Morningstar behandelt het onderwerp over de eigenschappen die je niet wil zien in een beleggingsfonds in drie delen. Dit is het laatste deel en staat in het teken van het beleggingsteam. In het eerste deel hebben we de impact van kosten besproken en in het vorige deel besteedden we aandacht aan het fenomeen style-drift. Lees die delen hier terug:
Het belang van het beleggingsteam
De kwaliteit van het beleggingsteam is volgens ons een van de doorslaggevende factoren die een fonds kunnen maken of breken. Uiteindelijk is het namelijk de beheerder van een beleggingsfonds die de filosofie en het beleggingsproces uitstippelt en ook conform die gedachtes en regels de portefeuille construeert. De filosofie en het beleggingsproces kunnen op papier nog zo goed zijn, maar in de handen van een onbekwame beheerder is de kans op een bovengemiddelde prestatie nog steeds gering.
Het is vergelijkbaar met het koken van een sterrendiner: je kunt het recept wel krijgen van een sterrenkok met stapsgewijze uitleg van de te verrichten handelingen om tot dat verfijnde gerecht te komen, maar als je als kok de vaardigheden en vakkennis die hiervoor vereist zijn ontbeert, dan wordt het een lastig verhaal om dat topgerecht dat op basis van het recept gekookt kan worden ook daadwerkelijk op het bord te krijgen. Kortom, de fondsbeheerder is voor een beleggingsfonds wat een kok voor zijn restaurant is: van doorslaggevend belang.
Verschillende soorten teams
Het beheer van een beleggingsfonds kan op veel verschillende manieren worden ingevuld. Sommige fondsen leunen sterk op een kwantitatief model, waardoor de directe inbreng van de beheerder misschien minder sterk is. Aan de andere kant is een model net zo goed als degene die het model bouwt en onderhoudt.
Veel beleggingsfondsen maken gebruik van bedrijfsanalyses om zo na een diepgaande fundamentele analyse tot bepaalde overtuigingen te komen en beleggingsideeën te vinden die in de portefeuille geïmplementeerd kunnen worden. Belangrijk bij de analyse van een beleggingsteam is om een duidelijk beeld te hebben van hoe een team werkt. Is er sprake van een stermanager, een absolute leider die bepalend is voor de uitvoer van het beheer, of is er sprake van een teambenadering, zowel in het onderzoek als in de besluitvorming? Kan een beheerder daarbij profiteren van het werk van andere beheerders of analisten, en zijn deze direct aan de strategie gelieerd of werken die in een algemene analistenpool waardoor ze niet noodzakelijkerwijs met dezelfde bril naar aandelen kijken als de beheerder van het beleggingsfonds?
Daarnaast is de omvang van een team een factor die meespeelt. Kleinere teams kunnen misschien efficiënter werken en makkelijker besluiten nemen, maar grotere teams hebben meer onderzoekscapaciteit. De ideale omvang is lastig aan te geven, maar het is wel belangrijk dat het te volgen universum en de intensiteit van het onderzoek in verhouding staan tot de omvang van het team.
Ervaring is iets anders dan talent en deskundigheid
Bij het beoordelen van een beleggingsteam kijken we altijd naar de ervaring van de teamleden. Beleggen is een ervaringsvak. Iemand die een hele economische cyclus als beheerder heeft meegemaakt is beter in staat om situaties te herkennen en zou hier (theoretisch) een voordeel mee kunnen behalen ten opzichte van iemand die deze ervaring nog niet heeft.
Vooral wanneer de markt tegenzit en de stijl van het fonds impopulair is, kan ervaring een grote rol spelen om bijvoorbeeld de verleiding tot style-drift tegen te gaan. Echter, we gaan wel verder dan simpelweg kijken hoeveel dienstjaren iemand op zijn cv heeft staan. Relevantie van de opgedane ervaring is namelijk net zo belangrijk. Hoe lang is de beheerder al werkzaam op het beleggingsfonds, wat heeft hij hiervoor gedaan en is dat relevant voor zijn huidige functie, geeft die ervaring hem de juiste basis om het beleggingsfonds te beheren? Allemaal belangrijke punten.
Om even terug te komen bij het voorbeeld over het restaurant: wanneer er een vacature is voor een chef-kok in een visrestaurant, dan heb je minder aan een kok die een ster is in het bakken van een malse biefstuk wanneer hij niet bedreven is in het schoonmaken en fileren van een vis.
Ervaring is dus belangrijk, maar uiteindelijk zijn talent en deskundigheid doorslaggevend. Een belegger met meer dienstjaren kan deels teren op zijn opgedane ervaring, maar als hij niet van die vorige situaties heeft geleerd, dan schiet dat ook niet op. Ervaring staat dus niet synoniem aan talent en deskundigheid. Ik ken genoeg ervaren beheerders die al jaren het verschil niet maken voor hun beleggers.
Stabiliteit als signaalfunctie
Een fondshuis wat een goed uitgerust team met de benodigde ervaring, talent en deskundigheid in huis heeft mag zich gelukkig prijzen. De kunst is echter wel om dat team te behouden. We hebben in het verleden vaker gezien dat dit makkelijker gezegd dan gedaan is.
Het vertrek van een beheerder kan voor ons reden zijn om een fonds Under Review te plaatsen. Een natuurlijk verloop in een team is normaal, en kan een team ook weer van nieuwe impulsen en inzichten voorzien. Echter, wanneer er sprake is van een bovengemiddeld of structureel verloop binnen een team, dan is dat zorgelijk. Het kan er namelijk op duiden dat er frictie is binnen een team of fondshuis, wat de sfeer en daarmee de aandacht voor het werk negatief kan beïnvloeden.
Daarnaast is het altijd maar afwachten of de vervangers van dezelfde kwaliteit zijn als de oorspronkelijke teamleden, en of ze goed ingepast kunnen worden in het bestaande team en daarbinnen ook in staat worden gesteld om hun deskundigheid maximaal te benutten voor het fonds.
Nieuwe mensen brengen vaak hun eigen ideeën mee, en hoewel nieuwe inzichten een fonds absoluut beter kunnen maken, is te veel verandering meestal onwenselijk omdat daarmee de beleggingsaanpak en het karakter van een fonds te sterk kunnen veranderen, waardoor een belegger een ander fonds in zijn portefeuille krijgt dan hij eerst had. Kortom, instabiliteit is een waarschuwingssignaal voor beleggers.
Sterrenstatus
Om een beleggingsfonds succesvol te laten zijn, is het team dat het fonds beheert cruciaal. Pas wanneer alles klopt zijn de ingrediënten in huis voor een consistente bovengemiddelde performance. Datzelfde geldt voor de kwaliteit van restaurants. Er zijn maar weinig keukenbrigades die het in zich hebben om een restaurant uit te laten groeien tot een sterrenzaak. Uit cijfers van de Rabobank blijkt dat per eind 2016 er in Nederland 10.520 restaurants waren waarvan 106 zich een sterrenrestaurant mogen noemen. Dat is dus 1% van het totaal.
Nu streeft niet ieder restaurant naar een sterrenstatus, maar het geeft wel aan dat je over een uniek team en concept moet beschikken om dit kwaliteitsstempel te verkrijgen en te behouden. Daarin speelt de kwaliteit van de keukenbrigade een doorslaggevende rol. Er zijn er maar weinig die kunnen voldoen aan de hoge standaard die wordt gesteld voor het krijgen van een Michelin-ster. Ik denk dat hetzelfde geldt voor fondsbeheerders: er zijn maar weinig sterrenmanagers.
Lees meer columns van Jeffrey Schumacher: