De rendementen op Europese aandelen blijven doorgaans achter bij die op aandelen wereldwijd. Dat is volgens data van Morningstar het geval over periodes van 10, 5, 3 en zelfs 1 jaar. Ook tijdens de beursrally van afgelopen maand bleven Europese aandelen weer achter bij het wereldwijde gemiddelde.
Dat heeft twee oorzaken: politieke onrust en afnemende groei. Al maanden gaan Europese aandelen gebukt onder politieke onzekerheid. Brexit, de banken en de staatsschuld in Italië, separatistische neigingen in Spanje, burgerprotesten in Frankrijk, steeds is het in weer een ander land onrustig. Onzekerheid is funest voor de aandelenmarkten. Als de politiek niet met antwoorden en oplossingen komt voor dergelijke kwesties, dan keren beleggers zo’n markt de rug toe.
Tweede is de vertraging van de economische groei. De groeiverwachtingen voor Europa zijn al meerdere keren verlaagd, met name de macro-indicatoren voor Europa’s groeimotor, de Duitse economie. De Duitse overheid zelf heeft zijn verwachting voor de BBP-groei in 2019 verlaagd naar 1% ten opzichte van eerder 1,8%. Dat is het laagste niveau sinds 2013.
Het Internationaal Monetair Fonds gaat uit van 1,3% economische groei, waar het in oktober 2018 nog op 1,9% rekende. Ook de belangrijke Ifo-index over het ondernemersklimaat in Duitsland geeft een somber signaal; de index is gedaald naar het laagste punt in drie jaar.
Toonzetting jaarcijferseizoen
Wat Duitsland betreft wordt de export bijzonder geraakt. Als exportkampioen met een economie die zo’n beetje voor de helft op export draait, hakt dat er in. De autoindustrie moet een tandje terug door verminderde vraag vanuit onder meer China. Autobouwer Daimler rapporteerde een 29% lagere winst over 2018 door een dalende vraag naar auto’s enerzijds en door hoge investeringen in elektrisch en autonoom rijden anderzijds. Het concern verlaagde zijn dividend voor het eerst in negen jaar. De chemische industrie had te lijden onder de lage waterstanden in de rivieren, hetgeen bulktransporten hinderde en tot lagere productie heeft geleid.
De meeste beleggers verwachten een verslechtering van de winsten van Europese bedrijven in de komende 12 maanden. Het cijferseizoen is inmiddels losgebarsten en tot dusver passen de bekendgemaakte jaarresultaten aardig in het verwachtingspatroon. Er zijn zelfs minder winstwaarschuwingen te noteren dan over het derde kwartaal van 2018. Dat neemt niet weg dat er nog neerwaartse bijstellingen zouden kunnen volgen. Bovendien zijn bijna alle bedrijven die jaarcijfers rapporteren uiterst voorzichtig over 2019 en daarna.
Stimulansen voor waardecreatie
Moeten we Europese aandelen beschouwen als een value trap? Dus een belegging die goedkoop is, maar die tegelijk stimulansen tot groei en waardecreatie ontbeert. Of is de afprijzing juist een koopmoment voor de belegger die durft?
Beleggers die naar de lange termijn kijken, kunnen een contrair standpunt innemen. Als er zoveel angst en onzekerheid zit ingeprijsd in Europese aandelen, dan is het wellicht een goed moment om in te stappen. Vooral de cyclische sectoren bieden kansen. De Europese banken bijvoorbeeld noteren momenteel tegen een aantrekkelijke koers/Fair Value verhouding. En dat terwijl de maatregelen die de Europese Centrale Bank heeft opgelegd om ze te verstevigen, eindelijk vruchten beginnen af te werpen. Ook de telecom- en de energiesector in Europa zijn beide aantrekkelijk gewaardeerd.
Er is dus al veel negativiteit ingeprijsd in de huidige waardering van Europese aandelen. Tegelijk is de politieke en maatschappelijke onrust rond de grote thema’s als de Brexit en Franse protesten nog lang niet voorbij. Maar de langetermijnbelegger kijkt verder dan het gekrakeel van vandaag. Die kijkt naar het potentieel voor waardecreatie in de toekomst. Dan is een lage waardering juist een goed moment om in te stappen.
Deze column verscheen ook op Finanzen.nl
Lees ook eerdere columns:
- Ook bij groeivertraging past een reële waardering
- Het kan ook té goed gaan; waarom fondssluitingen positief zijn