Hierop wees manager Michael Krautzberger van het dit jaar nog met een Morningstar Award bekroonde BlackRock Euro Bond Fund. In een landschap waarin een steeds groter deel van de staatsobligaties verhandeld wordt tegen negatieve rendementen, kijkt hij steeds meer naar 'relatieve waarderingen'.
Relatieve waarde
In tegenstelling tot traditionele positionering ten aanzien van looptijd, kredietkwaliteit en valuta, richt Krautzberger zich steeds meer op relatieve waarderingsverschillen. Een voorbeeld dat hij hierbij gaf was het verschil tussen de gewone Italiaanse 4-jaars staatslening en die met inflatie-indexatie.
Bij een 4-jaars staatsobligatie die een rendement van 40 basispunten per jaar biedt, steekt de geïndexeerde tegenhanger met een rendement van 15 basispunten plus inflatie gunstig af, zo wees hij. 'Je speelt dus quitte als de inflatie 25 basispunten bedraagt.' Hij verving hierop een deel van zijn 'plain vanilla' staatsobligaties voor 'inflation linkers'.
Pensioenfondsen
Met hun belofte van 'een waardevast pensioen' hebben pensioenfondsen hun strategie direct verbonden aan inflatiebescherming. Diverse overheden kwamen aan hun behoefte tegemoet met de uitgifte van inflation linked bonds.
Met name voor Zuid-Europese overheden was de toevoeging van de inflatie-optie een manier om de rentekosten te drukken. Ondanks de geringere rentevergoeding gingen de obligaties als warme broodjes over de toonbank.
Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), het grootste fonds in zijn soort in Europa, liet zich onder meer door deze 'sweetener' verleiden enorme bedragen te lenen aan overheden als die van Griekenland. De opkoop van Griekse staatsobligaties door de Europese Centrale Bank (ECB) ten tijde van de Europese schuldencrisis moet dan ook vooral als een redding van dit soort partijen worden gezien.
Na de crisis
Met de 'whatever it takes'-uitspraak van ECB-president Mario Draghi keerde de rust definitief terug en zetten de kapitaalmarktrentes in de eurozone vervolgens een lange weg omlaag in. Hier werd nog extra kracht achter gezet met het kwantitatieve verruimingsprogramma, waaronder de centrale bank maandelijks miljarden aan staatspapier opkoopt.
Het doel van het opkoopprogramma is het aanwakkeren van inflatie en economische groei. Inflation linked bonds zouden hier dus op twee manieren van moeten profiteren: via de opkopen zelf en via hogere inflatieverwachtingen.
Morningstar onderscheidt diverse inflation linked categorieën. De totale assets onder beheer van fondsen die zich richten op dit segment van de obligatiemarkt bedroegen per eind maart 39,8 miljard euro. De grootste categorieën zijn euro inflation linked bond en Britse pond inflation linked bond-fondsen, gevolgd door global inflation linked bond, met een euro-hedge, wijst Niels Faassen van Morningstar.
Op verzoek van Fondsnieuws zoomde de fondsanalist in op deze laatste categorie. Dit jaar tot dusver heeft de categorie global inflation linked bond euro hedged een beperkte outflow gezien, wijst hij. Na uitstroom van 318 miljoen ligt het totaal aan assets under management nu op circa 8,8 miljard euro.
Axa bovenaan
In een ranking op basis van rendement dit jaar tot eind vorige maand staat AXA WF Global Inflation Bond bovenaan met een rendement van nagenoeg 4,0 procent. 'Ondanks de sterke ytd-prestaties is Morningstar niet overtuigd van de kwaliteiten van dit fonds', aldus Faassen. Het fonds heeft een Neutral-rating van de fondsvergelijker.
Marion Le Morhedec (foto) beheert deze strategie sinds 2006 en kan rekenen op solide middelen, aldus de analist. 'De werklast binnen dit team is echter hoog. Zo is in 2012 een extra fonds geïntroduceerd dat belegt in aan de inflatie gekoppelde internationale obligaties, waaronder opkomende markten.'
Dit fonds is voornamelijk blootgesteld aan de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de eurozone, die ongeveer 90 procent van de wereldwijde uitgiften vertegenwoordigen, vervolgt Faassen. 'De strategie berust op de spreiding over deze drie grote markten, en daarbinnen op de break-even inflatie, namelijk het verschil tussen het rendement van nominale obligaties en dat van aan de inflatie gekoppelde effecten met dezelfde looptijd.'
'Hoewel de resultaten van het fonds op lange termijn behoorlijk zijn, onderscheiden ze zich niet sterk van die van de categorie', oordeelt de analist. 'Anderzijds merken we dat het fonds historisch gezien meer risico's heeft genomen dan de concurrentie. Deze sterke volatiliteit is voornamelijk te wijten aan de duration van het fonds, die altijd al dicht bij de referentie-index heeft gelegen en daardoor hoog is, in het bijzonder ten opzichte van bepaalde concurrerende fondsen waarvan de duration soepeler wordt beheerd.'
Pimco op de hielen
AXA wordt gevolgd door Pimco dat een Bronze-rating heeft. Dit fonds bloeide volgens Faassen op nadat hoofdbeheerder Mihir Worah het beheer in 2007 overnam. 'Beleggers profiteren van een beproefd proces en een uitgebreid research team. Ondanks enkele personele wisselingen blijven wij positief over het fonds.'
Worah heeft meer verantwoordelijkheid gekregen binnen Pimco in de afgelopen jaren, vervolgt de analist. Zo is hij benoemd tot CIO voor asset allocatie en real return, is hij tevens benoemd tot medebeheerder van Pimco total return en houdt hij toezicht op de in de VS gevestigde beheerteams.
'Hierdoor is Worah voor het beheer van dit fonds meer gaan leunen op medebeheerders Jeremie Banet en Rahul Seksaria. Desondanks houden wij vertrouwen in het team dat bestaat uit 10 inflatie-analisten en diverse macrostrategen. Door zijn off-benchmark posities is het fonds wel een van de meest gedurfde fondsen. Hierdoor kan het rendement op korte termijn tegenvallen maar de lange termijn rendementen blijven solide.'
Faassen plaatst hierbij nog de kanttekening, dat de retail share class beduidend minder presteert dan de institutionele share class 'als gevolg van een bovengemiddeld kostenniveau'.
Dit artikel is een samenwerking van Fondsnieuws met Morningstar en gebaseerd op data van deze fondsenbeoordelaar. De in deze tabel opgenomen data is gerangschikt op grond van de prestaties dit jaar per eind mei. Bovenstaande is nadrukkelijk niet bedoeld als een aanbeveling tot het doen van transacties.