'De markt is overgewaardeerd' is een gevleugelde uitspraak bij de huidige stand van de wereldwijde aandelenmarkten. Maar omstandigheden die afwijken van wat we altijd gewend waren, zoals een aanhoudend lage rente en een vergrijzende bevolking, kunnen reden zijn om het kader van de waarderingen te herzien.
Want is de markt wel overgewaardeerd? En hoe bepaal je of dat zo is? Volstaat de traditionele waarderingsmethode nog wel of moet de methode op de schop? Dat vraagt Dan Kemp, Chief Investment Officer van Morningstar Investment Management, zich af in zijn nieuwe strategierapport voor deze maand.
Om te beginnen bekijkt Kemp hoe waarderingen kunnen variëren doorheen de tijd. Hij doet dat aan de hand van drie belangrijke, fundamentele maatstaven: koers/boekwaarde verhouding, koers/omzet verhouding en cyclus-aangepaste koers/winstverhouding. Kemp geeft het gemiddelde van die drie als een percentage van zijn historie. Dit betekent dat een score van 50% de mediaan is, ofwel 'normaal', en dat alles daar onder relatief goedkoper is en alles daarboven relatief duurder.
Deze methode maakt het mogelijk om objectief en herhaald perioden van euforie en angst te laten zien. Extreem optimisme (een score van tegen de 100%) is een duidelijk teken dat risico's toenemen, terwijl ongerechtvaardigd pessimisme (score van tegen de 0%) een mooie koopkans kan impliceren.
Bekijk in onderstaande grafiek de waarderingen van de diverse aandelenmarkten over de afgelopen 10 jaar:
(klik op grafiek voor vergroting)
In de grafiek is duidelijk te zien dat in 2009 en 2012 de waarderingen laag waren op basis van de fundamentele factoren. Ook is te zien dat in 2007 de waarderingen in alle grote aandelenmarkten zeer hoog waren.
Zijn waarderingsmaatstaven nog relevant?
Voor bovenstaande analyse hebben we traditionele, fundamentele factoren gebruikt, maar Kemp stelt de vraag of die nog wel de meest relevante zijn in de huidige, veranderende omstandigheden. Ook gerespecteerde grote beleggers en wetenschappers, zoals Jeremy Grantham van GMO en Robert Shiller van de Universiteit van Yale, stellen de aloude methoden ter discussie.
Neem bijvoorbeeld Shillers voor de cyclus aangepaste koers/winstverhouding. Dat is zijn favoriete maatstaf die het verband laat zien tussen lange termijn (10 jaar) werkelijke winsten en de aandelenkoersen van vandaag de dag. Nu grote technologische veranderingen sterke invloed hebben op de manier waarop we zaken doen met elkaar, vragen sommigen zich af of dat, net als de aanhoudend lage rente, zou kunnen leiden tot hogere waarderingen als een 'nieuw normaal'.
(klik op grafiek voor vergroting)
Hetzelfde geldt voor veel andere waarderingsmaatstaven zoals winstmarges en de koers/boekwaarde. Ze zijn decennialang valide waarderingsmethodes geweest, maar de vraag is volgens Kemp of beleggers de geschiktheid van deze methodes wellicht moeten heroverwegen.
(klik op grafiek voor vergroting)
Ondanks alle veranderingen blijven de aloude methoden op basis van fundamentals zoals lange-termijn omzet, winstgevendheid en dividend van vitaal belang bij waardering, hoewel technologie en rentestand deze fundamentals op zichzelf kunnen beïnvloeden.
Als we dan vasthouden aan de traditionele methoden, dan wijst de eerste grafiek (die we boven toonden) erop dat we na de piek van 2008 opnieuw op weg zijn naar een vergelijkbare hoge waardering. In 2008 markeerde die piek het begin van de financiële crisis. Betekent dat voor nu wederom naderend onheil? Of moeten we toch de waarderingsmethode tegen het licht houden?
Plaatsen we de waarderingsniveaus in historisch perspectief, dan komen we talrijke periodes van euforie tegen, gedreven door economische voorspoed, sterke groei of politieke veranderingen, waarbij beleggers als een ware kudde achter de markt aanlopen, bang als ze zijn om de boot te missen.
Het is verleidelijk om de markt na te jagen, ook laat in de economische cyclus, om nog te proberen te profiteren van eventuele nog hogere waarderingen die in het verschiet lijken te liggen. Maar Kemp is van mening dat serieuze beleggers nooit de fundamentals uit het oog zullen verliezen: factoren zoals omzet, winstgevendheid en dividend blijven de manier om vast te stellen hoeveel je moet betalen voor een belegging. Deze lange-termijn waarderingsgedreven benadering was van toepassing in 1917, is dat ook in 2017 en zal dat in 2117 nog steeds zijn, stelt Kemp.
Verwachte rendementen
Op basis van die logica presenteert Kemp lange-termijn waarderingen in onderstaande grafiek die te verwachten rendementen (in dollars) afzet tegen wat we 'fair' of 'normaal' vinden. Deze waarderingsgedreven benadering omvat factoren als rendement op het eigen vermogen, marges, dividend pay out ratio's en vermogenskosten. We nemen in de weergave ook andere vermogenscategorieën op zoals vastrentende waarden, zodat mede daardoor duidelijk wordt in wat voor uitdagende omstandigehden we tegenwoordig leven.
(klik op grafiek voor vergroting)
Lees meer van Dan Kemp:
- Wat te doen als aandelen en obligaties allebei dalen?
- Beleggingsstijl groei versus waarde: wie wint?
- Terugblik op 10 jaar na uitbreken financiële crisis: Hoe staan we ervoor?