De vier voordelen van beleggingsfondsen
1. Het eerste voordeel van beleggingsfondsen is dat de aankoop van één fonds toegang geeft tot een goed gespreide portefeuille. Dat is belangrijk, want zoals we eerder hebben uitgelegd is het risicovol om een beleggingsportefeuille op te bouwen die uit slechts enkele posities bestaat. Om risico’s te spreiden dient er een gediversifieerde portefeuille samengesteld te worden, zodat niet alle eieren in één mandje zitten. Wie dat wil doen via directe beleggingen in aandelen of obligaties moet over een groter vrij belegbaar vermogen beschikken. Anders wegen de transactiekosten niet op tegen de investering. Voor kleinere beleggers die op een efficiënte manier een goed gespreide portefeuille willen, kan een beleggingsfonds uitkomst bieden.
2. Het tweede voordeel van beleggingsfondsen is dat ze beleggers op eenvoudige wijze toegang geven tot verschillende markten en beleggingsstijlen. Beleggers kunnen investeren in beleggingsfondsen die zich richten op wereldwijde aandelen, maar op specifieke niches zoals biotechnologie of risicovolle obligaties (high yield). Deze markten zijn niet altijd even goed direct toegankelijk voor particuliere beleggers, maar hier kan een beleggingsfonds dus nuttig zijn.
3. Het derde voordeel is dat een beleggingsfonds biedt is dat beleggers gebruik kunnen maken van de expertise van de fondsbeheerder. Veel mensen vinden het lastig om zelf individuele effecten te selecteren om hun portefeuille in te richten. Simpelweg omdat ze de ervaring missen, de expertise niet in huis hebben, financiële markten niet heel erg interessant vinden of de tijd ontberen om diepgravend onderzoek te doen naar bedrijven, aandelen en obligaties. Via een beleggingsfonds kan een belegger gebruik maken van de expertise van de fondsbeheerder.
4. Het vierde pluspunt heeft te maken met schaalvoordelen die het beleggen via een beleggingsfonds biedt. Zoals hiervoor al beschreven kan het relatief duur zijn om zelf via individuele posities een portefeuille op te bouwen. Bij een beleggingsfonds brengen meerdere beleggers hun vermogen samen om dit via het beleggingsfonds door de fondsbeheerder volgens het gedefinieerde beleggingsbeleid te laten beheren. Door de grotere omvang van het beheerd vermogen kan er efficiënter en dus goedkoper gewerkt worden. Dat resulteert in lagere kosten dan wanneer een belegger zelf kleine posities moet aanschaffen om een gediversifieerde portefeuille samen te stellen.
De vier nadelen van beleggingsfondsen
1. Aan het beleggen via beleggingsfondsen kleven ook een aantal nadelen. Het eerste minpunt is het feit dat de belegger een deel van de controle over zijn vermogen uit handen geeft. Hij vertrouwt zijn geld immers toe aan de fondsbeheerder. Uiteraard bepaalt een belegger zelf in welk fonds hij belegt, maar de uiteindelijke belegging wordt door de fondsbeheerder gedaan. Dit kan hij alleen doen binnen de reikwijdte van zijn beheermandaat, waarin de regels beschreven staan voor het beheer van de portefeuille. De selectie en compositie van de portefeuille is dus de taak van de fondsbeheerder. Wanneer een belegger het niet eens is met hoe de portefeuille wordt beheerd, rest hem niets anders dan zijn aandeel in het fonds weer te verkopen.
2. Een tweede nadeel zijn de kosten die aan beleggingsfondsen verbonden zijn. Hoewel de kosten lager zijn dan wanneer een belegger zelf al die individuele posities zou aanschaffen (transactiekosten), kost het beheer van een beleggingsfonds geld, en die rekening wordt doorgeschoven naar de eindbelegger in de vorm van lopende kosten. Deze lopende kosten omvatten onder andere de beheervergoeding voor de fondsbeheerder en staan vermeld in de Essentiële Beleggersinformatie (EBi), een bij de wet verplicht document dat op de website van fondsaanbieders beschikbaar is en waarin basiskenmerken van het fonds beschreven staan. De hoogte van de lopende kosten verschilt per fondsaanbieder en type beleggingsfonds. Doorgaans geldt: hoe specifieker een fonds belegt, hoe hoger de kosten. Dus voor bijvoorbeeld een aandelenfonds gericht op grote Amerikaanse bedrijven zijn de kosten lager dan voor een fonds dat belegt in kleine bedrijven in opkomende landen. Daarnaast zijn er kosten die worden doorbelast die niet verwerkt zitten in de lopende kosten, zoals eventuele prestatievergoedingen en transactiekosten die binnen het fonds gemaakt worden. De beheerkosten en andere bijkomende kosten vormen een nadeel van beleggingsfondsen.
3. Een derde nadeel van beleggingsfondsen is dat banken en brokers vaak een gelimiteerd aantal fondsen aanbieden. Een belegger is in zijn keuze dus afhankelijk van de kwaliteit van het assortiment aan fondsen dat via zijn bank of broker verhandeld kan worden.
4. Een vierde nadeel van beleggingsfondsen is dat de meeste fondsen niet beursgenoteerd zijn. Dit betekent dat aankoop- en verkoop niet direct uitgevoerd kunnen worden. De handel vindt plaats op basis van de nettovermogenswaarde (net asset value, ofwel NAV) van een fonds. Deze NAV staat gelijk aan het totale beheerde vermogen van het fonds, gedeeld door het aantal uitstaande aandelen (participaties) in het beleggingsfonds. Dit is de koers van het beleggingsfonds. Die koers wordt op dagbasis berekend en alle transacties (aan- en verkopen van participaties in het beleggingsfonds) worden tegen deze koers afgerekend. Doordat er slechts eenmaal per dag een koers wordt bepaald, krijgt een belegger niet direct de opbrengst van een verkoop op zijn rekening bijgeschreven. Vaak vindt er ook nog een achterliggende administratieve afwikkeling van de transactie plaats, waardoor het een aantal dagen kan duren voordat de transactie geëffectueerd is in de portefeuille. Dit kan een nadeel zijn wanneer een belegger de opbrengst direct nodig heeft.
Een gemaksproduct?
Wie de voordelen van beleggingsfondsen bekijkt, kan concluderen dat beleggingsfondsen beleggers veel werk uit handen nemen. Een beleggingsfonds is in de basis ook een gemaksproduct. Echter, een beleggingsfonds wordt pas een gemaksproduct nadat de belegger het juiste fonds heeft geselecteerd. En dat is een lastige taak, gezien het overaanbod van beleggingsfondsen. Daarbij komt nog dat het merendeel van de fondsen zijn benchmark niet weet te verslaan. De meeste actieve fondsen en hun fondsbeheerders voegen na aftrek van kosten dus geen waarde toe. Dat maakt een goede fondsselectie nog belangrijker, en dat bezorgt beleggers een hoop huiswerk en hoofdbrekens. In het volgende artikel gaan we hier dieper op in en laten we u zien hoe de fondsanalisten van Morningstar het kaf van het koren scheiden.
Dit is het vijfde deel in de serie Beleggen voor beginners, waarin Morningstar u kennis laat maken met de basisbegripen van beleggen. Lees ook de andere delen in deze serie:
- Deel 1: Beleggingsfondsen in een notendop
- Deel 2: Op zoek naar alpha
- Deel 3: De risico's van beleggen
- Deel 4: De verhouding tussen rendement & risico