De Deense natuurkundige Niels Bohr merkte eens treffend op: “Voorspellen is erg moeilijk, vooral als het de toekomst betreft”. Dat geldt helemaal voor de route die fragiele Europese economie gaat afleggen. Veel erkende economen en gerespecteerde instanties hebben eind vorig jaar en begin dit jaar voor hun outlooks hun algoritmen, modellen en kristallen bollen ingezet om aan te geven welke richting de eurozone opgaat. Het is interessant om te kijken waar deze voorspellers het met elkaar eens zijn, maar nog meer waar hun voorspellingen juist het meest van elkaar afwijken. Voor welke landen verwachten ze groei en welke economieën zullen krimpen? Het antwoord op deze vragen geeft een meer genuanceerd begrip van de risico’s die eurozone in 2013 bedreigen.
In onderstaande tabel staat het verwachtte bbp voor de eurozone in 2013 samen met prognoses voor Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk. Dit overzicht is bij lange na niet uitputtend, maar het is wel representatief voor de variëteit aan opinies. De vooruitzichten komen van een groep vooraanstaande publieke en private organisaties waaronder het IMF, Eurostat, de Bundesbank, Moody’s en Fitch.
De kolom ‘Forecast value’ is een gelijk-gewogen gemiddelde van elke voorspelling. ‘Standard Deviation’ is de standaard deviatie of afwijking van het voorspelde bbp ten opzichte van het gemiddelde. De kolommen met de titel ‘Lower 95%’ en ‘Upper 95%’ geven de eindpunten van de interval aan met een overtuiging van 95 procent (wat inhoudt dat van alle gemaakte voorspellingen ruwweg 95 procent binnen deze grenzen zou vallen). Het ‘Number of Observations’ verwijst naar het aantal prognoses dat voor elk land is meegenomen.
De tabel maakt een aantal dingen duidelijk. Ten eerste de enorme onenigheid over waar het met de Italiaanse economie heen gaat, zie de hoogste standaarddeviatie van 0,87 procent. Ten tweede lijkt er een relatief weinig verschil in de opvattingen over de groei van de Duitse en Spaanse economie. Dat de Duitse economie groei laat zien en de Spaanse niet, daar is iedereen het wel over eens. Spanje en Griekenland zullen niet aan een krimp van hun economie ontkomen.
Italië overschaduwd door onzekerheid
Wat zouden die onzekerheden kunnen zijn waaraan Italië het hoofd moet bieden en waarover de voorspellingen zo enorm uiteenlopen? Op moment van schrijven zit Italië in de aanloop naar de verkiezingen en verdeelt de escalerende politieke onzekerheid de meningen over de bbp-voorspellingen wellicht nog meer, aangezien de volgende regering het door de technocraat Mario Monti ingevoerde structurele hervormingsprogramma al dan niet zal terugschroeven.
Maar de electorale onzekerheid is slechts een deel van het probleem, want de vertrouwensindices moeten nog uitwijzen welke richting het uitgaat. Het ondernemersvertrouwen in Italië, zoals gemeten door ISTAT, heeft historisch gezien een gemiddelde van 100,3, maar in december stond de index op 88,9, de negende opeenvolgende maand met een resultaat onder 90. Sommige analisten verwachten dat het ondernemersvertrouwen zich weer in de richting van zijn gemiddelde zal herstellen als het programma voor rechtstreekse monetaire transacties (OMT) van de ECB wordt geactiveerd en de obligatierente nog verder daalt.
De Italiaanse index van het consumentenvertrouwen, ook van ISTAT, wijst op een aanhoudende verzwakking met voor december een resultaat van 90,7. Dat is ver onder zijn historische gemiddelde van 111,5. De meest pessimistische voorspellingen zijn er wellicht van uitgegaan dat het sentiment slechter zal worden, met name als de nieuwe Italiaanse regering het nodig acht om verdere budgettaire bezuinigingen door te voeren als compensatie voor de dalende belastinginkomsten. Een volgende ronde van besparingsmaatregelen zou het probleem alleen maar doen verergeren.
