De omslag in het rentebeleid is dit jaar echt zichtbaar geworden. De Amerikaanse centrale bank, de Fed, heeft de rente dit jaar al twee keer verhoogd (in maart en in juni, beide keren met 0,25%) en hintte daarbij op nog twee verhogingen in 2018 en mogelijk drie in 2019.
De Europese Centrale Bank morrelt nog niet aan de rentestand, maar heeft wel aangekondigd om het obligatie-opkoopprogramma te gaan afbouwen. Deze Amerikaanse en Europese acties hebben onmiskenbaar effect op de obligatiemarkt.
Onzekerheid
Daar kwam voor Europa nog bij dat er onzekerheid in de markt was over de Italiaanse banken en de politieke situatie omtrent de vorming van een nieuwe regering. Intussen hielp de aansterkende dollar ten opzichte van de euro obligatiebeleggers die veel dollarexposure hadden.
Onderstaande grafiek toont de yields op 10-jaars staatsobligaties in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de eurozone. De grafieken lopen tot en met 16 juni 2018:
(klik op grafiek voor vergroting)
Ook bij de looptijden zijn er flinke verschillen. Obligaties met een korte of middellange looptijd deden het beter dan die met een lange looptijd, zodat het verschil tussen 5-jaars en 30-jaars obligaties kromp tot 25 basispunten per 30 juni 2018 ten opzichte van 42 basispunten per 31 maart 2018.
Omslag
De omslag in de obligatiemarkt is ook te zien in de Bloomberg Barclays Global Aggregate Bond Index die in het tweede kwartaal 2,78% verloor, waar het in het eerste kwartaal nog een winst van 1,36% boekte.
Al deze bewegingen zorgen voor flinke verschillen in prestaties tussen de diverse obligatiecategorieën. Enkele voorbeelden maken dat duidelijk.
Het M&G Global Macro Bond fonds bijvoorbeeld, dat een Morningstar Analyst Rating van Silver heeft, profiteerde van de blootstelling aan kortlopende en dollarobligaties, zodat het over het tweede kwartaal een rendement van 3,34% boekte.
Anderzijds is er het Invesco Bond fonds, met een Neutral-rating, dat juist blootstelling heeft aan langlopende obligaties en weinig dollargerelateerd papier in portefeuille heeft. Dit fonds boekte daardoor een verlies van 4,03% over het tweede kwartaal.
Risico
Waar Europese beleggers risico’s uit de weg gingen, was het in opkomende markten zo dat risico nemen juist loonde. High yield fondsen met blootstelling aan obligaties van lagere kwaliteit werden beloond voor dat risico. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Bronze-rated fonds Axa WF Global High Yield Bonds dat 0,29% rendement boekte dankzij het relatief grote deel CCC-rated papier in portefeuille. Aan de andere kant leed AB FCP I Global High Yield (ook Bronze) een verlies van 1,83% omdat het een conservatiever beleggingsbeleid hanteert en omdat valuta-effecten tegenwerkten.
De sterke dollar, in combinatie met slecht nieuws over sommige landen, zoals Argentinië en Turkije, had ook negatieve invloed op opkomende-markten-obligaties. Obligatiefondsen in lokale valuta noteerden over het tweede kwartaal fikse verliezen, zoals Pimco GIS Emerging Local Bond, Investec GSF Emerging Markets Local Currency Debt (beide Neutral-rated) en iShares JP Morgan EM Local Government Bond (Silver) die alle drie 11% moesten prijsgeven.
Hard-currency fondsen deden het iets beter, zoals MFS Meridian Emerging Markets Debt (Bronze-rated) dat 3,8% verloor.
Gewaarschuwd
Obligatiebeleggers zijn dus gewaarschuwd. Een omslag in het marktklimaat onder invloed van schuivende macro-factoren kan bepaalde categorieën onderuithalen en andere juist opstuwen. In het huidige, veranderende klimaat moeten obligatiebeleggers bij uitstek selectief zijn en goed hun huiswerk doen bij het maken van hun keuzes op zoek naar rendement.
Deze column verscheen ook op Finanzen.nl
Lees ook eerdere columns: