan ook zo samenstellen dat hij iedere maand dividend ontvangt.
Een derde verschil tussen dividenden is de uitkering van een normaal dividend en een speciaal dividend. Een normaal dividend volgt uit de winst die een bedrijf maakt en komt vaak in twee vormen: een interim dividend en een slotdividend. Een speciaal dividend kan worden uitgekeerd wanneer er veel overtollig kasgeld is, bijvoorbeeld na verkoop van een bedrijfsonderdeel.
Hoge pay-out ratio’s zijn een rode vlag
De pay-out ratio geeft aan welk percentage van de winst als dividend wordt uitgekeerd aan aandeelhouders. De grens van de pay-out ratio ligt natuurlijk dan ook tussen 0 en 100 procent. Hoewel het technisch gezien mogelijk is om een hoger dividend uit te betalen dan de winst die is gemaakt, is dit geen duurzame optie voor beleggers op lange termijn. Een hoge pay-out ratio kan dus geen kwaad, zeker wanneer het bedrijf een stabiele kasstroom genereert, maar een te hoge pay-out ratio vraagt om meer onderzoek.
Hoge dividenden niet altijd zo aantrekkelijk
Een dividend van 10 procent zier er op papier erg aantrekkelijk uit, maar het kan zijn dat schijn bedriegt. Het is nog maar de vraag of dat theoretische dividendrendement wel daadwerkelijk wordt uitbetaald. Er zijn genoeg voorbeelden van ondernemingen die op papier een hoog dividendrendement boden, maar uiteindelijk aankondigden het dividend te gaan verlagen of zelfs helemaal te schrappen. De telecomsector heeft hier in de afgelopen jaren last van gehad, met ons eigen KPN als schoolvoorbeeld.
Maar stel dat er niets mis is met het bedrijf of de sector waarin het opereert, dan nog hoeft een hoge dividenduitkering niet alleen maar goed nieuws te betekenen voor een belegger. Critici van bedrijven die - een hoog - dividend betalen, stellen dat deze bedrijven dit doen omdat ze geen andere (aantrekkelijke) alternatieven hebben om het geld te investeren. Om toch nog waarde te creëren voor aandeelhouders keren ze overtollig kasgeld dan maar uit als dividend.
Wanneer de reden voor een hoog dividend het gebrek aan investeringsmogelijkheden is, dan is dat een mogelijk risico voor beleggers. Geld uitkeren in de vorm van dividend is nog altijd beter dan het over de balk gooien door te investeren in projecten die waarde vernietigen, maar een tekort aan investeringen kan op langere termijn betekenen dat de groei van het bedrijf kan afnemen. En dat is dan weer slecht voor de ontwikkeling van de omzet, winst, kasstroom en uiteindelijk het dividend en mogelijk de aandelenkoers.
Het verschil tussen dividendbetalers en dividend-groeiers
Het dividenduniversum is grofweg op te delen in twee typen aandelen. Aan de ene kant zijn er aandelen die een hoog dividendrendement bieden, maar waar de groei van het dividend vrij beperkt is. Aan de andere kant zijn er aandelen die een laag dividendrendement bieden, maar die een sterke groei van het dividend laten optekenen. De eerste groep noemen we dividendbetalers, de tweede groep dividend-groeiers.
Dividendbetalers kenmerken zich door stabiele bedrijfsmodellen, wat ervoor zorgt dat ze een redelijk voorspelbare kasstroom genereren. Door de goede zichtbaarheid op omzet en winstontwikkeling, kunnen deze bedrijven ook een hoger dividend betalen, wat zich vertaalt in hogere pay-out ratio’s. Veel van deze bedrijven zijn volwassen ondernemingen met een sterke marktpositie en solide balansen. Ze worden vaak gevonden in de meer defensieve sectoren, zoals de nutssector, defensieve consumentengoederen en de telecomsector.
Dividend-groeiers zijn opportunistischer van aard. De bedrijven zijn doorgaans minder volwassen dan dividendbetalers en bevinden zich vaak in cyclische sectoren. Een sector waar dividend-groeiers worden gevonden is bijvoorbeeld de IT-sector. Microsoft en Apple zijn mooie voorbeelden van bedrijven die nooit dividend betaalden, maar dit wel zijn gaan doen om waarde te creëren voor aandeelhouders. Een andere sector waar dividenden weer aan het groeien zijn, is de financiële sector. Banken en verzekeraars behoorden traditioneel gezien tot de hoeksteen van veel dividendportefeuilles, maar de crisis dwong veel bedrijven tot het schrappen van dividend. Nu het herstel is ingetreden zijn er duidelijke signalen van het toenemen van dividendbetalingen.
Opkomende landen drijvende kracht achter dividendgroei
Hoewel Europa en Amerika een lange dividendtraditie hebben, komt de groei in dividendbetalingen vooral voor rekening van opkomende landen. Van iedere USD 7 die wereldwijd aan dividend wordt uitgekeerd komt er één uit opkomende landen. Binnen opkomende landen vormen de BRICS (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) het belangrijkste blok. Deze groeiparels keerden in 2009 gezamenlijk nog USD 34,7 miljard uit, maar dat bedrag steeg fors naar USD 80,9 miljard in 2013. De groei werd vooral gedreven door ’s werelds tweede economie China, waar bedrijven hun dividenden met 156 procent opschroefde en waardoor China binnen opkomende landen een aandeel van 20 procent in betaalde dividenden heeft.
De grootste dividendgroei werd gerealiseerd in de sector duurzame consumentengoederen. Autofabrikanten zoals Great Wall Motor Company en Guangzhou Automobile Group hebben het dividend met grote stappen verhoogd. In absolute termen is de financiële sector het belangrijkst. Dividendverhogingen van China Construction Bank, Industrial & Commercial Bank of China en Bank of China zijn hierbij een bepalende factor.
Dividend is duurzamer dan aandeleninkoopprogramma’s
Wanneer het management geld wil teruggeven aan aandeelhouders, dan zijn er twee opties. De eerste is via het uitkeren van dividend, de tweede is via het terugkopen van aandelen. Bij de laatste optie wordt het aantal uitstaande aandelen verkleind, waardoor de winst per aandeel toeneemt en er dus waarde voor aandeelhouders gerealiseerd wordt.
Hoewel de twee mogelijkheden hetzelfde doel dienen, is de aard van beide opties totaal verschillend. Een dividend wordt gezien als een stabiele factor. Een betrouwbare bron van inkomsten voor aandeelhouders. Bedrijven die besluiten om een dividend te gaan betalen zullen er dus alles aan doen om dat dividend te handhaven en het liefst te verhogen. Een dividend geeft daarom ook een sterk signaal over de financiële stabiliteit van een organisatie en het vertrouwen dat het management heeft in het uitgestippelde beleid. Dividend heeft daarom een duurzaam karakter.
Aandeleninkoopprogramma’s zijn in tegenstelling tot dividend een tijdelijk fenomeen. Wanneer een bedrijf genoeg geld in kas heeft nadat het dividend is uitbetaald, kan het besluiten om aandelen in te kopen. De hoogte van de inkoop, alsmede de frequentie ervan zijn aan verandering onderhevig. Dat maakt aandeleninkoopprogramma’s een stuk flexibeler en daarmee is het ook een minder overtuigend signaal dan een dividend(verhoging). Historisch gezien valt ook op dat er veel aandelen worden ingekocht wanneer de markt op een piek staat, zoals in 20007. Toen de crisis in 2008 uitbrak, werden veel aandeleninkoopprogramma’s stop gezet. Dat maakt deze programma’s wellicht niet zo’n hele goede indicator voor beleggers.
Dividendaandelen bieden bescherming tegen inflatie
Inflatie zorgt ervoor dat geld minder waard wordt. Voor beleggers die een inkomen wensen uit hun beleggingen is het dan ook van belang om dit inkomen mee te laten groeien met (minimaal) de inflatie. Dit zorgt er dan voor dat de koopkracht gelijk blijft. Dividendaandelen hebben dan als voordeel dat het bedrag aan dividend niet vaststaat, maar dat het ook kan groeien. Dat voordeel is niet zonder risico, want het dividendbedrag kan ook naar beneden worden bijgesteld. In tegenstelling tot dividendaandelen staat bij obligaties de coupon (meestal) vast. Dit betekent dus dat bij een oplopende inflatie de reële inkomsten die een belegger ontvangt gaan dalen.
Historisch gezien zijn dividendaandelen redelijk goed in staat gebleken om de inflatie bij te benen. Onderzoek van BlackRock laat zien dat de dividendgroei over de periode 1966 – 2011 de inflatie goed kon bijhouden wanneer de inflatie niet lager was dan 2 procent of hoger dan 10 procent. Dat maakt dividendaandelen een aantrekkelijkere optie voor beleggers wanneer inflatie de kop op steekt.
