Beleggingsfondsen 2.6 - Risico en rendement (2)

Wie kan ons vertellen of een alfa van 0,7 goed is? En of een Sharpe-ratio van 1,3 goed is?

Morningstar 17 juni, 2011 | 14:55
Facebook Twitter LinkedIn

Onze vorige les spitste zich toe op twee gangbare maatstaven voor risicogecorrigeerde prestaties: alfa en de Sharpe-ratio. Zoals we al aangaven, hebben beide cijfers een context nodig om betekenisvol te zijn. Wie kan ons vertellen of een alfa van 0,7 goed is? En of een Sharpe-ratio van 1,3 goed is?

Hier komt Morningstars eigen fondsenrating, vaak Star Rating genoemd, van pas. In tegenstelling tot de alfa en de Sharpe-ratio plaatst de Morningstar-fondsenrating gegevens in hun context en werkt hij dus veel intuïtiever. De Morningstar-rating voor een fonds vindt u in de Fondsrapporten van Morningstar.

Wat is de Star Rating?
Laten we alle misverstanden meteen uit de weg ruimen: de Star Rating is een zuiver wiskundige maat die aantoont hoe de rendementen uit het verleden van een fonds de aandeelhouders hebben vergoed voor het risico dat het fonds daarvoor nam. Morningstars fondsanalisten reiken geen star ratings uit en hebben geen persoonlijke/subjectieve inbreng wat deze ratings betreft. Morningstar neemt geen sterren af van fondsen waar wij niet van houden en deelt er evenmin uit wanneer dat wel zo is.

De Morningstar Rating is een maatstaf voor het risicogecorrigeerde rendement van een fonds, in verhouding tot gelijkaardige fondsen. Fondsen krijgen een rating van één tot vijf sterren, waarbij de beste prestaties vijf sterren in ontvangst nemen en de slechtste één (of enkele).

Morningstar schat het risico van een fonds door voor elk fonds een risicoboete te berekenen op basis van de verwachte-nutstheorie (“expected utility theory”), een gebruikelijke methode in de economische analyse. Er wordt van uitgegaan dat beleggers meer bezig zijn met een potentieel slecht resultaat dan met een onverwacht goed resultaat. Die beleggers zijn bereid een klein gedeelte van een belegging op te geven in ruil voor meer zekerheid.

Bekijk dit eenvoudige voorbeeld: een fonds verwachtte een jaarrendement van 10 procent. Beleggers ontvangen waarschijnlijk 10 procent, maar variaties in het fondsrendement uit het verleden laten uitschijnen dat zij mogelijk tussen 5 procent en 15 procent zullen behalen. Hoewel meer dan 10 procent ontvangen een aangename verrassing zou zijn, zouden de meeste beleggers zich eerder zorgen maken over minder dan 10 procent. Daarom zouden ze wellicht bereid zijn een enigszins lager rendement te aanvaarden (zeg maar 9 procent) als ze dan vrijwel zeker zijn dat bedrag te zullen ontvangen. Verwachtte een fonds een jaarrendement van 10 procent maar lieten variaties in de rendementen uit het verleden zien dat het een kleinere vork van 8 procent tot 12 procent betreft, dan zouden beleggers niet bereid zijn zoveel van het verwachte rendement af te staan in ruil voor meer zekerheid.

Dit concept ligt aan de basis van Morningstars risicocorrectie. Een “risicoboete” wordt in mindering gebracht op het totale rendement van elk fonds op basis van de variatie in het rendement van maand tot maand tijdens de ratingperiode en met een klemtoon op neerwaartse variatie. Hoe groter de variatie, hoe groter de boete. Als twee fondsen een identiek rendement opleveren, krijgt het fonds met meer variatie in zijn rendement een grotere risicoboete. Fondsen worden binnen hun categorieën gerangschikt volgens hun risicogecorrigeerde rendement (na het verrekenen van alle distributie- en andere kosten). De 10 procent fondsen met het hoogste risicogecorrigeerde rendement in elke categorie krijgt vijf sterren toebedeeld, het volgende gedeelte van 22,5 procent krijgt vier sterren, het middelste gedeelte van 35 procent krijgt er drie, het volgende gedeelte van 22,5 procent heeft recht op twee sterren, en het onderste gedeelte van 10 procent ontvangt één ster.

