Wie alle toekomstprognoses voor welvaartstijging, telecommunicatie en klimaatverandering op een rij zet kan bijna niet anders concluderen dan dat de wereld schreeuwt om meer wegen, elektriciteitscentrales, netwerken en dammen. Opkomende economieën als China, India en Brazilië zijn een belangrijke aandrijver van deze behoefte. Er wordt een enorme, wereldwijde investeringsgolf in wegen, spoorlijnen, havens, luchthavens, energiecentrales, telecomverbindingen en afvalverwerking verwacht. Dat maakt infrastructuur (en nutsbedrijven) tot een interessante beleggingscategorie.
Infrastructuur is wel een sector met een specifiek profiel. Het is sterk gekoppeld aan overheidsuitgaven en –regelgeving. En het gaat vaak om grote uitgaven waarbij de opbrengsten pas jaren later komen. Het is daarom een sector voor beleggers met een langetermijnperspectief.
Eigenschappen
Ondernemingen die zich met infrastructuur bezighouden zijn ruwweg te verdelen in bedrijven die vooraan en achteraan in de keten opereren. Ontwerpers en bouwers van een project tegenover exploitanten en nutsbedrijven die in beeld komen als het project is opgeleverd. Beide groepen hebben hun eigenschappen. Ondernemingen vooraan in de keten zijn conjunctuurgevoeliger maar hebben wel een hogere rendementsprognose. Exploitanten zijn minder gevoelig voor de economische cyclus, maar koppelen dat wel aan een lagere rendementsverwachting. Dat biedt beleggen in infrastructuur een keus in meer en minder risico.
Twee fondsen die, elk op hun manier, uitkwamen bij infrastructuur zijn Pictet High Dividend Selection (geen Morningstar rating) en Robeco Infrastructure Equities (wel Morningstar rating). "Wij zoeken ondernemingen die over de economische cyclus heen een hoger rendement en een lagere volatiliteit laten zien. Bedrijven met een voorspelbare cashflow en een stabiel dividendbeleid en vinden die achteraan in de infrastructuurketen", vertelt Bruno Lippens, fondsmanager van Pictet High Dividend.
Robeco Infrastructure daarentegen richt juist op de voorkant van de keten. Fondsbeheerder Steef Bergakker: "Onze strategie richt zich op de bouwers en ontwerpers van infrastructurele projecten. Die maken direct winst. De uitbaters aan de achterkant van de keten betalen in onze visie eerst de rekening van de projecten voordat er rendement komt."
Dividendgarantie
Het fonds van de Zwitserse bank Pictet & Cie is nieuw in Nederland en claimt het enige hoogdividend infrastructuurfonds te zijn dat een jaarlijks dividend van minimaal vier procent garandeert. Bruno Lippens is één van de vier fondsbeheerders.
Wat garandeert het dividend van vier procent?
Lippens: "Een keiharde garantie kan ook Pictet niet geven, maar wij denken dat een bodem van vier procent haalbaar is met de mogelijkheid tot meer. We beleggen alleen in ondernemingen met een stabiele cashflow en een voorspelbaar dividendbeleid. En beperken ons daarbij tot infrastructuur. We onderscheiden ondernemingen die een geen concurrentie kennen door wet- en regelgeving. Bijvoorbeeld een kerncentrale die een rendement op investering van 10 procent garandeert. Of die weinig concurrentie hebben door de aard van hun activiteiten en daardoor tot een oligopolie behoren. Neem de aanleg van een glasvezelnetwerk wat een hoge investering vergt van een telecommaatschappij en waarvan er maar één wordt aangelegd. Alle bedrijven waarin we beleggen passen in één van deze twee groepen."
Een defensieve benadering met een focus op lage volatiliteit en de lange termijn?
Lippens: "We hanteren een waardestrategie en beleggen niet in typische income stocks met een hogere volatilteit. Daarbij komt dat er bescherming tegen inflatie is. In contracten van exploitanten zitten clausules om tarieven te herzien. Stijgen de prijzen dan stijgen de tarieven, weliswaar met een vertraging."
Het is spelen op zeker?
Lippens: "We gaan met beleggen terug naar de basis. De tijd van abnormale rendementen ligt achter ons. Die werden vooral gedreven door een hoge leverage. Als je beleggingsliteratuur leest uit tijden van een recessie, zoals van Benjamin Graham, dan komt waardebeleggen steeds weer terug als beste garantie voor rendement op lange termijn."
