AkzoNobel kondigde deze week de verwachte verkoop van de divisie Specialty Chemicals aan. De overnamesom van 10,1 miljard euro is een goede prijs, gezien de waardering van 8,5 miljard euro die Morningstar eerder aan deze divisie heeft toegekend.
Maar daarmee is het werk nog niet gedaan. AkzoNobel is straks de op twee na grootste speler ter wereld in verf, lakken en coatings, zoals onderstaande taartdiagram laat zien. Het bedrijf moet flink aan de slag met zijn nieuwe kernactiviteit om zijn concurrenten te lijf te gaan.
(klik op illustratie voor vergroting)
Ambitieuze doelen
Het bedrijf heeft zichzelf ambitieuze doelstellingen gesteld voor margegroei en rendementsverbetering in 2020. Die doelen liggen zo hoog ten opzichte van de huidige situatie dat Morningstar-analist Rob Hales betwijfelt of AkzoNobel ze wel gaat halen. De aangekondigde kostenbesparingsprogramma’s zijn veelbelovend, maar de tijdsspanne waarbinnen ze moeten worden uitgevoerd, is erg kort, concludeert de analist in een uitgebreide studie over AkzoNobel.
Want al over twee jaar moet de EBIT-marge omhoog naar 15% ten opzichte van 10,6% per ultimo 2017. En het rendement op geïnvesteerd kapitaal moet omhoog naar ten minste 25% vergeleken met 15% eind 2017. Analist Hales calculeert een EBIT-marge van 13,3% voor 2020 en dat is dus lager dan AkzoNobels eigen doelstelling.
Kostenbesparingen
De verbetering moet komen van kostenbesparingen. Daar is AkzoNobel al onder de vorige CEO Ton Büchner mee begonnen. In de afgelopen drie jaar is de marge al met 220 basispunten gestegen.
Daar komen nog nieuwe programma’s van 110 miljoen euro door een reorganisatie en 200 miljoen euro door stroomlijning van de leveringsketen bovenop die tegen 2020 effect gaan hebben. AkzoNobel zelf ziet de verbetering komen uit de stappen die in deze grafiek worden weergegeven:
(klik op grafiek voor vergroting)
Analist Hales merkt op dat de margeverbetering van de afgelopen jaren deels te danken is aan gunstige externe ontwikkelingen, zoals de daling van de grondstofkosten in 2015-2016, met name de lagere olieprijs. Maar daar profiteerde de hele industrie van en niet alleen AkzoNobel.
Te hoog gegrepen
De nieuwe doelen voor 2020 gaan uit van een verdere verbetering van de EBIT-marge met 440 basispunten ten opzichte van het niveau van eind 2017 en dat lijkt Hales wat te hoog gegrepen. De afgelopen jaren heeft Akzo maar bescheiden voortgang geboekt om de marges van zijn winstgevendere concurrenten te matchen.
Want de winstgevendheid van Akzo’s verfdivisie loopt bijna structureel achter bij die van zijn concurrenten. Sherwin-Williams en PPG, dat vorig jaar een verwoede overnamepoging op Akzo Nobel deed, hebben nu al marges van respectievelijk 15% en 16%.
Ondanks alle maatregelen om het gat naar de concurrentie te dichten, is dat nog niet gelukt. De anderen zitten immers ook niet stil, zo illustreert onderstaande grafiek over de cumulatieve margeverbetering van de grote spelers over de afgelopen vijf jaar:
(klik op grafiek voor vergroting)
Maar is hoop, volgens analist Hales. Hij acht de doelen wel degelijk haalbaar, alleen niet op de korte termijn tot 2020. Dat het bedrijf zichzelf toch zo’n strakke deadline heeft opgelegd, heeft alles te maken met de druk die de aanval van concurrent PPG in 2017 veroorzaakte. Akzo Nobel moest aandeelhouders een goed toekomstperspectief op eigen kracht beloven als alternatief voor het – in ieder geval financieel - aantrekkelijke bod van PPG.
Behalve de margeverbetering door kostenbesparingen en efficiencywinst is Akzo Nobel ook bezig om zijn verfbusiness te laten groeien. Het economisch tij zit mee, dus er zijn groeimogelijkheden. Ook daar laat Morningstar-analist Rob Hales zijn licht over schijnen. Zijn bevindingen kunt u lezen in het tweede artikel over zijn uitgebreide studie naar Akzo Nobel, dat volgende week verschijnt.
Lees meer over AkzoNobel:
- Akzo Nobel praat met Axalta over fusie als defensieve stap
- Beetje scepsis rond AkzoNobel's beloftes, maar actie is positief