Voor fondsen met verschillende aandelenklassen wordt iedere aandelenklasse afzonderlijk beoordeeld en meegeteld als fractie van een fonds van deze grootte, wat tot kleine variaties kan leiden in de distributiepercentages. Door deze verrekening wordt voorkomen dat een enkele portefeuille met verschillende aandelenklassen in een kleinere categorie een dominante positie inneemt binnen een gedeelte van de ratingschaal.

Fondsen worden beoordeeld over maximaal drie periodes: drie, vijf en tien jaar. De ratings worden maandelijks herberekend. Fondsen met een prestatiegeschiedenis van minder dan drie jaar worden niet beoordeeld. Voor fondsen met slechts drie jaar aan prestaties worden de ratings over drie jaar dezelfde als de globale Star Ratings. Voor fondsen met gegevens over vijf jaar vertegenwoordigen de prestaties uit het verleden over vijf jaar 60 procent van hun globale rating, terwijl hun rating over drie jaar 40 procent van de globale rating vertegenwoordigt. Voor fondsen met meer dan een decennium aan prestaties telt de algemene rating voor 50 procent mee voor de rating over tien jaar, voor 30 procent voor de rating over vijf jaar en voor 20 procent voor de rating over drie jaar.

Verandert een fonds van Morningstar-categorie tijdens de evaluatieperiode, dan krijgen zijn prestaties uit het verleden binnen de andere categorie een kleinere weging in de Star Rating van dit fonds, al naargelang van de omvang van de wijziging. (Zo wordt een verandering van een categorie met small-caps naar een categorie met large-caps als significanter beschouwd dan een verandering van mid-caps naar Large-caps.) Op die manier bekomt men de eerlijkste vergelijkingen en wordt beleggingsmaatschappijen stellig ontraden om de stijl van een fonds te wijzigen in een poging om een betere rating te verkrijgen door het fonds naar een andere Morningstar-categorie te verplaatsen.

Voorbehoud
Zoals alle maatstaven die op gegevens uit het verleden gebaseerd zijn, heeft ook de Star Rating beperkingen. Het is van essentieel belang niet uit het oog te verliezen dat de beoordeling geen vooruitkijkend, voorspellend instrument is. De beoordeling zal geen winnaars op korte termijn bekendmaken. De Star Rating wordt het best gebruikt als een eerste screening om te bepalen welke fondsen verder onderzoek verdienen, m.a.w. degene die ten opzichte van hun sectorgenoten goede risicogecorrigeerde prestaties neerzetten.

De “star rating” is een strikt kwantitatieve maat; Een hoge rating impliceert niet de goedkeuring of bevestiging van een fonds door een Morningstar-analist. Daarnaast blijven de ratings bij het fonds horen en niet bij de portefeuillebeheerder, indien zich een beheerwijziging voordoet. De rating van een fonds kan daarom bijna volledig gebaseerd zijn op het succes van een beheerder die niet langer bij het fonds betrokken is.

Aangezien fondsen beoordeeld worden binnen hun respectieve categorieën, is het van belang op te merken dat niet alle fondsen met vijf sterren identiek of onderling verwisselbaar zijn. Een sectorfonds met vijf sterren mag dan bijvoorbeeld het beste risicogecorrigeerde rendement hebben binnen zijn categorie, het gaat waarschijnlijk met veel meer risico gepaard dan een gediversifieerd fonds met een hoge rating.

In plaats van fondsen aan te kopen op basis van hun ratings, zouden beleggers eerst moeten beslissen over een algemene portefeuillestrategie om vervolgens op zoek te gaan naar het beste fonds voor elk gedeelte van de portefeuilles. Gebruik daarom de Star Rating als eerste screening.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Morningstar  

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten