Duurzaam beleggen in opkomende landen vormt een uitdaging voor beleggers. Bedrijven uit de groeiregio’s van de wereld lopen over het algemeen niet voorop op het gebied van duurzaamheid. De Morningstar Sustainability Atlas, die de duurzaamheidscores op landenniveau in kaart brengt aan de hand van de bedrijven die zijn opgenomen in de betreffende Morningstar landenindices, laat immers zien dat met name Noord-Europese landen de beste bestemming voor duurzame beleggers zijn. Terwijl belangrijke opkomende landen als China, Zuid-Korea en Rusland onderaan bungelen ten aanzien van de bedrijfsprestaties op het gebied van duurzaamheid.
Duurzaamheidsleiders
Zoals altijd is het niet volledig zwart-wit en gelden er natuurlijk uitzonderingen. Landen als Colombia, Taiwan en Turkije presteren wel bovengemiddeld. Zelfs beter dan de belangrijkste aandelenmarkt ter wereld, de Verenigde Staten. En bovendien zijn er ook binnen opkomende landen wel degelijk bedrijven te vinden die zich op duurzaamheid weten te onderscheiden.
Lenovo is een voorbeeld van een Chinese onderneming die door Sustainalytics, de duurzaamheidsresearch leverancier voor Morningstar, aangemerkt is als het duurzaamst binnen haar industrie, oftewel een zogenaamde Industry leader. Echter, meer van dergelijke duurzaamheidsleiders worden gevonden in India (Reliance Industries, Infosys en Tata Consultancy Services) en Taiwan (Taiwan Semiconductor Manufacturing).
Keuze
Fondsbeleggers hebben de keuze uit 184 actief beheerde opkomende landenfondsen die in Nederland verkrijgbaar zijn. Daarvan hebben er, volgens de eigen fondsdocumenten, 41 een duurzaam beleggingsmandaat. Een zestal van deze fondsen worden door fondsanalisten gevolgd en voorzien van een Morningstar Analyst Rating.
Met deze rating drukken de analisten uit in hoeverre zij verwachten dat een fonds over een volledige marktcyclus zal presteren ten opzichte van de categorie en/of de benchmark. Daarbij geven zij na een analyse van vijftal vijf pilaren (People, Process, Parent, Performance en Price) een vijftal verschillende ratings: Gold, Silver, Bronze, Neutral en Negative.
Hoewel deze fondsen alleen in hun fondsdocumenten te kennen geven dat duurzaamheid onderdeel uitmaakt van hun beleggingsproces, zijn dit geen uitgesproken duurzame aandelen fondsen. Niet in de laatste plaats wordt dit geduid door het feit dat er geen enkele verwijzing wordt gemaakt naar duurzaamheid in hun fondsnaam.
(klik op tabel voor vergroting)
Desondanks scoren een tweetal fondsen goed op de Morningstar Sustainability Rating. Hierbij krijgen de fondsen die het meest duurzaam zijn vijf Globes en de minst duurzame fondsen één Globe, waarbij de ratings zijn gebaseerd op data en research van Sustainalytics.
JPM Emerging Markets Equity heeft de maximaal haalbare vijf Globes, terwijl Comgest Growth Emerging Markets vier Globes draagt. Voor beide fondsen geldt daarbij dat niet zozeer duurzaamheidscriteria leiden tot de selectie van bedrijven die goed scoren op duurzaamheid, maar eerder hun kwaliteitscriteria. Dat brengt hen tot de keuze voor goed geleide bedrijven en het management van dergelijke bedrijven heeft tegenwoordig maar al te vaak ook een sterk beleid ten aanzien van duurzaamheid.
Samen met Fidelity Emerging Markets, dat drie Globes heeft, kennen de portefeuilles van deze fondsen dan ook een relatief sterk groei karakter op basis van de Morningstar Style Box. De drie fondsen van Robeco daarentegen hebben een veel sterker waarde karakter.
De drie fondsen van Robeco beleggen dan ook aanzienlijk meer in de sectoren grondstoffen, energie en nutsbedrijven. Dat zijn typische waardesectoren, maar ook sectoren waarbinnen bedrijven uit opkomende landen minder duurzaam zijn dan die uit ontwikkelde landen.
Lees ook eerdere columns van Ronald van Genderen:
- Duurzame Europese aandelenfondsen onder de loep
- De steeds moeilijk wordende opgave voor duurzame beleggers