Om te beginnen kijken we specifiek naar het verschil tussen omzet en winst om te zien hoe het gesteld is met de winstgevendheid van bedrijven. Onderstaande grafiek toont de winstmarge als resultaat van omzet en winst:
(klik op grafiek voor vergroting)
De grafiek laat duidelijk zien dat de winstmarge een belangrijke maatstaf is voor de fundamentals van bedrijven. Dat is momenteel van belang, omdat de wereldwijde winstmarges zich aan de bovenkant van het langjarig gemiddelde lijken te bevinden.
Sommigen zullen dit als een structurele verandering zien die wordt veroorzaakt door automatisering, maar de data wijzen anders uit. Want de marges zijn niet structureel toegenomen tijdens bijvoorbeeld de techbubbel in 1999.
Winstmarges zijn in de eerste plaats cyclisch van aard en momenteel bevinden we ons op het hoogste niveau sinds de financiële crisis. Om de winsten te laten doorgroeien in het huidige hoge tempo, zou ofwel de omzetgroei drastisch moeten toenemen, ofwel de marges verder opgerekt moeten worden. In theorie zijn beide ontwikkelingen mogelijk, maar historisch perspectief laat zien dat dat niet erg waarschijnlijk is. Om die reden is het dus oppassen met wereldwijde aandelen.
Ontwikkeld versus opkomend
Als we het aandelenlandschap opdelen in ontwikkelde en opkomende markten, dan zien we dat de waarderingen zich verschillend ontwikkelen. Dat is inzichtelijk te maken met behulp van de CAPE-ratio die de huidige waardering afzet tegen de gemiddelde langetermijnwinst. CAPE staat voor cyclically adjusted price-earnings, ofwel voor de cyclus aangepaste koers-winstverhouding, berekend voor een periode van 10 jaar.
(klik op grafiek voor vergroting)
De grafiek maakt direct duidelijk dat ontwikkelde markten veel duurder zijn dan opkomende. Dat geeft aan dat beleggers bereid waren om een premie te betalen voor aandelen in ontwikkelde landen na de financiële crisis, en dat optimisme heeft de waarderingen opgestuwd.
Interessant is om te zien dat opkomende markten in 2016 een ommekeer meemaken en dat hun waarderingen vanaf dat moment ook gaan stijgen, zij het vanaf een lager vertrekpunt. Die divergentie is van belang.
Regio’s
Bekijken we de ontwikkelde regio’s apart, dan wordt duidelijk waar de waarderingen hoog en laag zijn. Onderstaande grafiek toont de te verwachten 10-jaarsrendementen op basis van de waardering. Dat is te lezen als: hoe hoger dat verwachte rendement, hoe lager de waardering. In de grafiek bungelt de Verenigde Staten onderaan, wat impliceert dat er een relatief gering rendement te verwachten is vanwege de hoge waarderingen. Sterker nog, de VS duikt zelfs in negatief terrein in de loop van 2017. Dat impliceert overwaardering van Amerikaanse aandelen.
(klik op grafiek voor vergroting)
Amerikaanse aandelen zijn goed voor 59,5% van mandje aandelen uit ontwikkelde landen en heeft dus grote invloed op de uitkomst voor de ontwikkelde wereld als geheel. Dat is een risico voor marktkapitalisatie-gewogen beleggingen. Tegelijk biedt het ook een kans om de verhouding risico-rendement op een gunstige manier aan te passen door de blootstelling aan Amerikaanse aandelen te beperken ten gunste van andere markten.
Technologiesector
De technologiesector is een van de redenen waarom de Amerikaanse markt zo duur is. Het is al enige tijd een populair deel van de markt bij allocatie vanwege de sterke omzet- en winstgroei van de bedrijven in deze sector.
Het verhaal achter de sector is prima, maar er zijn twee dingen om rekening mee te houden: ook de technologiesector is onderworpen aan de cyclische beweging van de economie en er zit heel veel optimisme ingeprijsd in de huidige aandelenkoersen van de technologiebedrijven. Dat komt tot uitdrukking in de rendement op eigen vermogen (return on equity) ratio, die op het hoogste niveau sinds 1995 staat. Dat is te zien in onderstaande grafiek:
(klik op grafiek voor vergroting)
Die hoge ROE ratio is eerder een zorg dan een aanbeveling, want ook de ROE ratio is onderhevig aan cyclische bewegingen en als die ten negatieve keert, dan kan de sector daar flink last van hebben.
Een voorbeeld van zo’n situatie vinden we bij de Europese telecombedrijven. Hun resultaten begonnen zo’n 10 jaar geleden te stagneren en sinds 6 jaar zijn ze aan het dalen. Het rendement op het eigen vermogen duikelt eveneens omlaag, zo laat onderstaande grafiek heel duidelijk zien:
(klik op grafiek voor vergroting)
Het lijkt de telecombedrijven maar niet te lukken om een ommekeer te bewerkstelligen in hun winstontwikkeling. Maar gegeven de cyclische aard van de markt, zou het op enig moment zomaar weer omhoog kunnen gaan en dan bieden ze uitstekend potentieel. Maar niemand weet wanneer dat omslagpunt komt.
Lees meer van Dan Kemp:
- Amerikaanse staatsobligaties zijn aantrekkelijk gewaardeerd
- Is de bubbel op de aandelenmarkten gebarsten?
- Waardebeleggen is een kwestie van geduld