‘Life cycle’ fondsen, ook wel bekend als ‘target date’ fondsen, zijn beleggingsstrategieën waarmee u vermogen kunt opbouwen voor een specifiek vermogensdoel tegen een vooraf vastgelegde einddatum. Hierbij kunt u denken aan pensioensopbouw maar ook aan het aflossen van uw hypotheek of zelfs voor die cruise om de wereld waar u altijd al van gedroomd heeft.
Het ‘target date’ fonds past zijn asset allocatie (de verdeling tussen aandelen, obligaties en liquiditeiten) aan naarmate de looptijd verstrijkt. Hoe dichter de einddatum nadert, hoe belangrijker het wordt om het potentiële risico’s te beperken. Het risicoprofiel van het fonds zal conservatiever worden en het belang in obligaties en liquiditeiten neemt dan toe ten koste van het belang in aandelen.
(klik op grafiek voor vergroting)
Gidsland Amerika
Hoewel ‘target date’ fondsen minder bekend zijn in Nederland, zijn ze in de Verenigde Staten bijzonder in trek bij beleggers. Per eind 2016 was maar liefst 880 miljard dollar in dit soort fondsen belegd vergeleken met 763 miljard dollar eind 2015. Zo stroomde er in 2016 maar liefst 59 miljard dollar aan nieuw vermogen in target date fondsen.
De reden voor deze aanhoudende populariteit is tweeledig. Enerzijds is de collectieve pensioenvoorziening in de Verenigde Staten beduidend minder ruimhartig dan in Nederland. Amerikanen zijn grotendeels zelf verantwoordelijk voor hun pensioensopbouw. Ook in Nederland zal men, door de aanhoudende vergrijzing en de daarmee gepaarde druk op het sociale stelsel, steeds meer zelf moeten zorgen voor een aanvullend pensioen.
Een andere factor die de populariteit verklaart van life cycle fondsen is het gemak van deze fondsen: de belegger kiest de tijdshorizon van zijn belegging en het fonds doet de rest. Dit wil echter niet zeggen dat ieder willekeurig life cycle fonds per definitie de beste oplossing biedt.
Actief versus passief
Het eerste ‘target-date’ fonds deed zijn intrede in 1994 in de Verenigde Staten. Sindsdien is het een volwassen beleggingsproduct geworden. Het meeste vermogen wordt momenteel nog belegd in actieve fondsen, maar passieve fondsen winnen steeds meer aan populariteit, zoals blijkt uit onderstaande grafiek met cijfers tot en met 2016:
(klik op grafiek voor vergroting)
Sinds 2015 is de instroom in passieve fondsen ten opzichte van actief aanzienlijk hoger (rood versus blauw). Ook het aantal passieve fondsen is sterk in opkomst, terwijl het aantal actieve fondsen structureel afneemt. Vooral Vanguard lijkt te profiteren van de groeide populariteit van passief. Zo stroomde er in 2016 ruim 37 miljard dollar in de life cycle fondsen van het Amerikaanse fondshuis.
Passief bestaat niet
Het beeld actief versus passief is niet zo zwart-wit als het misschien lijkt, aangezien driekwart van de actieve fondsen ook deels passieve fondsen gebruiken. Daarnaast staan zelfs fondsbeheerders van passieve strategieën voor actieve beleggingskeuzes. Naarmate de tijd verstrijkt en de einddatum van het fonds (de ‘target date') dichterbij komt, zal de asset allocatie (verdeling tussen aandelen, obligaties en liquiditeiten) defensiever worden om de risico’s te beperken, vanwege de steeds kortere beleggingshorizon. Het aanpassen van deze asset allocatie (ook wel glide path genoemd) is een actieve beslissing van de manager. Dit betekent dan ook dat een pure passieve ‘life cycle’ strategie niet bestaat.
Morningstar vergeleek diverse ‘glide paths’ voor de aandelengewichten van life cycle strategieën. Op de onderstaande grafiek is op de horizontale as het tijdsverloop in jaren te zien. De verticale as toont de allocatie naar aandelen binnen het fonds. De aandelenallocatie neemt af naarmate de tijd verstrijkt, hetgeen logisch is bij een naderende beleggingshorizon.
Maar het allocatiegewicht naar aandelen en het verloop hiervan over de jaren heen verschilt echter substantieel per aanbieder. Zo bedraagt het maximaal waargenomen aandelenbelang op de einddatum circa 65% (Wells Fargo Dynamic Target), afgezet tegen het laagst waargenomen aandelengewicht van circa 8% (John Hancock Multi-Index Preservation). Dergelijke verschillen hebben een grote impact op de risico- en rendementsverhouding van een fonds.
(klik op grafiek voor vergroting)
Kosten
Target date fondsen in de Verenigde Staten worden gemiddeld genomen steeds goedkoper. De gemiddelde kosten (gewogen naar belegd vermogen) zijn vanaf 2009 gedaald van 1,03% naar 0,71% eind 2016. Deze forse daling is toe te schrijven aan een combinatie van diverse factoren. Door de concurrentie zien fondshuizen zich gedwongen om de kosten te verlagen. Daarnaast kijken beleggers steeds kritischer naar kosten en zijn actief op zoek naar goedkope beleggingsoplossingen. Ook de opkomst van goedkopere passieve fondsen is een factor van belang.
(klik op grafiek voor vergroting)
Selectie loont
‘Life cycle’ fondsen bieden beleggers in principe een goede en onderhoudsvrije manier voor vermogensopbouw met een specifieke horizon in het achterhoofd. Wel dienen beleggers zich bewust te zijn van hun keuze. Kiest u voor een actieve of passieve oplossing? Wees bovendien kritisch op de kosten van uw fonds, passieve oplossingen zijn niet per definitie goedkoper dan een actieve strategie.
Probeer er daarnaast achter te komen hoe de asset allocatie (ook wel glide path genoemd) wordt aangepast naarmate de tijd verstrijkt. Deze aanpassing kan per aanbieder enorm verschillen en dat kan grote invloed hebben op het rendement en risicoprofiel. De rendementen binnen diverse categorieën lopen namelijk behoorlijk uiteen, blijkt uit onderstaande grafiek. Zo is er een rendementsverschil van 5% tot 6% per jaar tussen het best en slechtst presterende fonds.
(klik op grafiek voor vergroting)
Deze week is het weer Pensioen3daagse. Op 31 oktober, 1 en 2 november besteden we aandacht aan het thema pensioen. We praten u bij over actuele ontwikkelingen, regelgeving en we leggen u uit hoe u kunt beleggen voor uw pensioen. Dat doen we met concrete voorbeelden en de rekensommen die daar bij horen.