Amerikaanse economie: trage export vooral schadelijk voor ondernemingen in S&P 500

Morningstar’s econoom Bob Johnson geeft zijn verwachtingen voor de Amerikaanse economie. Kan de VS gedijen in een wankele wereldeconomie?

Robert Johnson, CFA 16 juli, 2012 | 0:52
Facebook Twitter LinkedIn

  • De VS is minder afhankelijk van export dan nagenoeg elk ander land. Een algemene vertraging van de wereldeconomie zal de Amerikaanse economie dus niet al te drastisch beïnvloeden, ook al zijn S&P 500-bedrijven met een aanzienlijke buitenlandse blootstelling een heel ander verhaal.

 

Wat het laatste jaar betreft, ben ik relatief optimistisch geweest over de Amerikaanse economie. Hoofdzakelijk omdat de Amerikaanse consument in een relatief constant tempo bleef uitgeven. Hoewel een Japanse tsunami, twee pieken in de olieprijs en ongewoon warm weer voor een aantal ups en downs hebben gezorgd in de bredere Amerikaanse economie, bedroeg de onderliggende voor inflatie gecorrigeerde groeiratio een naar mijn inziens teleurstellende maar buitengewoon stabiele 2 procent over de afgelopen twee jaar. 

 

Mijn algemene voorspelling voorziet een voortzetting van deze trend: voor inflatie gecorrigeerde groei van 2 tot 2,5 procent voor zowel 2012 als 2013. Ter info: de Amerikaanse economie heeft sinds 1973 een gemiddelde groei van 2,7 procent laten optekenen. De huidige afwijking van de algemene tendens is daarom geen ramp.

Voor de toekomst verwacht ik dat de Amerikaanse economische groei vooral gevoed zal worden door huisvesting, ook al zetten zowel de export- als de voorraadgroei een vertraging in. Lagere grondstoffenprijzen, inclusief voedingsmiddelen en van aardolie afgeleide producten, zullen de sinds lange tijd getergde Amerikaanse consument ook een aanzienlijke duw in de rug bezorgen. Mijn vooruitzicht is dat de inflatie tegen eind 2012 jaar-op-jaar vertraagt tot aan de ondergrens van een bandbreedte van 2,0 tot 2,5 procent.

 

Bezorgdheid over exportgroei

Een recente en niet aflatende stroom van slecht nieuws uit het buitenland maakt vele economen bezorgd over het Amerikaanse herstel. Een deel van deze bezorgdheid is terecht omdat de export nu veel belangrijker is voor de VS dan op om het even welk ander moment in de afgelopen vijftig jaar (zie tabel links). Bovendien leverde de export in de beginfase van het herstel een grote bijdrage aan de groei van het bbp.

 

Toch ben ik ervan overtuigd dat de bezorgdheid deels misplaatst is. Volgens gegevens uit 2010 is de VS namelijk minder afhankelijk van export dan nagenoeg elk ander land. Bekijken we uitsluitend de 10 grootste economieën, dan merken we dat alleen Brazilië als een percentage van het bbp minder exporteerde dan de VS (zie tabel onder).

De exportkrimp was wel in belangrijke mate verantwoordelijk voor de meest recente recessie 

De exportvertraging was goed voor 40 procent van de daling van het Amerikaanse bbp en speelde dus een rol van betekenis in de meest recente recessie. Toch geloof ik dat de recessie van 2008 en 2009 een speciale situatie was. De sterke terugval vloeide voort uit een falend bankensysteem dat niet voor de nodige financiering van de handelsactiviteiten kon zorgen.

In de economische meltdown van 2008 en 2009 viel de Amerikaanse export, vóór deflatiecorrectie, met ongeveer 20 procent terug (na correctie voor deflatie bedroeg de val een minder draconische 14 procent). De terugval vond grotendeels plaats in het derde en vierde kwartaal van 2008, toen handelsfinanciering bijna niet te verkrijgen was. De sterke terugval hield meer verband met de beschikbaarheid van krediet dan met het gebrek aan belangstelling voor of nood aan Amerikaanse producten. Zodra de kredietcrisis ten einde kwam, veerde de export gelijk weer op.

En hoewel vele waarnemers gewag maken van een recente, door export aangestuurde groei, was een groot deel van dit herstel louter een heropleving na de hevige kredietcrisis. Momenteel is de export goed voor 14 procent van het bbp. Ten opzichte van het aandeel van 13,4 procent in 2008 is dat geen wezenlijk verschil. 

 

Trage export is schadelijker voor de S&P dan voor de Amerikaanse economie

Uit de beschikbare gegevens maak ik op dat een algemene vertraging in de wereldeconomie geen al te zware impact zou hebben op de VS. Een volgende volledige meltdown van het bankensysteem, die niemand volledig kan uitsluiten, zou evenwel een enorme impact kunnen hebben op de Amerikaanse groei. 

S&P 500-bedrijven met aanzienlijke buitenlandse blootstelling zijn dan weer een heel ander verhaal. In juni publiceerde The Wall Street Journal een rapport van S&P waarin buitenlandse handel werd ingedeeld per sector voor de S&P 500. (Zie tabel boven. Vergeet niet dat deze cijfers uitsluitend betrekking hebben op bedrijven die geografische overzichten verschaffen. Tal van bedrijven doen dit niet.)

 

Aandelenkoersen weerspiegelen de tragere wereldeconomie, relatieve rust in de VS

Op basis van de vertragende wereldeconomie en een relatief sterkere Amerikaanse economie is het eigenlijk geen verrassing dat de aandelen van de Amerikaanse industrie met lagere buitenlandse blootstelling, zoals nutsbedrijven, de communicatiesector en de gezondheidszorg, tot de beste presteerders behoorden in het tweede kwartaal. De relatieve kracht die van de VS uitgaat, blijkt ook uit de landengegevens. Amerikaanse indices waren iets meer dan 5 procent gedaald tegen het einde van het tweede kwartaal, terwijl zowel Europese als opkomende-marktenindices voor het kwartaal een daling van 10 tot 15 procent lieten optekenen.


Beleggen in actieve en passieve fondsen (ETFs) met een focus op Amerikaanse aandelen? Zoek de beste, goedkoopste en/of meest renderende fondsen met Morningstar's Fondsscreener. 


Lees dinsdag waarom Bob Johnson de vrees voor een vertraging van de Amerikaans economie overdreven vindt.

 

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Robert Johnson, CFA  Robert Johnson, CFA, is director of economic analysis with Morningstar.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten