De grondstoffensector kan grofweg in drie blokken worden opgedeeld: basismaterialen zoals koper en zink, bulkgoederen als ijzererts en edelmetalen en agrarische grondstoffen waaronder tarwe, mais en sojabonen. Er zijn voor een belegger diverse mogelijkheden om blootstelling te verkrijgen aan deze grondstoffen. Dat kan op een directe manier door te beleggen in termijncontracten of via een ETF die dat doet. Maar het kan ook indirect door te beleggen in ondernemingen die actief zijn in de grondstoffensector. Wanneer een belegger kiest voor deze indirecte blootstelling aan de grondstoffensector, dan zal het rendement niet 1 op 1 meelopen met de grondstofprijzen. Dit komt, omdat hij niet alleen blootstelling heeft aan de grondstof, maar ook aan de betreffende onderneming.
Binnen de grondstoffensector is er veel aandacht voor edelmetalen en basismaterialen. Edelmetalen – met name goud – worden gezien als veilige havens in moeilijke economische tijden en kunnen tevens als bescherming tegen inflatie dienen. Basismaterialen zijn meer gelieerd aan de economische cyclus en kunnen daardoor zeer volatiel zijn. Dit houdt in, dat de hun koersen hard dalen tijdens recessies, maar snel kunnen herstellen bij een economische opleving. De agrarische grondstoffen staan wat minder in de belangstelling. Deze sector wordt gedreven door langetermijnkatalysatoren zoals een groeiende wereldbevolking en een veranderend consumptiepatroon in opkomende landen, waarbij het beschikbare areaal aan landbouwgrond gelimiteerd is.
Beleggingsfondsen in de Morningstar-categorie ‘aandelen sector agricultuur’ spelen in op deze trends. Sommigen focussen zich daarbij op een specifiek deel van de agrarische waardeketen, bijvoorbeeld kunstmestproducenten, terwijl andere fondsen zich juist diversifiëren over verschillende subsectoren of de hele keten.
Opinie
DWS Invest Global AgriBusiness
DWS Invest Global AgriBusiness is één van onze favoriete fondsen dat actief is in de gehele agrarische sector. Het fonds, onder leiding van Ralf Oberbannscheidt en Oliver Kratz, belegt in kunstmestproducenten, producenten van zaden, toeleveranciers aan de landbouwindustrie, verwerkers en handelaren van agrarische grondstoffen en eigenaren van landbouwgrond. Het proces identificeert op macroniveau een groot aantal factoren die invloed hebben op de sector en gebruikt een robuuste fundamentele analyse voor de aandelenselectie.
De portefeuille wordt gedomineerd door de segmenten defensieve consumptiegoederen, grondstoffen en industrie. Hiertoe behoren ook kunstmestproducenten of toeleveranciers van de landbouwindustrie. Het fonds kijkt echter ook naar verwante segmenten als bosbouw en gespecialiseerde detailhandelaren. Hiermee wordt het thema breder gedefinieerd dan bij veel concurrenten.
Een resultaatvergelijking met de categorie is pas zinnig vanaf 2008, omdat de meeste landbouwfondsen nog niet lang bestaan. Sindsdien presteert het fonds beter dan de concurrenten en de DAXglobal Agribusiness benchmark. In de laatste vier jaar bleef het fonds alleen in 2010 achter bij de categorie, omdat de overweging in defensieve consumptiegoederen slecht uitpakte. Dit is echter het resultaat van de holistische benadering. De jaren daarna toonde het fonds zich weer sterk, vooral door de aandelenselectie.
De op de hele keten gerichte benadering, zowel in de interpretatie van het thema als in de analyse van de relevant top-down en bottom-up factoren, onderscheidt het fonds van de concurrentie, evenals de ervaren fondsbeheerders en de relatief lage kosten. Dat bevestigt onze Analyst Rating ‘Bronze’.
Beheer
Ralf Oberbannscheidt en Oliver Kratz zijn de twee beheerders van DWS Invest Global Agribusiness. Ze hebben veel ervaring als fondsbeheerder en werken al respectievelijk 18 en16 jaar in de beleggingsbranche. Kratz kwam door de overname van Bankers Trust terecht bij DWS, de vermogensbeheertak van Deutsche Bank, in New York. Oberbannscheidt werkte eerder bij SEB, Dresdner Bank en bij DWS in Frankfurt. Hij werd later overgeplaatst naar New York.
Sinds de zomer van 2010 is het team van Kratz met Global Thematic Partners als subadviseur, in nauwe samenwerking met DWS verantwoordelijk voor het fonds. De beheerders houden zich ruim 6 jaar met het thema agribusiness bezig. Kratz identificeerde echter al in 2003 dit thema als een van de 13 thema’s voor het fonds DWS Global Thematic en ontwikkelde vervolgens de strategie.
Kratz is de leider van het Thematic Fund, terwijl Oberbannscheidt verantwoordelijk is voor de strategie van het AgriBusiness-fonds. Het team telt ook vier analisten en werd in 2008 met twee analisten uitgebreid. Vanwege de thematische overlappingen is er een zeer nauwe samenwerking met het zes leden tellende Global Thematic Team. Wij waarderen het, dat het team als gevolg van toenemend beheerd vermogen werd versterkt met ervaren krachten. Het beheerduo behoort tot de pioniers van agribusiness als beleggingsthema.
Fondshuis
Het fonds wordt door Global Thematic Partners (GTP) beheerd, in nauwe samenwerking met DWS. In de zomer van 2010 ontstond Global Thematic Partners, onder leiding van Oliver Kratz, Ralf Oberbannscheidt en Michael Colon. De afsplitsing van de Global Thematic- en Agribusiness-teams vond plaats omdat Deutsche Asset Management New York zich vooral op obligaties en cashmanagement richtte.
GTP beheert in de twee belangrijkste strategieën een bedrag van ongeveer USD 11 miljard. Ongeveer drie kwart komt voor rekening van de Global Thematic-strategie, de rest van het thema agribusiness. GTP heeft in totaal 20 medewerkers waarvan twee fondsbeheerders, negen analisten en twee handelaren. De andere medewerkers hebben operationele en administratieve taken.
Het bedrijf is eigendom van de medewerkers, waarbij van de drie oprichters Kratz het leeuwendeel in bezit heeft. Ook de analisten en handelaren zijn mede-eigenaar van de onderneming. De beloning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het variabele deel bevat een contante component en een toekomstig aandeel in de onderneming. Beide elementen zijn gekoppeld aan de fondsprestaties of aandelenaanbevelingen met het accent op drie jaar. Particuliere beleggers kunnen op de website van DWS informatie over het fonds krijgen.
Beleggingsproces
Er wordt voor DWS Invest Global Agribusiness voor de lange termijn belegd in de hele waardeketen van de levensmiddelenproductie. Hiervoor wordt wereldwijd gekeken naar bodemkwaliteit, handelsstromen, klimaatverandering en ontwikkeling van de regelgeving. Het universum is onderverdeeld in vier clusters (eigendom van natuurlijke hulpbronnen, ondersteuners, waardetoevoegers en distributie) en deze zijn weer gesplitst naar 25 subsectoren.
Het doel is om de upstream- en downstream activiteiten in de agrarische sector nauwkeurig te identificeren.Pre-screening (waardering, winstgevendheid, management) reduceren het universum tot ongeveer 300 aandelen, die het team volgens klassieke fundamentele criteria analyseert. De beheerders hechten waarde aan een hoog marktaandeel, een gezonde balans, strategisch waardevolle bedrijfsbezittingen, duurzame winsten, groeifactoren en sterk management.
Daarnaast leveren vier waarderingstools ideeën. Deze analyseren de invloed van weer en klimaatverandering, de efficiëntie van landbouwgrond, het marktpotentieel voor landbouwmachines en het overnamepotentieel in de landbouwindustrie. Aan de waarderingszijde zijn de kasstromen op het ingezette kapitaal het doorslaggevende criterium. Verder letten de beheerders op relatieve kracht, de historische en relatieve waardering ten opzichte van de sector en op de positionering in de waardeketen van de levensmiddelenproductie. Er wordt een koersdoel voor 3 tot 5 jaar gesteld.
Rendement
Een vergelijking van DWS Invest Global Agribusiness met de categorie is pas zinvol vanaf half 2008, omdat het grootste deel van de concurrerende fondsen pas sinds die tijd bestaat. Sindsdien ligt het fonds met 3,2 procent per jaar voor op de concurrentie en de DAXglobal Agribusiness (1,74 procent). In de laatste vier kalenderjaren bleef het fonds alleen in 2010 achter bij de categorie.
In 2009 leverden zowel de beleggingsthema’s als de aandelenselectie goede resultaten op en waren defensieve consumptie en de industrie bepalend voor het resultaat. Het achterblijven in 2010 tegenover de benchmark was te wijten aan de overweging in defensieve consumptiegoederen en de onderweging in industrie, die in het positieve klimaat van de tweede helft van 2010 negatief uitpakte.
De overweging in defensieve consumptiegoederen is het gevolg van de vrij holistische aanpak en moet op lange termijn worden beoordeeld. In 2011 pakte de onderweging in kunstmest- en zaaigoedproducenten goed uit, net als de aandelenselectie in defensieve en cyclische consumptiegoederen. De beperkte underperformance tegenover de index was te wijten aan een aantal consumptieaandelen uit opkomende landen (Brazilië/China). Sinds het begin van het jaar leidde de aandelenselectie tot een goed resultaat tegenover de categorie en de benchmark. Overwegingen in Bunge, Fresh Market, Food Empire en CF Industries leverden een belangrijke bijdrage.
Kosten
De TER (total expense ratio) van DWS Invest Global Agribusiness zit onder het gemiddelde voor sectorfondsen.
Rol in portefeuille
DWS Invest Global Agribusiness dient in een gediversifieerde beleggingsportefeuille slechts een ondergeschikte rol in te nemen.
Lees de volledige analyse van DWS Global AgriBusiness >
Bekijk ook de vorige beleggingsfondsen van de week
Legg Mason Royce US Small Cap Opportunities
Robeco High Yield Bonds
Carmignac Patrimoine
Robeco New World Financials
Delta Lloyd Deelnemingen Fonds
Kempen Euro Credit
Templeton Global Bond
SNS Euro Mixfonds
ASN Milieu & Waterfonds
W.P. Stewart Holdings