Gordon Ramsay, de 51-jarige Schotse TV-kok, staat er om bekend geen blad voor de mond te nemen wanneer hij in zijn programma Kitchen Nightmares zieltogende restaurants bezoekt in een poging ze nieuw leven in te blazen. Zijn gevloek en getier verdienen weliswaar niet de schoonheidsprijs, maar het niveau van de restaurants die Ramsay bezoekt is in veel gevallen dan ook ronduit dramatisch. Ramsay keurt de kwaliteit van de gerechten, het etablissement en de service en uit luidkeels in niet mis te verstane bewoordingen zijn ongenoegen over wat hij aantreft, vooral wat betreft het eten wat de restaurants serveren.
Wat hem rest is de grote uitdaging om in een week tijd een aanzienlijke maar noodzakelijke ommekeer te bewerkstelligen. Die taak is aan Ramsay wel besteed. Hij treft geen halve maatregelen in een poging om het tij te keren. Maatregelen waarvan fondshuizen ook iets kunnen leren.
Of het nu Leone’s Home Cooking Restaurant in Montclair, New Jersey is, Mama Maria’s in Brooklyn of Finn McCool’s in The Hamptons, de restaurants gaan allemaal gebukt onder een zware depressie wanneer Ramsay ze bezoekt. De problemen die de restaurants parten spelen hebben vaak een gemene deler: een te grote menukaart en een belabberde kwaliteit van de gerechten als gevolg van het serveren van diepvrieseten.
De oplossing die Ramsay biedt is even eenvoudig als doeltreffend. De overweldigende menukaart wordt drastisch verkleind, en de gerechten die worden geserveerd worden alleen vers bereid, dus de vriezer kan uit. De relevantie van dit verhaal met de fondsindustrie lijkt misschien ver te zoeken, maar de problemen van de restaurants die Ramsay bezoekt doen zich in meer of in mindere mate ook voor bij fondshuizen. In dat geval vervangen we de gerechten door beleggingsfondsen en de menukaart door het fondsaanbod.
Ik denk dat wanneer Gordon Ramsay zijn werkveld zou verleggen naar fondshuizen, hij in sommige gevallen net zo verontwaardigd zou zijn als bij de restaurants die hij bezoekt. De grote waaier aan strategieën die sommige fondshuizen aanbieden is net zo overweldigend als een menukaart met meer dan 100 gerechten. De productenrange van sommige fondshuizen is zo groot, dat je je sterk kunt afvragen of een fondshuis nu echt op al die facetten toegevoegde waarde kan bieden. Meestal is dat ook niet het geval. Er zijn vaak enkele strategieën waarin een fondshuis echt uitblinkt en het verschil kan maken, terwijl de rest van de fondsen weinig bijzonder is.
Net als bij een restaurant moet ook een fondshuis waarborgen dat de kwaliteit van de producten goed is om klanten tevreden te houden. Daarvoor moet het fondsaanbod doorlopend kritisch tegen het licht worden gehouden. Voegt een beleggingsfonds echt iets toe en is de kwaliteit van dien aard dat het de sterke concurrentie aankan? Een fondshuis moet niet proberen om alles voor iedereen aan te bieden, maar moet zich focussen op die strategieën waarin het zich van de concurrentie kan onderscheiden. Zowel op het gebied van originaliteit als kwaliteit.
Om daar te komen zal er een rationalisatie van het fondsaanbod moeten plaatsvinden. Moeilijke en soms ook pijnlijke keuzes zijn daarbij onvermijdelijk. Maar een kleinere menukaart met uitsluitend goede gerechten is het recept gebleken voor een aanzienlijke kwaliteitsverbetering van de restaurants die door Ramsay onder handen zijn genomen. Waarom zou zoiets niet werken voor de fondsindustrie?
Lees meer columns van Jeffrey Schumacher:
- Dit zijn de beste fondshuizen volgens Morningstar
- Dit zijn de beste beleggingsfondsen volgens Morningstar