Het afschaffen van provisies die aanbieders betalen aan adviseurs voor het afsluiten van beleggingsproducten per 1 januari 2013 heeft Nederland een bijzondere positie in Europa gegeven. Want alle beleggingsfondsen worden nu verhandeld in een provisievrije aandelenklasse, de zogeheten ‘clean share class’.
Dat heeft invloed op het kostenplaatje dat er aan de beleggingsfondsen hangt, aldus Nikolaj Holdt Mikkelsen, de analist van Morningstar die het onderzoek leidde. Door het wegvallen van de vergoedingen zijn de lopende kosten voor beleggingsfondsen flink gedaald. Dat geldt niet alleen voor Nederland, maar het effect is in heel Europa merkbaar.
Europabreed
Alle fondsen tezamen, aandelen, obligaties en andere categorieën, actief en passief, leiden tot een gemiddeld lopende-kostenniveau in Nederland van 0,75%. Dat is beduidend minder dan de 1,18% die als gemiddeld overall cijfer uit de bus kwam in Morningstars vorige kostenonderzoek dat werd gepubliceerd in 2013. Bekijk in onderstaande tabel de kostenniveaus voor de onderzochte Europese landen:
(klik op tabel voor vergroting)
Kosten verschillen per categorie
Als we de kosten splitsen naar vermogenscategorie, dan blijken allocatiefondsen de duurste, met 1,47% gemiddeld, gemeten over heel Europa. Aandelenfondsen zijn tweede met 1,27% lopende kosten gemiddeld.
Obligatiefondsen zijn beduidend goedkoper dan allocatie- en aandelenfondsen. Europabreed kosten ze gemiddeld 0,74%. Geldmarktfondsen zijn het goedkoopst met 0,15%.
Uit onderstaande grafiek blijkt behalve de verschillen tussen de categorieën ook heel duidelijk dat alle categorieën goedkoper zijn geworden in vergelijking met de vorige studie uit 2013.
(klik op grafiek voor vergroting)
Passieve aandelenfondsen in opkomst
De kostenstudie van Morningstar brengt verder aan het licht dat passieve fondsen in Nederland een pijlsnelle opkomst hebben gemaakt, en dan met name passieve aandelenfondsen. Het marktaandeel van in Nederland gevestigde passieve aandelenbeleggingsfondsen steeg van 1% in 2013 naar 26% in 2016. Dit gaat dus niet over marktaandeel uit verkoop op de Nederlandse markt. Dit percentage betreft de vestigingsplek, dus het kan gaan om Nederlandse fondsen die Europawijd verkocht worden. Net zoals in Nederland veel fondsen uit de grote aanbiedersmarkten Luxemburg en Ierland verkocht worden.
Nederland is in dit opzicht dus snel gegroeid, maar Zwitserland ook, en dat land was al groot in passief. Van 21% passieve aandelenproducten in 2013 steeg Zwitserland in 2016 naar 50%.
Zwitserland is niet alleen de grootste, maar ook de goedkoopste in passieve aandelenproducten: het gemiddeld kostenniveau ligt op 0,12%. Voor Nederland is dat 0,30%.
Ter vergelijking: het gemiddeld kostenniveau van actieve aandelenfondsen in Nederland is 0,85%. In 2013 was dat nog beduidend hoger op 1,29%.
Kosten pan-Europees gedaald
Bekijken we de fondskosten met een pan-Europese blik, dan concludeert Morningstar dat de gemiddelde lopende kosten voor het gehele Europese fondsenuniversum in 2016 uitkomen op 1%, en dat is iets lager dan de 1,09% die in 2013 werd vastgesteld. De daling wordt veroorzaakt doordat in diverse landen steeds meer beleggers kiezen voor een provisievrije aandelenklasse, concludeert Holdt Mikkelsen. Dat komt dus niet alleen door de opmars van die klasse in Nederland, maar het is een ontwikkeling die breder wordt gedragen.
Verdelen we het Europese universum in actieve en passieve fondsen, dan valt op dat passieve fondsen een stuk goedkoper zijn. Gemiddeld kost een actief fonds in Europa 1,38%, terwijl een passief fonds 0,31% kost. Zoals boven beschreven is passief aan een opmars bezig. Van de fondsen die in het onderzoek werden betrokken, is 10,3% te kenschetsen als passief, een toename ten opzichte van 2013, toen passief goed was voor 8% van het Europese fondsenuniversum.
De volledige studie naar de kosten van beleggingsfondsen in Europa vindt u hier.
Lees meer over kosten van beleggingsfondsen: