In het kort
- Er is een aanhoudende tendens van meer breedte dan diepte onder de high-conviction en new-money aankopen. Er waren in het tweede kwartaal relatief weinig koopjes in de markt. Zo werden de door Morningstar gevolgde aandelen in het grootste deel van de eerste zeven maanden van 2013 verhandeld tegen meer dan 100 procent van hun fair value of reële waarde (volgens een naar marktkapitalisatie gewogen gemiddelde). Het gebrek aan diepte dat we tot nu toe hebben opgemerkt in zowel de high-conviction als new-money aankopen verbaast ons dus niet sterk.
- High-conviction aankopen zijn gericht op technologie- en energieaandelen. In het tweede kwartaal zagen we voor het eerst in lange tijd hoe alle tien aandelen in de top 10 van high-conviction aankopen door twee of meer van de Utlimate Stock-Pickers werden aangekocht. In de lijst van high-conviction aankopen vinden we vier technologieaandelen, Apple, Oracle, Intel en Accenture. Apple is bovendien het onderwerp van een significante new-money aankoop door een van de topfondsbeheerder.
- Een nipte tweede na technologie was de energiesector met drie verschillende bedrijven: National Oilwell Varco, Devon Energy en Apache, die met een hoger overtuigingsniveau door twee of meer van de topbeheerders zijn aangekocht.
- New-money aankopen met spreiding over verschillende sectoren. Terwijl drie energieaandelen aan de top 10 van new-money aankopen werden toegevoegd (Suncor Energy was het derde), was de sector van de cyclische consumentengoederen de enige andere sector met verschillende vertegenwoordigers: General Motors en Coach. We merkten ook een onderneming op met een van de kleinste marktkapitalisaties die we ooit zagen opduiken in één van deze lijsten: Herman Miller werd tijdens de onderzochte periode aangekocht door twee van onze topbeheerders.
- Directe verkopen komen weer op gang in 2013. Op basis van onze beschikbare gegevens over het eerste kwartaal vonden er tijdens de onderzochte periode meer directe verkopen plaats dan normaal. Dat is een gevolg van de op waarde gebaseerde methodes waar veel van de topbeheerders aan vasthouden, waardoor ze ook geen wroeging krijgen bij het elimineren van posities die hun geschatte reële waarde (fair value) hebben bereikt. Ook is het opmerkelijk dat vijf verschillende effecten (Dell, Apple, Walter Energy, Ensco en J.C. Penney), door minstens twee van onze topbeheerders rechtstreeks werden verkocht tijdens de recentste periode.
Aanhoudende tendens: meer breedte dan diepte onder high-conviction en new-money aankopen
Na het noteren van een winst van meer dan 10 procent in het eerste kwartaal kregen de Amerikaanse aandelenmarkten in het tweede kwartaal een opdoffer te verwerken. Fed-voorzitter Ben Bernanke liet doorschemeren dat de overheid haar obligatie-inkoopprogramma al aan het eind van dit jaar wil gaan terugschroeven. Dat stuurde de rentevoeten de hoogte in, bracht de obligatiemarkt aan het tollen en liet het rendement van de S&P 500 TR Index voor het tweede kwartaal dalen tot minder dan 3 procent (met in april en mei een winst van 2 procent). Ofschoon de benchmark in juli sterk herstelde met een stijging van meer dan 5 procent, blijven beleggers enigszins zenuwachtig wat wordt geïllustreerd door het volatiele verloop van de index.
Tegen deze achtergrond namen de Ultimate Stock-Picker hun aankoop- en verkoopbeslissingen. Aangezien meer dan drievierde van deze ultieme aandelenbeleggers hun participaties voor het tweede kwartaal bekend heeft gemaakt (en in sommige gevallen tot eind juli), hebben wij hun handelsactiviteiten al onder de loep genomen om een voorlopig beeld te krijgen van hoe zij hun geld aan het werk hebben gezet in een voor actieve fondsbeheerders moeilijke omgeving (zie ook het kader 'Meer over de Ultimate Stock-Pickers' onderaan dit artikel.
Wanneer we naar de aankopen van de topfondsmanagers kijken, zoomen we meestal in op zowel 'high-conviction' als 'new-money' aankopen. We omschrijven high-conviction aankopen als gevallen waarin de beheerders hun bestaande belegging in een onderneming/aandeel behoorlijk vergroten vanuit een flinke overtuiging. Of significant beleggen in aandelen die zich aan het einde van het voorafgaande kwartaal nog niet in hun portefeuille bevonden (een nieuwe positie aan hun beleggingsportefeuille toevoegen, ook wel new money aankopen genoemd).
We hebben bijzondere aandacht voor de impact van deze transacties op de totale portefeuille. Wij zijn ervan overtuigd dat new-money aankopen zeer waardevolle inzichten opleveren in wat volgens de Ultimate Stock-Pickers de meest aantrekkelijke aandelen zijn. Portefeuillebeheerders zetten geld namelijk alleen aan het werk in nieuwe namen indien hun aankoopbeslissing met een hoog overtuigingsniveau gepaard gaat. We gaan er daarvoor vanuit dat het voor fondsbeheerders eenvoudiger is om geld aan het werk te zetten in participaties waarmee ze al vertrouwd zijn, dan om in te zetten op een aandeel dat volstrekt nieuw is in hun portfeuille(s).
Kijken we naar al deze verschillende aandelenaankopen, dan loont het echter om in gedachten te houden dat de beslissing om deze effecten aan te kopen tijdens een eerdere periode werd genomen. Dit betekent, dat de Utlimate Stock-Pickers aandelen hebben gekocht tegen een koers die wellicht verschilt van het huidige handelsniveau. Dat onderstreept nogmaals het belang voor beleggers om de huidige aantrekkelijkheid van potentiële effectenaankopen te beoordelen op basis van een aantal maatstaven die het onderzoek van Morningstar's aandelenanalisten regelmatig oplevert. De Morningstar Rating (voor aandelen) en de ratio koers/fair value zijn goede voorbeelden.
Dat is belangrijk, en dan met name in het huidige klimaat, waarin de S&P 500 TR Index over 2013 gestaag stijgt en na de afsluiting van het tweede kwartaal recordniveaus bereikte. Terwijl veel van de topbeheerders openhartiger zijn geworden over de moeilijkheden waarmee zij (en alle beleggers met hen) momenteel geconfronteerd worden, heeft Pat English van FMI Large Cap een interessante vergelijking gemaakt tussen de markt van vandaag en die van de late jaren 1990 (die voor altijd in het collectieve geheugen staan gegrift via opmerkingen van toenmalig Fed-voorzitter Alan Greenspan over 'irrationele overdaad'):
Vandaag is het erg moeilijk om aandelen te vinden die verdedigbare bedrijfsfranchises en sterke balansen bezitten, en daarnaast tegen aantrekkelijke waarderingen worden verhandeld. In de late jaren 1990 beperkte de meeste overdaad zich ondanks extreme waarderingen op de aandelenmarkten tot een klein aantal sectoren. Het was niet moeilijk om een gediversifieerde portefeuille samen te stellen met kwalitatief hoogstaande bedrijven tegen redelijke prijzen. Ook in het midden van het laatste decennium was het relatief eenvoudig om aandelen in verband met de woningmarkt of complexe financiële ondernemingen met grote belangen in derivaten te vermijden.
Vandaag is dat niet zo. Overwaardering tiert welig. Er zijn vandaag nog veel meer overgewaardeerde aandelen dan in de late jaren 1990. Alleen blijkt dit niet uit de achterliggende cijfers van marktgewogen indices. In de late jaren 1990 lieten hoog gewaardeerde mega-caps zoals AOL, Dell en Cisco de markten er duurder uitzien dan de mediaan van de multiple aangaf. Vandaag ligt de mediaan multiple (verhouding tussen mediane huizenprijzen en het mediane jaarlijkse besteedbare inkomen) hoger dan in 1999, een periode die vaak als de duurste ooit wordt beschouwd.
Hoewel de aandelenanalisten van Morningstar zeker zouden beamen dat waarderingen er veel minder aantrekkelijk op zijn geworden in het afgelopen jaar, zijn ze lang niet zo pessimistisch over het huidige handelsklimaat. Zij vinden de markt momenteel slechts bescheiden overgewaardeerd, waarbij het door Morningstar gevolgde aandelenuniversum gedurende het grootste deel van 2013 tot en met eind juli net boven de schattingen van de fair value van onze analisten wordt verhandeld, met een kleinere overwaardering dan op vele momenten voor de financiële crisis van 2008-2009 het geval was (zie onderstaande tabel, op klikken voor vergroting).
Reële marktwaarde op basis van Morningstar's ramingen van de reële waarde voor afzonderlijke aandelen
Hoewel er veel directe verkopen plaatsvonden tijdens het tweede kwartaal (wat dit jaar iets regelmatiger gebeurt omdat vele onder de Ultimate Stock-Pickers die op waarde gebaseerde methodologieën volgen, posities elimineren die hun schatting van de fair value of reële waarde hebben bereikt), suggereert de aankoopactiviteit van de topaandelenbeleggers dat zij de jacht op ondergewaardeerde bedrijven globaal genomen nog niet hebben opgegeven. Nu zeven van de 10 toppers onder de high-conviction aankopen op onze radar zich tot nu toe in deze periode nog steeds een Morningstar Rating van 4 sterren hebben, lijken er in de markten nog altijd ondergewaardeerde segmenten te bestaan.
Bekijken we bovenstaande lijst van naderbij (op klikken voor vergroting), dan zien we dat National Oilwell Varco één van de vier namen was die in het tweede kwartaal naast General Motors, Wells Fargo en Devon Energy bij drie van de topbeheerders in de belangstelling stonden. Wat National Oilwell Varco echter van de rest onderscheidt, was het feit dat drie verschillende beheerders, Oakmark, Oakmark Equity & Income en Parnassus Equity Income, nieuwe posities introduceerden in de naam. In zijn kwartaalbericht aan de aandeelhouders zette Bill Nygren van Oakmark uiteen waarom National Oilwell Varco moest worden aangekocht:
National Oilwell is een van 's werelds grootste aanbieders van materieel voor olie- en gasexploratie. De uitrusting voor boorinstallaties is goed voor ongeveer de helft van de omzet, terwijl de andere helft een divers gamma van pijpen, pompen, instrumenten, hulpstoffen en distributieactiviteiten betreft. Vorig jaar bereikte het aandeel USD 90, of 14 maal de winst plus afschrijving. De winst voor het eerste semester van dit jaar zal naar verwachting ongeveer 5 procent lager liggen, voornamelijk vanwege afgenomen boringen als gevolg van lagere aardgasprijzen.
Ondanks de relatief kleine terugval in de winst viel het aandeel in het afgelopen kwartaal met 30 procent terug tot een dieptepunt van USD 63. Wij verwachten dat de winstcijfers later dit jaar aan een herstel beginnen en volgend jaar zien we uitgroeien tot het meest rendabele in de geschiedenis van het bedrijf. Winstgroei moet geleid worden door een herstelbeweging in het wereldwijde aantal landboorinstallaties, aanhoudende sterke orders voor diepzee-uitrusting en de voordelen die uit verschillende belangrijke overnames voortvloeien.
Hoewel het aandeel National Oilwell zich enigszins heeft herpakt, wordt het nog altijd verhandeld tegen 10 maal de geraamde winst voor 2014 plus afschrijving. Aangezien National Oilwell meer dan 50 procent van de markt voor diepzeemateriaal in handen heeft en gezien de zeer hoge rendementen van het bedrijf op materiële activa, vinden wij de huidige waardering aantrekkelijk.
Morningstar-analist Stephen Ellis is het met de beoordeling van Nygren eens. Hij gelooft dat National Oilwell Varco's sterke concurrentiepositie (wide moat) en de dominante positie in uitrusting voor boorinstallaties solide zijn, terwijl hij de vlottende, productie-, opslag- en buitenlandse ambities al even haalbaar en lucratief vindt. Volgens hem zijn een aanhoudende verschuiving naar gevraagde vervangingsuitrusting voor zelfheffende platformen en landinstallaties, aftermarket initiatieven voor uitbreiding en uitrusting van drijvende productie-, opslag- en verlaadplatformen (FPSO) en toekomstige overnameactiviteiten aantrekkelijke drijvende krachten voor de groei en winstgevendheid.
De onderneming blijft sterk gepositioneerd om de economic rents (surpluswinst) te plukken. Ellis is zich er wel van bewust dat National Oilwell Varco in het voorbije jaar in toenemende mate heeft geworsteld met zijn productie-inspanningen, ook al bleef de concurrentiepositie stevig overeind. Globaal genomen krijgen de twee helften van de bedrijfsactiviteit, Noord-Amerika en buitenland, met sterk uiteenlopende vraagniveaus te maken, wat de onderneming een lager dan optimale kostenpositie oplevert.
Ellis noteert dat National Oilwell Varco een herstelplan heeft opgesteld om de rentabiliteit- en operationele kwesties in het segment platformtechnologie recht te zetten. De inspanningen omvatten aanvullende training, kostenbesparing in de aanvoerketen, verhogen van prijzen en meer assertiviteit bij contractvoorwaarden zoals bezorgschema's en kostprijsberekening.
De analist gelooft dat deze zelfhulpinitiatieven in combinatie met een langzaam herstellende Noord-Amerikaanse markt en nog altijd solide buitenlandse vraag moeten leiden tot een aanzienlijk verbeterd National Oilwell Varco in 2014. Terwijl het aandeel in het tweede kwartaal werd verhandeld binnen een bandbreedte van ongeveer USD 64 tot USD 70, wordt het momenteel verhandeld tegen ongeveer USD 73. Beleggers die het aandeel nu aankopen, zouden dus een hogere koers realiseren dan de Ultimate Stock-Pickers in het tweede kwartaal.
Naast Berkshire Hathaway waren beide Oakmark-fondsen gedurende het kwartaal kopers van het enige aandeel zonder moat (voorsprong op concurrenten) van de lijst: General Motors. Terwijl Berkshire zijn bestaande participaties in de autobouwer met 60 procent uitbreidde, deden zowel Oakmark als Oakmark Equity & Income aanzienlijke new-money-aankopen in GM. Verzekeraars en autobouwers mogen dan wel weinig gemeen hebben, toch ontdekten wij een aantal overeenkomsten tussen de optimistische inzet op General Motors van Bill Nygren en zijn eerdere belangstelling voor AIG, twee befaamde slachtoffers van de financiële crisis van 2008-2009, die sindsdien een herstel hebben ingezet:
General Motors is de grootste in de VS gevestigde auto- en truckproducent. Een hoge-kostenstructuur en hoge verplichtingen inzake pensioenen en gezondheidszorg voor gepensioneerde werknemers leidden GM in 2009 naar het faillissement. Een geherstructureerd GM (kleiner, efficiënter en ontdaan van de meeste ongedekte buitenbalansverplichtingen) maakte in 2010 zijn herintrede in de publieke aandelenmarkt tegen een koers van USD 33. Ondanks een sterke aandelenmarkt noteerde het aandeel GM eerder dit jaar tegen amper USD 27.
Wij zijn positief over de vooruitzichten voor de autobouwer omdat we geloven dat veel beleggers zich te veel laten leiden door de vraagcycli voor auto's in de VS en in Europa, in plaats van naar de sterke langdurige groei te kijken in de opkomende markten, die nu goed zijn voor meer verkoop dan de VS of Europa. En ondanks de moeilijkheden van GM heeft het bedrijf zeer sterke posities opgebouwd in deze groeiende markten, terwijl de dominante en uiterst rendabele positie in Noord-Amerikaanse pick-ups behouden bleef. Naar onze mening is GM nu een aantrekkelijke belegging geworden omdat het management zich voortaan op het bouwen van auto's en trucks kan richten in plaats van op dienstbetoon aan gepensioneerde werknemers en gezien de aandelenkoers van 8 maal de raming van de winst voor 2014.
Hier weerklinkt deels de gedachtengang van Morningstar-analist David Whiston, die vindt dat de auto's van GM van de beste kwaliteit en ontwerp zijn sinds decennia. En dat de onderneming dankzij de dominante positie als truckbouwer, het meer concurrerende aanbod en de veel beperktere kostenbasis weer winst moet kunnen maken zodra de vraag naar voertuigen opnieuw aantrekt.
Aangezien het aandeel General Motors in het tweede kwartaal werd verhandeld binnen een bandbreedte van USD 28 tot USD 35, en momenteel tegen ongeveer USD 34, is de kans groot dat geïnteresseerde beleggers vandaag een hogere prijs verwezenlijken dan onze topbeheerders. Het aandeel is tegen 66 procent van de raming van de fair value of reële waarde van onze analisten nochtans het goedkoopste op basis van de raming van de koers/fair value van de top 10 van high-conviction aankopen die we tot nu toe dit jaar van onze Ultimate Stock-Pickers te zien kregen.
Kijken we aandachtiger naar de laatste twee namen die met een hoger overtuigingsniveau werden aangekocht door onze topbeheerders, dan zien we dat Wells Fargo in de belangstelling stond bij Columbia Dividend Income, Yacktman en Alleghany. Columbia Dividend Income breidde zijn belang in de bank uit met nagenoeg 40 procent, terwijl Yacktman een aanzienlijke nieuwe positie nam in de naam. Ook al had Alleghany een gevestigde positie in Wells Fargo, toch moet zijn aankoop van 1175 miljoen aandelen (waarmee het totale belang tot 1210 miljoen aandelen werd opgetrokken) volgens ons beschouwd worden als een new-money aankoop.
De beheerders bij Columbia Dividend Income hebben zich laten verleiden door de mogelijkheid om een kwalitatief hoogstaand bedrijf mee te pikken met het oog op verbeterende marktomstandigheden. In hun kwartaalbericht aan de aandeelhouders zeggen ze dat Wells Fargo "toonaangevende rendementen op activa verwezenlijkt in de sector en gericht is op een verbeterende Amerikaanse economie."
Devon Energy is het voorbije jaar dan weer constant aanwezig geweest in de high-conviction aankooplijsten, waardoor het in eerdere artikelen al uitvoerig aan bod kwam. Tijdens het tweede kwartaal breidden Oakmark, Alleghany en Oppenheimer Global stuk voor stuk hun bestaande posities uit.
Bekijken we een aantal andere namen uit de top 10 van high-conviction aankopen, dan treffen we Apple aan. Het aandeel is het laatste jaar consistent aanwezig geweest in de lijsten van topaankopen en die tendens zette zich tijdens de recente periodes voort, omdat twee beheerders (Parnassus Equity Income en Diamond Hill Large Cap Growth) aanzienlijke aankopen deden in Apple. We hebben de moeilijkheden bij het beoordelen van het overtuigingsniveau van de topbeheerders in dit specifieke technologieaandeel met zware weging in de S&P 500 al in eerdere artikelen besproken.
