Voor veel beleggers is rendement het beginpunt en het eindpunt bij beleggen. Fondsen selecteren zij op basis van in het verleden behaalde resultaten. Het rendement dat ze uiteindelijk zelf behalen met die fondsen is het doel. Rendement is ook een onderdeel van het onderzoeksraamwerk dat fondsanalisten van Morningstar hanteren.
Binnen het zogenaamde vijf P raamwerk kijken zij naast People (het beheerteam), Process (het beleggingsproces en de portefeuille), Parent (het fondshuis) en Price (de kosten van het fonds) ook naar Performance (het rendement). Binnen dat onderzoekskader vormt rendement echter eerder het sluitstuk van de fondsanalyse dan het begin.
Kwantitatief
Rendement als selectiemiddel heeft als voordeel dat het kwantitatief waarneembaar is en daarmee lijkt het eenvoudig te vergelijken met andere fondsen of indices. Lijkt, want het gaat voorbij aan een aantal cruciale aspecten die in ogenschouw genomen moet worden. Zo speelt risico ook een rol. Rendement zal dus bij voorkeur op risico-gewogen basis dienen te worden geëvalueerd.
Bovendien gaat het gebruik van alleen rendement als selectiemiddel volledig voorbij aan bijvoorbeeld de stijl van het fonds. Zo zal een high quality fonds minder goed presteren in periodes dat aandelen van mindere kwaliteit de voorkeur van beleggers genieten, ook wel bekend als een crap rally.
Lat ligt hoog
Uiteraard kijken Morningstar’s fondsanalisten naar rendement, in de context van het genomen risico, als onderdeel van hun analyse en daarbij ligt de lat hoog. We zien graag dat een fonds in het verleden categoriegenoten en/of hun benchmark, en bij voorkeur beide, hebben weten te verslaan. Bovendien duidt de Morningstar Analyst Rating van Bronze, Silver en Gold aan welke fondsen dat naar de verwachting van de analisten ook in de toekomst zullen doen. Over een volledige marktcyclus, oftewel op de lange termijn.
Op de korte termijn is rendement immers moeilijk te voorspellen en ook de beste beheerders zullen periodes kennen dat ze minder presteren dan de concurrentie of de benchmark. Het is dan echter zaak om te identificeren waar de oorzaken van de underperformance liggen. En dat is precies de manier waarop rendement haar plek heeft binnen het onderzoeksraamwerk van Morningstar en de reden waarom het eerder het sluitstuk is van het onderzoekstraject.
Rendementspatroon
Nadat een beeld en mening is gevormd over het beheerteam, het beleggingsproces en de portefeuillekarakteristieken, is het historisch rendement én risico buitengewoon in de toetsing of het eerder gevormde beeld in de praktijk ook consistent is uitgevoerd. Het gaat daarbij dus uiteindelijk niet zozeer om de absolute hoogte van het rendement, maar veel meer over het rendementspatroon. Oftewel, heeft het fonds zich in het verleden gedragen zoals op basis van het beheerteam, het proces en de portefeuille verwacht zou mogen worden.
Wanneer dat het geval is, dan geeft dat meer convictie in het beeld en oordeel over het fonds. In die gevallen waar het rendement afweek van het verwachte beeld, is het zaak om dieper te graven om de onderliggende reden(en) bloot te leggen. Heeft de beheerder zijn kunde verloren? Werkt het proces niet meer? Heeft de beheerder dingen gedaan die buiten zijn proces of competenties vallen? Zat de markt gewoon tegen?
Geen ultiem selectiemiddel
Het antwoord op deze en nog veel meer vragen verdiept de kennis over een fonds en zal de mening van de fondsanalist versterken. Daarmee is het rendement veel meer een toetsingsmiddel dan een selectiemiddel geworden. Beleggers doen er daarom goed om af te stappen van de neiging om rendement vooral als ultiem selectiemiddel te gebruiken. Ze kunnen het beter gebruiken als aanleiding om de juiste vragen te stellen voor het beoordelen van een fonds.
Lees ook eerdere columns van Ronald van Genderen:
- Dit zijn drie Europese aandelenfondsen met een waarde-stijl
- Drie wereldwijde aandelen fondsen voor de duurzame belegger
- Outperformance onder actief beheerde vastgoedfondsen is zeldzaam