Anders beleggen dan de benchmark is een voorwaarde om die benchmark te kunnen verslaan. Maar onze studie Active Share in European Equity Funds toont aan dat fondsen die sterk afwijken van hun benchmark niet per se betere rendementen behaalden dan fondsen die dichter op hun benchmark zitten.
Verder vonden we sterk bewijs voor toenemend risico naarmate de active share steeg. In het bijzonder bij fondsen met een zeer hoge active share zagen we een hogere volatiliteit (standaarddeviatie) en veel grotere drawdowns. Een hoge active share kan dus fantastische resultaten opleveren, maar het kan ook uitlopen op een nachtmerrie.
Onze analyse richt zich op long-only niet-indexfondsen binnen de drie Europese large-cap Morningstar categorieën: Europe Large-Cap Value Equity, Europe Large-Cap Blend Equity en Europe Large-Cap Growth Equity. Om het verband tussen active share en rendements- en risicomaatstaven te kunnen onderzoeken, hebben we uit deze categorieën fondsen geselecteerd die zijn opgericht vóór 1 januari 2010, en daardoor allemaal over een track record van ten minste vijf jaar beschikken. Verder moesten de fondsen portefeuilledata aan Morningstar verstrekken, zodat wij active shares per kwartaaleinde konden berekenen.
Active Share: bron van positief en negatief extra rendement
De puntenwolk in de grafiek hieronder combineert vijfjaars gemiddelde active shares van fondsen met hun geannualiseerde rendement ten opzichte van de Morningstar categorie benchmark over de vijfjaarsperiode die eindigt per juni 2015. Naarmate de active share groeit, nemen de verschillen in rendement bijna exponentieel toe. De best en de slechtst presterende fondsen zitten bij de meest actieve fondsen.
Voor fondsen met een active share van minder dan 60% is de spreiding in jaarlijks rendement 9%, variërend van 4% positief tot 5% negatief geannualiseerd rendement in vergelijking met hun respectievelijke benchmarks. Echter, de overgrote meerderheid van de fondsen komen dicht bij elkaar uit en zijn ook zo afgebeeld in de grafiek. In sterk contrast daarmee staan de fondsen met een active share van meer dan 60%, waar de rendementen varieerden van 6,7% positief tot 11% negatief. De resultaten brengen ons in herinnering dat het niet de mate van afwijking is die het niveau van outperformance bepaalt, maar de kwaliteit van de actieve posities in de portefeuille.
Geen rendement zonder risico
Zoals alle beleggers weten, gaan rendementen hand-in-hand met risico’s. Hoe beïnvloeden deze grote rendementsverschillen de risiconiveaus van de fondsen?
De meest gebruikte risicomaatstaf is standaarddeviatie, die we meten op basis van maandelijkse rendementscijfers over de vijfjaarsperiode die eindig per juni 2015. De puntenwolk hieronder laat zien dat er geen duidelijk verband bestaat tussen active share en standaarddeviatie. Alleen de meest actieve fondsen, met een active share tussen 90% en 100% hadden gemiddeld een duidelijk hogere standaarddeviatie. Beleggers moeten zich bewust zijn van het mogelijk hogere risico als zij beleggen in fondsen die sterk afwijken van hun benchmark.
Maximale drawdown
Standaarddeviatie is een definitie van risico, maar het maakt geen onderscheid tussen positieve en negatieve afwijkingen. De maximale drawdowns in ogenschouw nemen, werpt ook meer licht op het risico dat beleggers nemen als ze investeren in fondsen met een hoge active share. De onderzochte fondsen in kenden gemiddeld een maximale drawdown van 20,8% negatief over de geanalyseerde vijfjaarsperiode.
Net zoals bij de buitengewone rendementen was de reikwijdte van de uitkomsten in termen van drawdowns zeer groot. De kleinste maximale drawdown was 5,1% negatief, terwijl het fonds met de sterkste neergang 38,5% negatief moest slikken tussen piek en dal. De puntenwolk hieronder toont een patroon van toenemende maximale drawdowns naarmate de active share groeit. Voor beleggers betekent dit dat zij door een fonds met een hogere active share te kiezen, de kans lopen op een groter verlies.
Let op stijlafwijkingen
Ons onderzoek toont aan dat fondsen met een hogere active share verschillende blootstelling naar stijlfactoren laten zien dan hun respectievelijke Morningstar Categorie benchmarks. Dat kan zijn in termen van sector-, stijl- of marktkapitalisatie blootstellingen. We vonden bijvoorbeeld dat fondsen met een hoge active share veel ruimer gebruik maakten van small caps dan fondsen met een lage active share (zie grafiek onder). Dat kan deels de hogere risiconiveaus verklaren die we eerder zagen voor zeer actieve fondsen. Hoewel dit niet per definitie verkeerd is, moeten beleggers zich wel bewust zijn van dergelijke afwijkingen en ze moeten ervoor zorgen dat er geen onbedoelde stijlafwijkingen worden genomen.
Dankzij hun sterke afwijking van de benchmark, kunnen beleggers die zeer actieve fondsen kiezen, uitkomen bij fondsen die anders beleggen dan zij verwacht hadden. Het is daarom cruciaal dat beleggers onderzoeken welke factoren er achter de active share van een fonds zitten, en welke implicaties dat kan hebben voor het verwachte rendement en het risiconiveau.
Dit is het tweede artikel in een serie van vier waarin we het thema Active Share behandelen. We leggen uit wat het is, waar u op moet letten en hoe u het kunt gebruiken bij uw beleggingsbeslissingen.
Lees ook de eerdere delen uit deze serie: