Een maatstaf om de duurzaamheid van het dividend te beoordelen is de pay-out ratio. De pay-out ratio geeft aan welk percentage van de nettowinst wordt uitgekeerd als dividend. Wanneer van de totale nettowinst van 5 euro per aandeel er 2 euro wordt uitgekeerd als dividend aan aandeelhouders, dan is er dus sprake van een pay-out ratio van 40%.
De hoogte van de pay-out ratio geeft een indicatie hoe makkelijk een bedrijf het dividend vanuit de winst kan betalen. Zo zal een bedrijf dat een lage pay-out ratio hanteert zelfs bij een flinke verslechtering van de economie nog in staat zijn om het dividend te handhaven.
Bij economische voorspoed zal er ook meer ruimte zijn om het dividend te verhogen. Voor bedrijven die al een relatief groot deel van hun winst als dividend uitkeren, zeg 80%, wordt dit een lastiger verhaal.
Pay-out ratio versus absoluut
Als de winst fluctueert tussen economisch betere en mindere jaren, leidt het handhaven van de pay-out ratio tot verschillen in de absolute dividendbedragen die aandeelhouders krijgen uitgekeerd. Immers, pay-out van 50% over een winst van bijvoorbeeld 10 miljoen euro leidt tot een kleiner bedrag dan 50% pay-out over 100 miljoen euro.
Het probleem ontstaat als bedrijven willen vasthouden aan hun dividend in absolute zin, terwijl de winst sterk onder druk staat bij een economische dip. Daardoor kan het dividend hoger zijn dan de winst per aandeel. Het dividend kan dan het kind van de rekening worden, want een pay-out ratio kan in theorie niet boven de 100% uitkomen. Je kunt immers niet meer dividend uitkeren dan de winst die is gemaakt.
Kunstgrepen
Als bedrijven dat toch willen doen, dan leidt dat tot kunstgrepen. Een (tijdelijke) oplossing kan worden gevonden in het financieren van de dividendbetaling door de bedrijfsschuld te verhogen of door het dividend in aandelen uit te keren (scrip dividend), maar beide mogelijkheden zullen de dividendbelegger weinig enthousiast maken.
Overigens is het wel belangrijk om de huidige pay-out ratio in perspectief te plaatsen, bijvoorbeeld door een vergelijking met het verleden of met de pay-out ratio van de industrie waarin het bedrijf opereert. Nutsbedrijven en telecombedrijven hebben vaak een hogere pay-out ratio, maar kunnen die ook prima hanteren omdat hun kasstroom constanter is dan die van cyclische bedrijven. Een hoge pay-out ratio is voor defensieve bedrijven minder zorgwekkend.
Regionale verschillen
Wanneer we de historische pay-out ratio’s voor verschillende regio’s in een grafiek plaatsen, dan zien we dat de pay-out ratio sinds 2010 in alle regio’s is opgelopen. Europese bedrijven keren traditioneel het grootste deel van hun winst uit als dividend, maar ook in Amerika en opkomende markten is een voorzichtige stijging van de pay-out ratio waar te nemen. Er lijkt met het huidige niveau van de pay-out ratio’s vooral in opkomende landen en Amerika nog ruimte om het dividend verder te verhogen, In Europa staan we dicht bij een all-time high, waardoor de ruimte beperkter is.
(klik op grafiek voor vergroting)
Divers beeld in Europese sectoren
Wanneer we inzoomen op het dividendbeleid binnen Europa (zie onderstaande staafdiagram), dan zien we dat de MSCI Europe Index een dividendrendement biedt van 3,4% bij een gemiddelde pay-out ratio van 62%.
Een verdere onderverdeling naar verschillende sectoren laat zien dat het dividend op basis van de pay-out ratio niet overal even veilig is. Financials, nutsbedrijven en defensieve consumentengoederen kennen per saldo een relatief conservatief dividendbeleid met een kleiner deel van de winst dat wordt uitgekeerd als dividend. Voor telecom en vooral energiebedrijven is dit een heel ander verhaal.
(klik op grafiek voor vergroting)
Scrip dividend als voorbode
Vanwege de fors gedaalde olieprijs staat het dividend in de oliesector zwaar onder druk. Het dividendrendement van gemiddeld 6,3% lijkt aantrekkelijk, maar om dat uit te betalen is meer dan 100% van de winst nodig. Een op langetermijn onhoudbare situatie. Zelfs de oliemajors moeten alle zeilen bijzetten om het dividend te handhaven.
Van de grote oliebedrijven heeft alleen Eni in maart vorig jaar het dividend verlaagd van 1,12 euro per aandeel naar 0,80 euro per aandeel. Anderen zoals Shell, BP, Total en Repsol bieden aandeelhouders de keuze tussen een cash dividend of een scrip dividend, oftewel een dividend in aandelen.
Dat is een signaal naar beleggers over de kwaliteit van het dividend, maar ook over de duurzaamheid van het dividend. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de kans op een dividendverlaging groter is bij bedrijven die eerder een scrip dividend hebben geïntroduceerd, zoals de onderstaande figuur laat zien.
(klik op grafiek voor vergroting)
Dividendbeleggers moeten zich niet blindstaren op de hoge dividendrendementen en goed onderzoek doen naar de risico’s die gepaard gaan met dividendbeleggen. Een hoge pay-out ratio of het initiëren van een scrip dividend zijn factoren die kunnen duiden op verzwakking en een toenemend risico op het schrappen van het dividend. Vooral dividendbeleggers in de energiesector moeten op hun hoede zijn. De dividendval kan, ondanks een lange historie aan dividendbetalingen, zomaar dichtklappen.
Lees ook deze column van Jeffrey Schumacher over de risico's van een hoog dividend:
- Hoog dividend: te mooi om waar te zijn
Lees meer over dividendbeleggen:
- Tien niet te missen weetjes over dividendbeleggen