Vooral de Morningstar categorieën Obligaties Wereldwijd Emerging Markets - Lokale Valuta (11,74%), Obligaties Wereldwijd High Yield - EUR Hedged (9,94%) en Obligaties Wereldwijd Emerging Markets - EUR Gericht (8,55%) wisten zich in 2016 sterk te herstellen na een zwak 2015.
Herstel na zorgen in 2015
Het verslechterd beleggerssentiment leverde menig belegger in de tweede helft van 2015 de nodige zorgen op. In Europa namen de spanningen toe door een mogelijke 'Grexit', terwijl China's tegenvallende economische groeicijfers een flinke impact hadden op opkomende markten. Tegelijkertijd veroorzaakte de sterke daling van grondstoffen- en energieprijzen voor heel wat opschudding, vooral onder de olie-exporterende landen en de Amerikaanse energie- en grondstofbedrijven. Dit leidde ertoe dat een flink aantal obligatiecategorieën het jaar negatief afsloten, met name opkomende markten in lokale valuta en Amerikaanse high-yield obligaties.
Sterke prestaties in 2016
Het herstel zette begin 2016 in met sterke prestaties over geheel 2016 tot gevolg. De olieprijs herstelde zich enigszins en de risicobereidheid onder beleggers trok weer aan. De verrassende uitkomst van het Brexit referendum maar ook het Italiaanse referendum had slechts een tijdelijk negatief effect op de meeste obligatiesectoren.
Met een gemiddeld rendement van 1,88% voor de categorie Obligaties Wereldwijd - EUR Hedged behoorde het tot een van de minder presterende obligatiecategorieën over 2016. Deels is dit het gevolg van de zwakke euro, die terrein verloor ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Ook Amerikaanse staatsobligaties boekten, gehedged naar de euro, een negatief rendement.
Top 5 aanzienlijk beter
De top 5 van wereldwijde obligatiefondsen, gehegded naar de euro, wist echter aanzienlijk beter te presteren dan het categoriegemiddelde met rendementen variërende van 4,2% tot 4,8%. De top 5 wordt gedomineerd door fondsen met een positieve Morningstar Analyst rating.
Uitzondering is koploper PIMCO met zijn Global Advantage Fund dat geen Analyst rating heeft. In tegenstelling tot veel categoriegenoten wordt dit fonds gemanaged tegenover een alternatieve index, de GDP Weighted Global Advantage Bond Index (GLADI). Daar waar de traditionele obligatieindices nog altijd marktgewogen zijn. Dus hoe hoger de uitstaande schuld van een bepaalde uitgever, hoe hoger diens gewicht in de benchmark. Dit kan soms leiden tot ongewenste situaties, waar landen met een relatief hoge schuld ten opzichte van de omvang van hun economie een grote positie in de index innemen. PIMCO wordt op de voet gevolgd door Templeton Global Total Return (Bronze rating).
Het NN First Class Obligatie Fonds (Bronze rating)houdt de Nederlandse eer hoog met een respectabele derde plaats. Het beheer is in handen van het Global Fixed Income team dat onder leiding staat van Sylvain de Ruijter. Samen met Hans van Zwol is hij verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van dit fonds sinds oprichting eind 2004. De kern van het team met De Ruijter en Van Zwol is zeer stabiel. De verantwoordelijkheid voor de top-down allocatie van het fonds ligt bij dit team, terwijl de bottom-up selectie uitgevoerd wordt door de gespecialiseerde obligatieteams van NN IP. Ten opzichte van categoriegenoten wist het fonds solide prestaties neer te zetten. Zo behoort het, gecorrigeerd voor risico, tot de top 10% van de categorie over de afgelopen 10 jaar. Het blijft echter achter bij zijn benchmark.
Ook het PIMCO Global Bond Fund (Bronze) beleefde in 2016 een goed jaar. Dit fonds wordt sinds eind 2014 beheerd door lead manager Andrew Balls die het beheer overnam van Scott Mather. Balls wist het fonds behendig door 2015 te leiden met overwegingen in Spaans en Italiaans staatspapier, terwijl in 2016 inflation-linked obligaties, high yield en emerging market debt er voor zorgen dat het fonds in het hoogste rendementsdeciel eindigde.
Het Loomis Sayles Global Opportunistic Bond Fund (eveneens Bronze) completeert de lijst van top 5 fondsen. Het beheer is in handen van een ervaren team, dat onder andere bestaat uit Ken Buntrock en David Rolley die al sinds 2002 betrokken zijn bij dit fonds. Het beleggingsproces is een combinatie van de macro-visie van de obligatieteams van Loomis Sayles en relative value gedreven posities. Daarnaast neemt het actieve beheer van vreemde valuta een belangrijke rol in. Ondanks een bovengemiddeld 2016, dankzij overwegingen in de energiesector, is het lange termijn trackrecord vrij gemiddeld. Tussen 2011 en 2015 bleef het achter bij de categorie door een relatief defensieve portefeuille. Het team was vrij negatief op de rendements/risico verhouding voor diverse obligatiesectoren als gevolg van de lage renteomgeving. Morningstar blijft echter overtuigd van het fonds door het ervaren beheerteam en het flexibele beleggingsproces.
Top 5 Obligaties wereldwijd
(klik op tabel voor vergroting)
Dit artikel is een samenwerking van Fondsnieuws met Morningstar en gebaseerd op data van Morningstar. Bovenstaande is nadrukkelijk niet bedoeld als een aanbeveling tot het doen van transacties.