Het zal u niet ontgaan zijn dat passieve fondsen steeds meer terrein winnen ten opzichte van actieve beleggingsoplossingen. Ook onder obligatiefondsen blijken beleggers steeds vaker voor passieve indexfondsen en ETF’s te opteren dan voor traditionele actieve fondsen. De cijfers bewijzen dat. Want in 2015 vloeide maar liefst 33,1 miljard euro naar passieve obligatiestrategieën, terwijl actieve fondsen maar euro 20,5 miljard euro mochten bijschrijven.
Er zijn verschillende redenen voor de aanhoudende groei van het marktaandeel van passieve Europese vastrentende fondsen. De stijgende populariteit van indexatie als wereldwijde trend is er een van. En – misschien wel belangrijker - beleggers worden zich steeds meer bewust van het belang van lage kosten. Voor obligatiebeleggers zijn zo laag mogelijke kosten essentieel in het huidige klimaat van extreem lage renteniveaus dat het gevolg is van het ruime monetaire beleid van centrale banken.
Renteomgeving
De markt waarin de vraag naar vastrentende passieve fondsen toenam, werd gedomineerd door het opkoopprogramma van de ECB. Dit programma ging in januari 2015 van start en omvatte in de eerste instantie alleen staatsobligaties. Vervolgens werd het programma in maart 2016 uitgebreid met investment-grade bedrijfsobligaties, uitgezonderd de financiële sector.
Dergelijke opkoopprogramma’s drijven de prijs voor obligaties op en daarmee daalt het effectieve obligatierendement. Zo wordt het streven naar een zo hoog mogelijk beleggingsresultaat in een omgeving van dalende obligatierendementen steeds moeilijker en in toenemende mate afhankelijk van lagere beleggingskosten. Deze combinatie pakt bijzonder gunstig uit voor passieve fondsen en vandaar de groeiende populariteit.
Bedrijfsobligaties
Dankzij het opkoopbeleid van de ECB was de Morningstar categorie Obligaties EUR Bedrijven de populairste obligatiecategorie dit jaar tot en met augustus. Maar ook hier voerden passieve fondsen de boventoon. In totaal schreven Europese bedrijfsobligatiefondsen, actief en passief samen, 8,4 miljard euro aan nieuwe instroom bij.
Van deze instroom ging ruim 5,1 miljard euro naar passieve oplossingen, en dat is 61% van de totale instroom. Opvallend is dat bijna driekwart van deze instroom (72%) voor rekening komt van 5 ETF’s die zijn uitgegeven door iShares, met als koplopers iShares Euro Corporate Bond Large Cap en iShares Core Euro Corporate Bond. Actieve fondsen bleven duidelijk achter bij passief met een instroom van 3,3 miljard euro (39% van het totaal).
(klik op grafiek voor vergroting)
Vlak actief niet uit
Niet alleen kenden passieve fondsen een grotere instroom dan actieve, ze deden het gemiddeld genomen ook nog eens beter. De onderstaande tabel toont aan dat het gemiddelde bedrijfsobligatiefonds in de Morningstar Categorie Obligaties EUR Bedrijven structureel achter blijft bij zowel de iBoxx index - één van de meest gebruikte benchmarks - als bij de ETF iShares Core Euro Corporate Bond, de populairste euro bedrijfsobligatie ETF.
(klik op tabellen voor vergroting)
Maar dit algemene beeld betekent echter niet dat er geen goede actieve alternatieven zouden zijn. Een kritische selectie blijkt namelijk te lonen. Daartoe duiken we in de categorie Categorie Obligaties EUR Bedrijven.
Daarin volgen de analisten van Morningstar 13 bedrijfsobligatiefondsen met een positieve Analyst Rating (Bronze of hoger). Hier zijn de rendementen over 1, 3 en 5 jaar vergeleken met de iShares Core Euro Corporate Bond. Niet alle fondsen hebben overigens een 5-jarig track record voor hun provisievrije aandelenklasse.
Van de in totaal 38 waarnemingen, presteren de actieve fondsen met een positieve Morningstar Analyst Rating in 21 gevallen beter dan de iShares Core Euro Corporate Bond ETF. Vijf actieve fondsen wisten hun passieve concurrent in de afgelopen vijf jaar bovendien consistent voor te blijven, namelijk Kempen (Silver), Morgan Stanley, Schroder, Fidelity en BlackRock (alle Bronze).
Indien we het rendement delen door de standaarddeviatie blijkt dat veel actieve fondsen alleen in staat zijn beter te presteren dan hun passieve concurrent door meer risico te nemen.
Van alle fondsen met een positieve rating blijkt alleen Kempen Euro Credit (Silver) consistent beter te presteren, gecorrigeerd voor risico’s, dan de ETF. Het heeft daarmee de gunstigste risico/rendementsverhouding door de beneden gemiddelde tot gemiddelde standaarddeviatie, terwijl het consistent beter presteert dan zijn passieve concurrent.
Tot slot
Het analyseren van beleggingsfondsen gaat uiteraard veel verder dan een eenvoudige rendements- en risicovergelijking. Baseer uw zoektocht op een stabiel en ervaren beheerteam, een herhaalbaar proces met een rendementspatroon dat overeenkomt met de beleggingsfilosofie van het fonds en dat allemaal tegen lage kosten. De Morningstar Analyst Rating kan hierbij een goede raadgever zijn.