Ja hoor, daar was hij weer. De “uitverkoop van Nederland” als argument tegen de voorgenomen overname van KPN door América Móvil van de Mexicaanse ondernemer Carlos Slim. Niet verwonderlijk, want het wordt altijd genoemd als een onderneming van naam in buitenlandse handen dreigt te vallen. En met het huidige negatieve economische sentiment niet verrassend. De Nederlander sombert met weinig vertrouwen in de economie en daadkracht van de regering om de crisis op te lossen. En dan dreigen ‘we’ ook nog ‘ons’ KPN kwijt te raken.
Er wordt zelfs opgeroepen om de overname van KPN te blokkeren door de overheid. Onder meer Willem Vermeend is een warm pleitbezorger om KPN uit handen van Slim te houden. Ik ga niet op al de argumenten van de huidige ondernemer en oud-staatssecretaris van Financiën en –Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in, maar de meeste kun je eenvoudig omdraaien. Wat Vermeend aan kwalijkheden op buitenlandse ondernemingen en overnames projecteert gaat evengoed op voor Nederlandse ondernemingen en hun acquisities over de grens.
Vermeend stelt, dat buitenlandse eigenaren in tijden van economische crisis nog meer naar financieel eigenbelang kijken en niet naar de belangen van de onderneming, werknemers en maatschappij. Saneren doen ze het liefst niet in het eigen thuisland, maar ver van hun bed. Zou deze praktijk niet opgaan voor Nederlandse ondernemingen die in het buitenland actief zijn? Ik denk het niet.
Vermeend zet Slim neer als iemand die geen filantroop is, maar een superrijke zakenman die langs welke weg dan ook fors aan zijn overname van KPN wil verdienen. Hij schetst een doemscenario van bedrijfsresultaten opkrikken, het afsplitsen en wegsnijden van onvoldoende rendabele onderdelen. Dat gaat ons volgens Vermeend zeker werkgelegenheid en technologische innovaties kosten. Ik zie echter niets veranderen. Ik herinner me van KPN de laatste jaren weinig baanbrekende innovaties maar wel de nodige aankondigingen van forse ontslagrondes.
En verder: dit is toch gewoon het managen van een onderneming?! Als de genoemde praktijken al kwalijk zijn, dan maken Nederlandse ondernemingen zich daar in het buitenland ook schuldig aan. Die stellen zich ook niet op als filantroop.
Vermeend lijkt er ook problemen mee te hebben dat het een Mexicaan is die KPN overneemt. Dat is een kwestie van wennen: ondernemingen uit opkomende economieën als Mexico zullen zich vaker op overnamepad in Europa gaan begeven. Maar ook dit gaat twee kanten op. Mexico wil zijn energiemarkt vrijgeven en het monopolie van staatsolie- en gasbedrijf Pemex opheffen. En wie staat er vooraan om toegang te krijgen tot één van de grootste onontgonnen olievoorraden in de wereld? Juist, Shell. En wat zullen ‘we’ het fantastisch vinden als Shell zijn productie, reserves en winst weet te verhogen met Mexicaans olie en gas. Overigens zijn veel Mexicanen tegen, omdat ze Pemex als nationale identiteit beschouwen. Niets menselijks is de Mexicanen vreemd. En er zal vast ook een Mexicaanse Willem Vermeend zijn die opstaat. Maar het zijn geen valide tegenargumenten.
Ander voorbeeld: Heineken kreeg alle lof toen het drie jaar geleden Femsa overnam, de tweede grootste bierbrouwer van Mexico. Hiermee maakte de Nederlandse bierbrouwer zich minder afhankelijk van de stagnerende Europese biermarkt en kreeg het met Mexico toegang tot een belangrijke groeimarkt. Alleen maar goed. Net zoals Slim nu groeimogelijkheden voor zijn telecomonderneming zoekt in Europa.
Een ander belangrijk argument is volgens Vermeend dat voorkomen moet worden dat vitale infrastructuur zoals telefoonkabels, glasvezelnetwerken en zendmasten in handen komt van buitenlandse partijen. Maar KPN heeft niet het enige netwerk in Nederland en hier komt ook de overheid om de hoek kijken. Die privatiseerde KPN in 1994 en vond de telecomonderneming niet vitaal genoeg om er zeggenschap over te blijven houden. De staat kan en moet zich nu dan ook niet de verkoop bemoeien en kan indien nodig wel met wet- en regelgeving de telecommarkt reguleren. Daarbij komt nog dat de telecommarkt een belangrijke melkkoe is geworden voor de overheid. Zie de veilingen van frequenties voor mobiele telefonie en dataverkeer die miljarden opleveren.
Als KPN in handen komt van América Móvil dan is dat de consequentie van de vrije markt. De vraag moet worden gesteld: hoe heeft het zo ver kunnen komen? Het antwoord is dat KPN door falend management de overname over zichzelf heeft afgeroepen. De overname van Getronics werd een ramp en kenmerkt zich alleen door afschrijvingen en de telco heeft onder meer te laat ingespeeld op veranderend communicatiegedrag bij consumenten. De onderneming was jarenlang een lieveling van beleggers vanwege zijn dividend en aandeleninkoop, maar dat geld had –achteraf gezien- beter geïnvesteerd kunnen worden. Nu moet KPN zich diep in de schulden steken om een 4G-licentie te kopen.
Uit arren moede besluit KPN-topman Eelco Blok om zijn Duitse kroonjuweel E-Plus te verkopen. Hiermee wordt KPN nog afhankelijker van de problematische Nederlandse thuismarkt terwijl het juist de buitenlandse divisies in Duitsland en België (Base) zijn die voor groei zorgen. Een uitzichtloze strategie van Blok. Het is een eindspel voor KPN.
In de hele discussie over KPN mis ik tot nu toe het belangrijkste partij: de aandeelhouders. Die zitten in een achtbaan. KPN is gestopt met het terugkopen van aandelen en het dividend is zeker tot en met 2014 geschrapt. Om zijn balans te versterken en schuldpositie af te bouwen kwam de onderneming eerder dit jaar met een claimemissie. De koers van het aandeel KPN bereikte in de afgelopen 10 jaar eind oktober 2007 zijn hoogste punt met EUR 13,02. Na februari 2011 zette de vrije val zich in en ging het aandeel van EUR 12,02 naar EUR 2,29. De aandeelhouders hebben een enorme koersval en verwatering op hun bord gekregen, die door KPN nauwelijks nog kan worden goed gemaakt.
KPN moet nu dan ook wat terug doen voor zijn aandeelhouders en zich tot het uiterste inzetten om voor hen een zo hoog mogelijk bod van Slim te bewerkstelligen.