Deze vragen zijn niet altijd even gemakkelijk te beantwoorden, omdat veel fondshuizen tegenwoordig met een soort van ‘boutique-model’ werken. De boutiques krijgen veel vrijheden wat betreft de invulling van hun beleggingsbeleid en zijn vaak ook nog eens op verschillende locaties in de wereld gevestigd. Desalniettemin bepaalt het hoofdkantoor vaak de grotere kaders en is er over het algemeen wel een soort van bedrijfscultuur te ontdekken.
Waar kijken we als fondsanalisten naar als we een fondshuis analyseren? Een aantal zaken, waaronder de eigendomstructuur. Is het fondshuis onderdeel van een groter financieel concern, of is het een zelfstandige organisatie waarbij de beheerders eventueel ook voor een deel eigenaar van het bedrijf zijn? En hoe wordt het fondsenaanbod bepaald? Probeert men elke keer een bepaalde trend (of hype) te volgen en op basis hiervan een nieuw fonds in de markt te zetten, of maakt men bewuste keuzes vanuit eigen (beleggings)-kracht en expertise?
We kijken naar hoe het fondshuis omgaat met talent. Is het in staat de beste mensen aan te trekken en te behouden? Dit is onder ander op te maken uit het verloop van fondsmanagers gedurende de tijd. Hoe is de sfeer in het bedrijf? Hebben mensen plezier in hun werk en worden ze uitgedaagd het beste uit hen zelf te halen? We bekijken en bespreken tevens hoe afhankelijk het huis is van een of meerdere ‘sterbeheerders’ en wat voor achtervang er eventueel is geregeld.
Uiteraard kijken we naar een aantal meer operationele aspecten, hoe men omgaat met regelgeving en of de risicosystemen goed werken. Transparantie, heldere communicatie met beleggers en lage kosten tellen ook zwaar mee in onze beoordeling.
Het wat archaïsche Nederlandse woord rentmeesterschap vat bovenstaande nog het beste samen. Wij geven de voorkeur aan fondshuizen die zich écht bekommeren om het in stand houden en/of laten groeien van het vermogen van hun beleggers. Bij wie de belangen parallel lopen aan die van hun beleggers. Fondshuizen die duidelijke keuzes maken bij wat ze hun klanten aanbieden. Niet zozeer op basis van hypes in de markt, maar op basis van eigen kunnen en bewezen expertise en daarmee toegevoegde waarde bieden.
In een serie columns leg ik uit hoe wij als analisten bij Morningstar fondsen analyseren en uiteindelijk van een kwalitatief waardeoordeel voorzien. Ons oordeel over een beleggingsfonds wordt bepaald door vijf pilaren van de Morningstar Analyst Rating die staan voor: People (beheerteam), Parent (fondshuis), Process (beleggingsproces), Performance (rendement) en Price (kosten). Vorige keer ging ik in op de 'p' van People. Deze week staat de 'p' van Parent ofwel het fondshuis centraal.
Lees ook
Bevlogenheid gezocht!
Een fondsmanager moet een substantieel deel van zijn persoonlijke vermogen in zijn eigen fondsen beleggen. Iets wat bij ons minder in zwang is.
Doe het wel met stijl
De goede fondsmanagers hebben een eigen, onderscheidende stijl. Die is voor een belegger moeiijk te achterhalen, maar is wel van groot belang.
Blijf niet hangen in het verleden
Een belangrijke valkuil waar veel beleggers nogal eens instappen is dat ze een fonds kiezen op basis van de prestaties uit het verleden.
Goedkoop is geen duurkoop
Wat de absolute hoogte van de TER betreft zijn is Morningstar positief gestemd over de opkomst van goedkope indexproducten als ETFs.