Duitsland houdt relatief goed stand
Dat de vooruitzichten voor de Duitse economie relatief gelijklopen, wijst op de algemene verwachtingen dat Duitsland een relatief sterke concurrentiepositie behoudt in vergelijking met de rest van de eurozone. Terwijl Duitsland eind 2012 wellicht opnieuw in een recessie is terechtgekomen, zou de aanhoudende groei van de export naar zowel het VK als de VS de dalende export naar zijn partners uit de eurozone moeten compenseren.
Bovendien blijft Duitsland een van de weinige landen van de eurozone die een daling in de particuliere consumptie wisten te vermijden, ongetwijfeld door zijn veerkrachtige arbeidsmarkt. De meeste voorspellingen voorzien een lichte toename van de Duitse werkloosheid in 2013, maar omdat de Duitse werkloosheid al in de buurt van zijn historische laagtepunt ligt, zou een bescheiden stijging de consumentenuitgaven weinig schade mogen berokkenen.
ETFs in de aanbieding
Gelukkig is het een stuk minder moeilijk om ETFs te vinden voor blootstelling aan de eurozone dan om het bbp van de regio te voorspellen. Op basis van de algemene verwachting dat de Duitse economie zal groeien, willen sommige beleggers hun positie in Duitse aandelen misschien wel opschroeven. Onder de Duitse aandelen-ETFs is iShares DAX (EXS1) met een beheerd vermogen van EUR 13,5 miljard en een totale kostenratio van 0,16 procent het grootste ETF. Er zijn echter alternatieven te over.
Eén van de grootste alternatieven is het db X-trackers DAX ETF (DBXD), met een beheerd vermogen van EUR 6,7 miljard. Het aanbod van db X-trackers brengt een iets lagere kostenratio van 0,15 procent in rekening.
Voor wie een tegendraadse belegging aandurft, is er het Amundi MSCI Spain ETF (CS1). Momenteel biedt het Amundi MSCI Spain ETF als enige op de London Stock Exchange verhandelde ETF blootstelling aan Spanje. Qua beheerd vermogen is het aanbod van Amundi met slechts EUR 31 miljoen relatief klein. Het rekent een totale kostenratio van 0,25 procent aan, wat betrekkelijk laag is voor vergelijkbare ETFs die blootstelling bieden aan Spanje. Beleggers moeten voorzichtig zijn, want het fonds is zwaar geconcentreerd: circa 80 procent van de portefeuille wordt vertegenwoordigd door de zes grootste constituenten.
Tot slot kunnen beleggers die hun blootstelling aan de eurozone in het algemeen willen verhogen het Lyxor EURO STOXX 50 ETF (MSE) in overweging nemen. Dit ETF kan zeker als kernparticipatie worden gebruikt, omdat het een brede blootstelling biedt aan veel van de grootste bedrijven uit de eurozone. Het fonds brengt een concurrerende totale kostenratio van 0,25 procent in rekening, in lijn met de categorie.
Aangezien de EURO STOXX 50 de meest gebruikte index van Europa is, zijn er talrijke alternatieven van verschillende providers die dezelfde index volgen, evenals naar risico gewogen en gelijk gewogen versies van de index. Het goedkoopste alternatief is het db X-trackers Euro STOXX 50 ETF (XESC), dat een onklopbare totale kostenratio van 0,00 procent in rekening brengt. Er zijn wel enkele extra kosten die niet in de kostenratio zijn opgenomen en die mogelijk door ETF-houders moeten worden betaald (bijvoorbeeld swap spreads, bied-laat spreads en transactieprovisies).
Lees ook de volgende analyses van ETFs op Europese aandelen:
db x-trackers Euro STOXX 50 ETF 1C
Als kernbestanddeel voor een portefeuille is het db x-trackers EURO STOXX 50 ETF een gepaste keuze. Het biedt een brede blootstelling aan de grootste bedrijven in de eurozone
ETF iShares EURO STOXX (DE) (EUR)
iShares EURO STOXX is geschikt als bouwsteen voor de kern van een beleggingsportefeuille. Het biedt een brede blootstelling aan aandelen van ondernemingen in de eurozone.
Source EURO STOXX 50 ETF (EUR)
Een ETF dat geschikt is als kernpositie in een portefeuille. Het biedt een brede blootstelling aan vele van de grootste ondernemingen in de eurozone.