Europese aandelen zijn een complexe categorie. Europa heeft een dalende beroepsbevolking, lage productiviteit, structureel hoge werkloosheid, hoge schulden en - meer recent – het risico op het uit elkaar vallen van de Europese Unie. Niet echt een recept voor succes.
Maar een belegger die om die redenen Europese aandelen links laat liggen, kijkt niet verder dan zijn neus lang is, stelt Dan Kemp, head of investment consulting en portfolio management EMEA bij Morningstar Investment Management.
De echte vraag is volgens Kemp hoeveel slecht nieuws al ingeprijsd is. Om die te beantwoorden moeten we projecties maken voor de toekomstige staat van de Europese Unie en zijn economieën.
Europese energie en opkomende markten
Onze analyse laat zien dat in de meeste aannemelijke scenario’s voor een tienjaarshorizon Europa aantrekkelijker is dan de Verenigde Staten. Vanuit waarderingsperspectief vallen twee categorieën in het bijzonder op: Europese energie- en Europese blootstelling aan opkomende markten. Op 10-jaarsbasis bieden deze een rendement van respectievelijk 7% en 8,4%, en dat zijn prima cijfers in het licht van de totale markt die een rendement van gemiddeld slechts 3,5% biedt.
De grote vraag is nu of het hier gaat om zogeheten value traps - een lage waardering die zich niet meer herstelt - en of er een risico is dat het rendement bij economische tegenwind terugvalt naar het marktgemiddelde.
Daarom is een veiligheidsmarge wenselijk is, en wij denken dat die momenteel ook beschikbaar is. Bijvoorbeeld, het dividendrendement van Europese energie-aandelen is op dit moment gemiddeld 6,4%. Dat is aanzienlijk hoger dan het 20-jaars gemiddelde van 3,8%. Zelfs de opkomende markten exposure van Europa, die niet bekendstaat om zijn sterke dividendprofiel, biedt nu 3,9% terwijl het 20-jarig gemiddelde 2,4% bedraagt. Dezelfde aantrekkelijke waardering is te vinden bij de winsten, boekwaardes en kasstromen van de genoemde categorieën.
Hoe zit de waardering in elkaar?
Waarderingen blijven de belangrijkste drijfveer achter de portefeuillebeslissingen van Morningstar en de basis voor de selectiecriteria wordt gevormd door een kader van absolute waarde, relatieve waarde, fundamenteel risico en tegendraads sentiment. Dat vereist nauwgezette voortdurende berekeningen omtrent onder meer rendement op het eigen vermogen, de boekwaarde en de winstmarges. Zo proberen we kansen en risico’s op de aandelenmarkten op te sporen.
De meeste markten bieden nog steeds positief rendement op basis van reële waardering, hetgeen ook te verwachten is van een vermogenscategorie die een hoger risico met zich meebrengt.
Ruim de helft heeft zwak rendement
Afgezien van een paar geselecteerde niet gewaardeerde markten blijkt een groot deel van de landen relatief zwakke rendementsprofielen te bieden, waarbij meer dan de helft van het universum een rendement van minder dan 4% biedt over de komende 10 jaar, uitgaande van een waarderingsperspectief. De Verenigde Staten is over het algemeen onaantrekkelijk, want die markt bevindt zich aan de onderkant van de bandbreedte op relatieve basis en biedt slechts een mager rendementsprofiel over de komende 10 jaar. Het Verenigd Koninkrijk en Japan zijn beter in balans.
Opkomende markten zijn over het algemeen aantrekkelijk, waarbij de hoogste op waardering gebaseerde rendementen te vinden zijn in de regio Europa, Midden-Oosten, Afrika (EMEA).
Lees meer:
- De aantrekkelijkst gewaardeerde Europese aandelen in augustus