De beleggingsfondsendatabase van Morningstar staat op het punt de magische grens van 200.000 actieve fondsklassen te doorbreken. Een hoogtepunt? Hopelijk wel, want het wordt tijd om het overschot aan beleggingsfondsen drastisch terug te dringen zodat alleen relevante en waarde toevoegende fondsen overblijven.
Ze zijn als paddenstoelen uit de grond geschoten. De afgelopen jaren is er een ware tsunami aan nieuwe beleggingsfondsen en een veelvoud aan fondsklassen over ons heen gespoeld. Alleen al vorig jaar kwamen er wereldwijd 11.000 nieuwe fondsen bij. Daarmee staat de bedenkelijke mijlpaal van 200.000 actieve fondsklassen in de Morningstar database op het punt geslecht te worden. Wanneer we de inactieve fondsklassen ook meetellen (fondsklassen die zijn opgeheven of samengevoegd), dan staat de teller al ruim boven de 300.000 fondsklassen. Een overweldigend aantal, maar zijn beleggers hier wel mee gediend?
Morningstar vindt van niet. Beleggers zien door de bomen het bos niet meer en diverse onderzoeken tonen aan dat het gros van de actieve fondsen de grauwe middelmaat niet weet te ontstijgen en feitelijk geen waarde toevoegt ten opzichte van passieve oplossingen (ETFs).
Expertise versus marketing
De fondshuizen zijn zelf verantwoordelijk voor de wildgroei in het aanbod van beleggingsfondsen. Lanceringen van nieuwe strategieën zijn aan de orde van de dag en fondshuizen pikken graag een graantje mee van de laatste trends die in de markt worden gehypet. We zagen het ten tijde van de internetbubbel, de grondstoffenhause, de dividend-trend en ook vorig jaar was er sprake van een toename van small-cap fondsen nadat deze kleinere aandelen grootse rendementen behaalden. Met trots presenteren fondshuizen hun uitgebreide aanbod op hun websites. Wat dat betreft lijken sommige fondshuizen meer op marketing-gedreven productfabrieken die maar al te graag hun veelzijdigheid willen etaleren in plaats van dat ze zich concentreren op strategieën waar ze daadwerkelijk goed in (denken te) zijn.
In onze optiek moeten beleggingsfondsen alleen gelanceerd worden wanneer het fondshuis ook bewezen kwaliteit heeft op een beleggingsstrategie en niet omdat er vraag vanuit de markt is waar het fondshuis van kan profiteren. Expertise moet de basis zijn van het fondsenaanbod, niet de (beoogde) groei van het beheerd vermogen. Wat dat betreft zou men zich meer moeten concentreren op de kern - het beleggen - dan op de sales en marketing. Daar is de eindbelegger veel meer mee gebaat en uiteindelijk ook het fondshuis.
Rationalisatie
Fondshuizen doen er verstandig aan om eens goed in de spiegel te kijken en hun eigen fondsenaanbod kritisch te beoordelen. Daarbij moeten zij zich niet richten op de strategieën die op dit moment makkelijk verkocht worden, maar op beleggingsfondsen waarmee het fondshuis in staat is om op lange termijn waarde toe te voegen voor beleggers. Fondsenrationalisatie is de weg die bewandeld moet worden, waarbij fondshuizen zich moeten focussen op hun kernstrategieën. Dit betekent dat er gesneden moet worden in het eigen vlees. Dat is geen gemakkelijke opgave en zal veel interne weerstand met zich meebrengen. Fondshuizen moeten echter de belangen van beleggers dienen en niet andersom. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden en om dat te voorkomen wordt het nu hoog tijd om aan de voorjaarsschoonmaak te beginnen.
Deze column verscheen eerder op www.belegger.nl.