Als u eenmaal met pensioen bent, dan is de mate waarin u geld onttrekt aan uw oudedagsvoorziening de sleutelfactor: spendeert u te veel, dan raakt de pensioenpot snel uitgeput. Als de schade eenmaal is aangericht - vooral als de onttrekkingen samenvallen met een slechte marktsituatie – dan heeft u geen andere keus dan uw uitgaven drastisch te verminderen.
Om te voorkomen dat het misgaat, is het raadzaam om de volgende stappen te doorlopen bij het bepalen van de inrichting van uw oudedagsvoorziening.
Stap 1: Beoordeel uw inkomensbehoeften
Begin het proces door uw jaarlijkse inkomensbehoefte voor tijdens uw pensioen te berekenen. Als uw pensionering nadert of u bent reeds gepensioneerd, dan heeft u uiteraard een goed idee van wat u tijdens uw pensioen zal uitgeven. Maar als dat pensioen nog ver weg is, dan moet u zich een beeld proberen te vormen van hoe uw uitgaven kunnen veranderen tijdens uw pensioen. Dit artikel helpt u om te komen tot een jaarlijkse kasstroom-behoefte die onder andere huisvestingskeuzes, levensstijloverwegingen en veranderingen in uw gezondheidszorguitgaven in acht neemt.
Stap 2: Maak een overzicht van inkomstenbronnen naast uw beleggingsportefeuille
Maak als vervolgstap een overzicht van alle vormen van inkomen waar u op kunt bouwen, los van uw beleggingsportefeuille: sociale zekerheid, pensioen, annuïteit, deeltijdwerk of bijvoorbeeld huurinkomsten. Als werk in een of andere vorm deel uitmaakt van uw pensioenplan, wees dan realistisch over hoe lang u verwacht te kunnen werken. Langer doorwerken is een nobele ambitie, maar het is geen onderdeel van het plan.
Stap 3: Maak een schatting van uw geplande onttrekkingsniveau en beoordeel de houdbaarheid ervan
Met een schatting van uw totale cashflow/inkomensbehoeften op zak en met uw verwachting over de inkomsten die u buiten uw beleggingsportefeuille om ontvangt, kunt u de laatste van de eerste aftrekken. Het resterende bedrag is hetgeen dat uw portefeuille moet zien te vervangen. Deel uw geplande portefeuilleontrekking door uw totale portefeuillewaarde. Dat resulteert in uw onttrekkingsgraad.
Een aanvankelijke onttrekking van 4% - op dat bedrag wordt de jaarlijkse inflatie later aangepast - wordt vaak beschouwd als een veilig niveau om mee te beginnen, uitgaande van een portefeuille met ten minste 50% aandelen en een horizon van 30 jaar. Als echter uw portefeuille voor minder dan de helft uit aandelen bestaat en/of uw tijdshorizon langer zou kunnen zijn dan 30 jaar, dan moet u conservatiever te werk gaan dan 4%. Aan de andere kant kunnen oudere gepensioneerden redelijkerwijs een bedrag onttrekken dat hoger ligt dan 4%.
Stap 4: Aandere systemen voor het berekenen en beheren van onttrekkingsgraden
De meeste gepensioneerden willen een vrij stabiele inkomstenstroom hebben tijdens hun pensioen, en daarom is het idee om 4% van de beginbalans van een portefeuille als onttrekking te nemen - waarna voor inflatie wordt aangepast – een aantrekkelijke aanname. De inflatie-aangepaste onttrekking van een gepensioneerde zou jaar op jaar stabiel zijn.
Maar dat is niet de enige manier om onttrekkingen te berekenen. Sommige gepensioneerden willen hun onttrekkingen koppelen aan de waarde van hun portefeuille, waarbij ze elk jaar een min of meer vast percentage van de portefeuille opnemen, ongeacht de balansomvang. Dat is zeker verstandig vanuit het oogpunt van houdbaarheid van de portefeuille, maar het kan ook leiden tot grote fluctuaties in het bedrag dat de gepensioneerde als besteedbaar inkomen ontvangt.
Uiteraard is er ook de klassieke methode om geld uit een portefeuille te halen door simpelweg te kijken naar wat de portefeuille aan inkomen oplevert: uit dividendbetalende aandelen, obligaties en andere inkomstenproducerende effecten zoals REIT’s of preferente effecten. Dat heeft zeker intuïtieve aantrekkingskracht, maar zo’n strategie kan ook leiden tot schommelingen in de pensioenstromen van de gepensioneerde.
Stap 5: Bepaal of u inkomsten, herbalancering, of beide wil gebruiken voor uw kosten van levensonderhoud
Zodra de algemene aanpak van de onttrekkingen aan de orde is, moet u de logistiek van uw onttrekkingen bepalen. Wilt u uw inkomensuitkeringen gebruiken voor uw kosten van levensonderhoud, of liever een strikte total return strategie, die inkomsten herbelegt en kasstromen haalt uit herweging van de portefeuille? Als alternatief kunt u een mix van beide strategieën gebruiken, en zowel inkomensuitkeringen als herweging van de portefeuille aanwenden om de benodigde kasstroom te leveren.
Er is niet één enkel goed antwoord, maar ik vind het een goed idee om een gedeelte cash aan te houden naast de portefeuille met zijn langetermijnposities, en om dat cashgedeelte periodiek aan te vullen met inkomensuitkeringen en beleggingswinsten.
Stap 6: Houd rekening met de fiscale efficiëntie
Onttrekking uit een enkele portefeuille lijkt eenvoudig, maar de realiteit is dat u waarschijnlijk meerdere portefeuilles heeft die gericht zijn op pensioen - pensioenplannen via de werkgever en belastbare activa, om een aantal van de grootste categorieën te noemen. In dat geval moet u uw onttrekkingen in lijn brengen met de fiscale behandeling van uw verschillende portefeuilles.
Stap 7: Herhaal het periodiek en pas aan op basis van de marktomstandigheden
Tot slot, neem u voor om het onttrekkingspercentage periodiek te heroverwegen, en houd daarbij rekening met de prestaties van uw portefeuille, uw asset allocatie en uw tijdshorizon. Uit onderzoek blijkt dat de uitgaven van gepensioneerden de neiging hebben om te variëren op basis van het levensfase; de uitgaven zijn hoger in de eerste jaren van pensionering, in de middenperiode vlakt dat wat af en vervolgens stijgen ze weer als gevolg van hogere zorgkosten.
Deze week is het weer Pensioen3daagse. Op 31 oktober, 1 en 2 november besteden we aandacht aan het thema pensioen. We praten u bij over actuele ontwikkelingen, regelgeving en we leggen u uit hoe u kunt beleggen voor uw pensioen. Dat doen we met concrete voorbeelden en de rekensommen die daar bij horen.