Het valt niet mee voor actieve fondsbeheerders om hun benchmark en hun categoriegemiddelde te verslaan. Het grootste struikelblok voor goed prestaties zit hem in de kosten. Ook al is het brutorendement (vóór aftrek van kosten) van een fonds goed, dan kunnen de kosten dat helemaal teniet doen, en zelfs erger dan dat.
Het onderzoek door Morningstar-fondsanalist Natalia Wolfstetter bestrijkt de periode januari 2002 tot en met september 2019, dus bijna 17 jaar. Het kijkt naar de rendementen over voortschrijdende 5-jaars perioden.
Benchmark verslaan of niet
Een van de conclusies is dat alle 12 categorieën in principe in staat zijn om hun benchmark te verslaan – vóór aftrek van kosten. Het rendement na aftrek van kosten is een heel ander verhaal.
De netto-rendementen van de 12 categorieën lopen namelijk behoorlijk uiteen. Slechts twee van de 12 categorieën verslaan hun benchmark. Onderstaande afbeelding maakt dat inzichtelijk. Alle bruto-rendementen (oranje bolletjes) bevinden zich op positief terrein, maar van de netto-rendementen (blauwe bolletjes) zijn dat er slechts twee:
(klik op afbeelding voor vergroting)
De categorieën waar actief beheer het meest oplevert, zijn flex-cap, mid- en small-cap. Deze categorieën kennen tevens de grootste dispersie binnen de categorie. De best presterende fondsen per categorie hebben hun eindbeleggers rijkelijk beloond, maar de grootste achterblijvers zorgen voor bovengemiddeld veel hoofdpijn, concludeert analist Wolfstetter.
Kosten probleem bij large-cap fondsen
De large-cap categorieën boeken weliswaar bruto-rendementen die het gemiddelde verslaan, maar na aftrek van kosten komen die rendementen onder het gemiddelde uit. Daarbij moet opgemerkt worden dat in de studie fondsen in clean share classes maar ook die in duurdere fondsklassen zijn meegenomen, omdat het onderzoek Europa-breed is. In Nederland zijn de rebatevrije, ‘clean’ fondsklassen de standaard.
Wel is het zo dat bij de large-cap categorieën de fondsen in het bovenste kwintiel interessante rendementen boeken. Zij laten zien dat actief beheer het verschil kan maken in handen van deskundige beheerders. Vooral in het geval van fondsen in clean share classes weten de betere beheerders aantrekkelijke rendementen te boeken die het categoriegemiddelde overstijgen. Maar dat geldt dus voor lang niet alle large-cap fondsen. Zeker niet zelfs.
Op de lange termijn
De beste fondsen in iedere categorie verslaan het gemiddelde ruimschoots, maar op de langere termijn is dat toch een lastige kwestie, zo blijkt uit de studie. Dat komt voornamelijk door de eigen stijl van een fonds waarmee het de brede markt probeert te verslaan.
Welke stijl een actieve beheerder ook toepast, waarde, kwaliteit of welke factor dan ook, er zal altijd een moment komen dat de markt beweegt op grond van andere trends of factoren. En dan kan de gekozen beleggingsstijl juist tegenwerken. Er zullen dus altijd periodes van meer of minder underperformance plaatsvinden, die een deuk kunnen slaan in het lange-termijn beeld van het rendement.
Kosten bepalend
Resumerend wijst de studie dat, meer nog dan de deskundigheid en stock picking skills van de actieve beheerder, zijn kostenniveau bepalend is voor het nettorendement dat de eindbelegger mag bijschrijven.
Lees meer:
- Ultimate Stock Pickers Index verslaat S&P 500 op lange termijn