De Morningstar Rating voor aandelen is gebaseerd op de verhouding tussen de actuele aandelenkoers en de Fair Value die de aandelenanalisten van Morningstar voor het aandeel berekenen. Als de koers duidelijk onder die Fair Value noteert, is er sprake van opwaarts potentieel. Daarbij komt nog een inschatting van het risico dat er aan het aandeel kleeft in de vorm van een Uncertainty factor. Tezamen bepaalt dat het aantal sterren.
Aandelen met 4 of 5 sterren hebben outperformance gerealiseerd, en aandelen met 1 of 2 sterren juist underperformance, blijkt uit een regressie-analyse van alle vijf. Onderstaande grafiek maakt dat duidelijk aan de hand van het cumulatieve rendement bij investering van 1 dollar in de sterren rating premiums:
(klik op grafiek voor vergroting)
Kijken we specifieker naar het gemiddelde totale rendement over de driejaarsperiode na het toekennen van de sterren, dan blijkt dat aandelen met 5 sterren in die driejaarsperiode gemiddeld 12,2% per jaar boekten, en aandelen met 1 ster gemiddeld 9%. Dat toont aan dat de Morningstar Rating een goed hulpmiddel is om aandelen te selecteren die outperformance kunnen genereren.
(klik op grafiek voor vergroting)
Een andere manier om de prestaties in beeld te brengen is een benadering op basis van gelijkgewogen portefeuilles die maandelijks opnieuw opgebouwd worden. Uit die analyse blijkt dat de aandelen met 5 sterren sinds 2001 meestentijds duidelijke outperformance hebben gegenereerd, maar dat een deel daarvan weer verloren is gegaan. Dat komt door de invloed van energie- en grondstofaandelen, die een tijdlang slecht presteerden, waardoor ze een groot deel van de opgebouwde outperformance teniet hebben gedaan.
(klik op grafiek voor vergroting)
Deze grafiek, en ook de eerste grafiek van dit artikel, laten duidelijk zien dat de performance van de aandelen met 5 sterren een piek kent en daarna wegzakt. We gaan dieper in op oorzaak: de energie- en mijnbouw aandelen die in 2014 en 2015 slechter presteerden dan verwacht.
Want in de energiesector ging het anders dan Morningstar had geraamd. Onverwachts beleefde de winning van schalie-olie en –gas in de Verenigde Staten een opleving en dat drukte de olieprijs. Morningstar had juist gerekend op een hogere olieprijs, met dienovereenkomstige resultaten voor energie gerelateerde bedrijven die om die reden 5 sterren kregen. Maar dat pakte anders uit: Morningsatr bleek te optimistisch te zijn geweest over de energie-industrie en veel 5 sterren aandelen maakten de belofte die de Morningstar-analisten er in zagen, niet waar.
Dat geldt ook voor mijnbouwbedrijven. De goudprijs daalde in 2014 en 2015 sterk, wat niet was verwacht, en daardoor presteerden de mijnbouwers ook aanmerkelijk slechter dan geraamd.
De sterk negatieve invloed van de energie- en mijnbouwsectoren wordt eens te meer duidelijk in onderstaande grafiek. Dat is dezelfde als de eerste van dit artikel, maar dan zonder de sectoren energie en grondstoffen.
(klik op grafiek voor vergroting)
De conclusie is dat aandelen met vier en vijf sterren inderdaad outperformance halen. Aandelen met één of twee sterren blijven juist achter. Wel wordt duidelijk dat bepaalde factoren grote invloed kunnen hebben op het rendement van kortere tijdperiodes, zoals de negatieve invloed van energie- en mijnbouwaandelen, die we hierboven hebben toegelicht.
Deze studie betreft de Morningstar Rating, ofwel de sterrenrating voor aandelen. Eerder heeft Morningsatr al een studie gedaan naar de prestaties van de Morningstar Analyst Rating voor beleggingsfondsen, ofwel de medals. Daaruit bleek dat fondsen met de hoogste rating hun predikaat Gold inderdaad waarmaken: ze maken in bijna alle gevallen extra rendement. Over die studie kunt u hier meer lezen:
Lees meer:
- Zo werkt de Morningsatr Rating voor aandelen
- Zo werken de ratings van Morningstar voor beleggingsfondsen