Het belang van Parnassus Equity Income kan door een zeker niveau van overtuiging verklaard worden. Deze new-money aankoop was per eind juli immers goed voor meer dan 4 procent van de aandelenparticipaties van het fonds. Dat gezegd hebbende, zagen we ook hoe twee van onze topbeheerders, Columbia Dividend Income en Aston/Montag & Caldwell Growth, hun posities in Apple volledig elimineerden. Ronald Canakaris, beheerder van Aston/Montag & Caldwell Growth, verklaarde zijn reden om van Apple weg te bewegen in de kwartaalbrief van zijn fonds:
Wij verkochten de positie in Apple nadat het bedrijf resultaten voor het tweede kwartaal bekendmaakte die in lijn van de verwachtingen lagen maar zonder dat er veel uitleg werd verschaft, wat leidde tot negatieve geraamde winstgroei en een ingestort relatief momentum. Achterblijvende verkoopcijfers voor de iPhone 5 en een verschuiving in de mix naar oudere ('legacy') modellen in zowel de ontwikkelde als de opkomende markten zetten de gemiddelde verkoopprijzen en brutomarges voor de iPhone onder druk, terwijl het succes van de iPad Mini hetzelfde effect heeft op de iPad-categorie.
Op langere termijn zijn we bezorgd over de bovenvermelde verschuivingen in de productmix. Deze zouden een blijvende impact kunnen hebben op de brutomarges aangezien de marktverzadiging in het topsegment van de smartphones voor de hand ligt en Apple's gebrek aan productdifferentiatie ten opzichte van eerdere modellen tot een achterblijvende vraag zal leiden.
C.H. Robinson viel ook op tijdens de periode omdat het aandeel werd opgepikt door zowel Parnassus Equity Income als Yacktman tijdens de recentste periode. In zijn uiteenzetting over de belangstelling van het fonds voor C.H. Robinson, dat bijna 5 procent van de aandelenparticipaties van Parnassus Equity Income vertegenwoordigde, vermeldde Todd Ahlsten in zijn kwartaalbrief:
C.H. Robinson was per 30 juni de grootste participatie van het Fonds. Het aandeel zakte dit kwartaal omdat de netto inkomstenmarge van het bedrijf onder de verwachtingen uitkwam. Zwakke marges achtervolgen de onderneming sinds begin 2010, hoofdzakelijk om twee redenen. De eerste reden is dat C.H. Robinson nu meer voorspelbare leveringen verzorgt met lage marges dan expresbezorgingen met hoge marges ten opzichte van hun historische mix. Het matige herstel van de economie na de recessie van 2008-2009 is daar de oorzaak van.
Kort gezegd, bij een matige consumentenvraag hebben retailers niet evenveel expresbezorgingen nodig om de schappen bij te vullen. De tweede reden is dat een aantal grote concurrenten besloten heeft om hun marktaandeel agressief uit te breiden door lagere makelaardijmarges te aanvaarden.
Naar onze mening zullen deze problemen van tijdelijke aard blijken, maar een exacte voorspelling maken van wanneer deze zijn opgelost is onmogelijk. Ook geloven wij dat de aandelenkoers de bezorgdheid over de marge correct weerspiegelt. In de afgelopen twee jaar zakte C.H. Robinson 31 procent onder zijn historisch hoogste piek van USD 81 tot de afsluitkoers voor het kwartaal van USD 56, of één dollar onder onze gemiddelde kost en aanzienlijk onder onze raming van de intrinsieke waarde.
Topmanager Ahlsten is het dus eens met Morningstar-analist Matthew Young, die vermeldt dat C.H. Robinson zijn brutomarge meer dan een jaar voortdurend heeft zien inkrimpen, wat vervolgens de netto inkomstengroei onder druk zette. Wel verwacht hij dat de marges in de komende jaren zullen stabiliseren en denkt hij dat deze specialist in bestellingen per truck met een ruime voorsprong op concurrenten (wide moat) goed gepositioneerd blijft voor gestage consolidatie van derden in de logistieke sector.
Young verwacht dat de onderneming zal kunnen profiteren van een toegenomen marktaandeel en stijgende vraag van grote providers met toegang tot flexibele capaciteit en geavanceerde IT-infrastructuur. Globaal genomen is hij ervan overtuigd dat het aandeel tegen een aantrekkelijke korting wordt verhandeld ten opzichte van zijn raming van de fair value, deels wegens de druk op de brutomarges op korte termijn. C.H. Robinson werd tijdens het tweede kwartaal verhandeld binnen een bandbreedte van ongeveer USD 54 tot USD 62 per aandeel en momenteel tegen om en nabij USD 56. Beleggers die het aandeel vandaag in overweging nemen, zouden een koers verwezenlijken die in lijn is met de koers die de topbeheerders tijdens het tweede kwartaal betaalden, of die zelfs enigszins lager ligt.
Er was in het tweede kwartaal weinig overlap tussen de top 10 van high-conviction aankopen en de aandelen in de top 10 van new-money aankopen (zie bovenstaande tabel, op klikken voor vegroting). Uitsluitend National Oilwell Varco, General Motors, Apple en Apache bemachtigden een plaatsje in beide lijsten. De toevoeging van Herman Miller, aangekocht door zowel Oakmark Equity & Income als Hartford Capital Appreciation, is wellicht de grootste verrassing omdat een onderneming met een dermate kleine marktkapitalisatie het zelden tot topparticipatie, topaankoop of topverkoop schopt in onze lijsten.
Het waren voor beide fondsen relatief kleine posities. Herman Miller was goed voor minder dan 0,2 procent van elke fondsportefeuille. In zijn commentaar op de aankoop van het aandeel Herman Miller voor Oakmark Equity & Income in de kwartaalbrief aan aandeelhouders vermeldde Clyde McGregor het volgende :
Herman Miller is één van de grootste producenten van kantoor- en onderwijsmeubilair ter wereld, misschien nog het best gekend als de fabrikant van de iconische Eames lounge chair en de Aeron desk chair. Herman Miller is een kwalitatief hoogstaand bedrijf dat in normale tijden indrukwekkende rendementen op kapitaal genereert, geholpen door zijn assemblagemodel met minimale activa en een incentives programma op basis van rendementen. Maar met ruwweg de helft van de verkoop afkomstig van 'project'-activiteiten (nieuwe kantoorgebouwen, verhuizingen en grootschalige herinrichtingen) is het bedrijf uiterst cyclisch. Dat is goed te zien in de verkoopdaling van piek tot dal van 34 procent die in de boekjaren 2007 tot en met 2009 plaatsvond.
Hoewel de verkoop aan een wederopleving begonnen is, blijven de uitgaven aan kantoormeubilair doorgaans achter bij brede economische tendensen. De sector is dus nog niet volledig hersteld van de recente recessie. Zodra de verkoopcijfers opnieuw de traditionele niveaus bereiken, denken wij dat de inkomstendoelstelling van het management (meer dan 50 procent hoger dan de huidige winst) meteen bereikbaar zal zijn.
Herman Miller werd verhandeld binnen een bandbreedte van ongeveer USD 24 tot USD 29 per aandeel tijdens het tweede kwartaal, en momenteel tegen om en bij USD 27. Beleggers die het aandeel vandaag in beschouwing nemen, zouden dus een prijs verwezenlijken in overeenstemming met de door onze topbeheerders gerealiseerde koers tijdens de recentste periode.
Meer over de Ultimate Stock-Pickers
Ultimate Stock-Pickers is een door Morningstar ontworpen concept met één eenvoudig doel: ons eigen onderzoek naar en waardering van aandelen vergelijken met de opinies van professionele vermogensbeheerders. Waar de aandelenanalisten bij Morningstar het grootste deel van hun tijd wijden aan de zoektocht naar kwaliteitsondernemingen tegen aantrekkelijke waarderingen, zou het van nonchalance getuigen als we niet onder ogen zouden zien dat een hele groep mensen buiten Morningstar druk bezig is met hetzelfde. Waarom zouden we dan niet profiteren van de vruchten van hun werk en, terwijl we daarmee bezig zijn, tal van juweeltjes ontdekken die van tijd tot tijd in ons eigen universum van 5-sterrenaandelen belanden?
Wat alle beheerders van aandelenfondsen vinden is voor ons echter minder interessant dan de mening van de beste en meest toonaangevende aandelenbeleggers. Zodoende houden wij een lijst aan van 26 fondsbeheerders die we de moeite waard vinden om te volgen (zie onderaan dit artikel het Investment Manager Roster wie we tot de Ultimate Stock-Pickers rekenen). Deze - Amerikaanse- fondsbeheers en beleggers hebben hun sporen verdiend en Morningstar bewondert hun visie en rendement. De bekendste onder hen is supperbelegger Warren Buffett.
Nu de meeste beheerders van institutionele beleggingsfondsen verplicht zijn om hun posities op kwartaalbasis te rapporteren aan de Securities and Exchange Commission (SEC), en Morningstar maandelijkse updates ontvangt van veel beheerders van particuliere eleggingsfondsen, kunnen wij een lijst samenstellen van participaties van de 26 topfondsmanagers en belangrijke veranderingen in hun aandelenposities volgen.
Zodra dat achter de rug is, beoordelen wij de relatieve aantrekkelijkheid van elk afzonderlijk aandeel op basis van het aantal fondsen dat het aandeel aanhoudt en kijken we of er al dan niet aan de positie werd toegevoegd. Ook bekijken we het percentage dat elk aandeel vertegenwoordigt in de portefeuilles van iedere beheerder in de lijst, om het overtuigingsniveau voor een bepaald aandeel te bepalen op basis van het bedrag dat ze eraan toegekend hebben.
Hierdoor kunnen wij een lijst van topaankopen en topverkopen samenstellen, die we vervolgens via een controleproef vergelijken met onze eigen aandelenwaarderingen. Zo bepalen we of een aandeel nog steeds verkocht wordt tegen een waardering die aantrekkelijk genoeg is om verder onderzoek te rechtvaardigen. Het doel is om aantrekkelijke beleggingsideeën op te doen. We willen een beeld krijgen van hoe de ultieme aandelenbeleggers hun geld aan het werk zetten om een goed rendement te genereren.
Lees ook de analyse van de volgende aandelen die in dit artikel worden genoemd:
Apple, General Motors (Aanbevolen Aandeel), Intel, Oracle (Aanbevolen Aandeel) en Wells Fargo.
Lees ook eerdere artikelen over de Ultimate Stock-Pickers:
Top 10 aandelenaan- en verkopen van de Ultimate Stock-Pickers
De beste fondsmanagers lopen warm voor Apple na de koersval, maar hoe diep is hun overtuiging? eBay en Diageo gingen in de verkoop.
10 Aandelenbeleggingen met overtuiging door de Ultimate Stock-Pickers
Morningstar's Ultimate Stock-Pickers hebben vol overtuiging bestaande posities uitgebreid en nieuwe aandelen gekocht, maar ook vol overtuiging verkocht. Apple was in trek bij zowel de kopers als verkopers.
Ultimate Stock-Pickers: top 10 aan- en verkopen
De top 10 aankopen van de Ultimate Stock-Pickers wordt gedomineerd door technologie-aandelen. Good old Microsoft is niet alleen een top 10 positie maar werd ook met veel overtuiging gekocht.
10 Nieuwe aandelenbeleggingen van de Ultimate Stock-Pickers
Zowel bij de high conviction als bij new money beleggingen hebben de topaandelenbeleggers de laatste maanden eerder in de breedte dan in de diepte geïnvesteerd. Bank of America en TJ Companies vallen op.