Dit fonds bestaat al vijf jaar in Japan. Waarom komt het nu in West-Europa beschikbaar?
Lippens: "De huidige economische situatie in Europa lijkt op die in Japan een aantal jaar geleden. Vanuit de Japanse markt kwam er vraag naar een beleggingsproduct met een hoog rendement en geen exposure aan de Yen. Want Japanse staatsobligaties leverden bijna niets op en er was onzekerheid over de Yen. Momenteel gaat het rendement op vastrentende producten in Europa richting nul, eurobonds gaan omlaag en er is onzekerheid over de euro. Dat was voor ons het signaal om het fonds in Europa te beginnen."
Waarom zit het fonds overwegend in Amerikaanse, Europese en Britse ondernemingen en niet in bedrijven in opkomende economieën, toch de drijvende kracht achter de groei van infrastructuur?
Lippens: "Ik geef toe dat emerging markets een ondergewicht hebben. Het doel is om van van 9 naar 15 procent te gaan. Het probleem is dat veel bedrijven in de opkomende markten nog niet voldoen aan onze eis van minimaal 3 procent dividendrendement. Bij nutsbedrijven wordt honderd procent van de cashflow geherinvesteerd in de aanleg van netwerken. Telecombedrijven lopen voorop en daar komt langzaam geld beschikbaar voor dividend."
Watertanden
Robeco’s Infrastructure Equities-fonds belegt juist in ondernemingen die zich bezighouden met aanleg en onderhoud van infrastructurele werken en voegt daar ook nog openbare voorzieningen als scholen, ziekenhuizen en gevangenissen aan toe. Het hanteert een groeistrategie en de portefeuille heeft een hogere volatiliteit. Fondsmanager Steef Bergakker vindt infrastructuur aandelen "om van te watertanden".
Wat maakt infrastructuur zo aantrekkelijk om in te beleggen?
Bergakker: "De komende vijf tot tien jaar zie ik een wereldwijde versnelling van investeringen in infrastructuur. En niet alleen in de opkomende markten, maar juist ook in ontwikkelde economieën. Daar is jarenlang te weinig geïnvesteerd in infrastructuur en moet veel worden vervangen. Ook de duurzaamheidstrend en scherpere milieu-eisen zorgen voor investeringen. Er komt een acceleratie van investeringen.
Daarbij zijn aandelen van ondernemingen gerelateerd aan infrastructuur momenteel zeer goedkoop. De recessie heeft de koers gedrukt. En de infrastructurele inhaalslag op ontwikkelde markten is niet ingeprijsd. Die factoren bij elkaar opgeteld maakt het interessant."
Infrastructurele projecten zijn sterk gekoppeld aan overheidsuitgaven. En die overheden gaan juist bezuinigen om hun tekorten weg te werken. Gaat dat de inhaalslag nadelig beïnvloeden?
Bergakker: "Dat er geen geld is voor infrastructuur, bestrijd ik. Het is een kwestie van politieke prioriteit. Overheden kunnen de investeringen niet voor zich uit blijven schuiven. Het zijn grote uitgaven waarvan de opbrengsten pas over jaren worden genoten. Dat is te verkopen als er politieke munt uit is te slaan. Bijvoorbeeld omdat het banen oplevert. Het gaat ook om relatief kleine bedragen. In de Verenigde Staten wordt 1,9 procent van het BBP aan infrastructuur uitgegeven. Overheden hebben ook stimuleringsplannen aangekondigd. Als die daadwerkelijk loskomen geeft dat een boost aan investeringen in infrastructuur."
De fors toegenomen overheidstekorten opent grote mogelijkheden voor pensioenfondsen, verzekeraars en sovereign wealth funds om te investeren in infrastructuur. Tot die conclusie komt onafhankelijk onderzoeksbureau John Howell & Co in zijn rapport Building Infrastructure Into the Portfolio – The Road to Performance and Diversification. Het bureau deed onderzoek naar de infrastructuursector in opdracht van AXA Private Equity. Volgens de onderzoekers zullen overheden aankloppen bij de private sector voor financiering van infrastructurele projecten. Infrastructuur wordt de vierde meest belangrijke investeringscategorie voor institutionele beleggers na aandelen, vastrentende producten en liquide middelen, aldus de marktvorsers.