Dividend Aristocrats
Er zijn een aantal Europese ondernemingen die een lange staat van dienst hebben als het gaat om het betalen van dividend. Maar wie wil beleggen in bedrijven die al decennia lang hun dividend laten groeien moet toch echt in Amerika zijn. Het land van de onbegrensde mogelijkheden en dus ook van de onbegrensde dividend track records.
In Amerika zijn er veel bedrijven te vinden die er een behoorlijke dividendtraditie op na houden. Met een dividend track record dat teruggaat tot 1877 is Stanley Black & Decker een echte dividenddinosaurus. Maar ook ExxonMobil (1882), Consolidated Edison (1885), Procter & Gamble (1891), Coca-Cola (1893), Colgate-Palmolive (1895) en PPG Industries (1899) kunnen bogen op een dividendgeschiedenis die meer dan 100 jaar bestrijkt.
In Amerika zijn dit soort dividendmachines samengebracht in de ProShares S&P 500 Dividend Aristocrats ETF. Bedrijven die in aanmerking komen voor dit elitegezelschap dienen een track record van tenminste 25 jaar onafgebroken dividendverhogingen te kunnen overleggen. Dit maakt de Dividend Aristocrats dan ook uniek. Het is een zeldzame groep van 54 bedrijven in de S&P 500 Index die jaar op jaar hun dividend weten te verhogen ongeacht de stand van de economie en het sentiment op de financiële markten.
Wie een iets breder samengestelde portefeuille wil kan opteren voor de SPDR S&P US Dividend Aristocrats. Liever Europese dividendaandelen? Dat kan ook via de Europese variant met minimaal 10 jaar dividendverhoging als criterium: SPDR S&P Euro Dividend Aristocrats. Voor beleggers die een wereldwijde portefeuille willen is de SPDR S&P Global Dividend Aristocrats een optie.
Meer weten over dividendbeleggen? Lees dan ook:
Dividendbeleggen vervaagt
Er voltrekt zich een paradigmaverschuiving in dividendland. Dividendfondsen van M&G en Invesco beleggen in bedrijven die (nog) geen dividend betalen. ING's dividendfondsen eigenen zich meer flexibiliteit toe. Morningstar is positief en sceptisch.
Nieuwe werkelijkheid: dividendaandelen zijn overal te vinden
Het uitbetalen van dividend is voorbehouden aan volwassen bedrijven uit defensieve sectoren die gevestigd zijn in ontwikkelde landen. Deze veronderstelling leeft bij veel beleggers, maar gaat niet langer op. Dividendaandelen zijn tegenwoordig overal te vinden.
Dividend Aristocrats voor een onbegrensde dividendhistorie
Er zijn een aantal Europese ondernemingen die een lange staat van dienst hebben als het gaat om het betalen van dividend. Maar wie wil beleggen in bedrijven die al decennia lang hun dividend laten groeien moet toch echt in Amerika zijn. Het land van de onbegrensde mogelijkheden en dus ook van de onbegrensde dividend track records.
Dividendfondsen verdeeld over herstel banken
Bankaandelen lijken weer populairder te worden bij dividendfondsen, omdat de financiële sector kansen biedt op hoge dividendgroei. Toch is niet elke fondsmanager overtuigd van het herstel van de banken na de financiële crisis.
DWS Top Dividende veiligste haven voor dividendbelegger
Dividendfondsen bieden beleggers bescherming in dalende markten. Maar niet allemaal evenveel. Morningstar analyseert aan de hand van 8 criteria het defensieve karakter van 26 dividendfondsen. Lees waarom DWS Top Dividende het meest en Aberdeen Global World Equity Dividend het minst defensieve dividendfonds is.
Te passief dividendbeleggen
De iShares STOXX Europe Select Dividend 30 ETF verslaat dit jaar alle actief beheerde Europese dividendfondsen met duidelijke cijfers. Is passief dan ook voor het populaire dividendbeleggen de beste oplossing? Morningstar is daar sceptisch over.
Dividendfondsen voor een defensieve positionering van de beleggingsportefeuille
Nu aandelenmarkten dicht tegen hun toppen schurken komt het moment van een correctie dichterbij. Beleggers kunnen zich hiertegen beschermen door hun portefeuille defensiever in te richten. Morningstar helpt.
Dividendbeleggers moeten scherp blijven
KPN zal nooit meer zo veel dividend aan aandeelhouders uitkeren als in het verleden. Ooit was KPN een geliefd dividendaandeel en beleggers leken verblind door het dividendrendement. Hoe herkennen beleggers een duurzaam dividendbeleid bij ondernemingen?