Dat waardebeleggers het zwaar hebben is een understatement. Robin Wigglesworth, correspondent van de Financial Times, vergeleek waardebeleggers met een oude bokser die na rondenlang klappen geïncasseerd te hebben zichzelf weer bij elkaar raapt om nogmaals het gevecht aan te gaan. In dat gevecht hebben waardebeleggers recent weer een paar tikjes uitgedeeld, maar of het genoeg is om terug in de wedstrijd te komen, moet nog blijken. Volgens andere beleggers heeft de knock out van waardebeleggers immers al plaatsgevonden en is de klassieke beleggingstheorie dood. Net als in 1999 overigens.
Vertrapt, vergeten en verdoemd. Waardeaandelen zijn in het afgelopen decennium door veel beleggers afgedaan als waardeloos. Wie wil er waardeaandelen kopen als je kunt beleggen in sterke groeibedrijven van uitstekende kwaliteit? De ster van disruptieve technologie- en softwarebedrijven rees snel, beleggers bedachten er een nieuw acroniem voor: FANG. Daar ging alle aandacht van beleggers naar uit. Waardeaandelen werden de muurbloempjes van de aandelenmarkt.
Waarde blijft achter bij groei
Sinds het dieptepunt op de koersenborden werd bereikt in maart 2009 steeg het beheerde vermogen van wereldwijd beleggende waardefondsen met een factor 2,85. Dat blijft ver achter bij de toename van wereldwijd beleggende groeifondsen en gemengde fondsen, die het beheerde vermogen met respectievelijk een factor 6,1 en 7,4 zagen toenemen. Kijken we naar fondsstromen, dan wordt het nog pijnlijker voor waardefondsen. Gemengde fondsen zagen sinds maart 2009 175 miljard euro instromen, groeifondsen 16 miljard en waardefondsen…die zagen een uitstroom van 13 miljard.
Toch lijkt het sentiment de laatste maanden meer op de hand te zijn van waardeaandelen. Na jarenlange dominantie van groeiaandelen was de forse correctie in het vierde kwartaal van 2018 een deuk in het onfeilbare en robuuste imago dat deze beurslievelingen hadden opgebouwd. In het eerste kwartaal van 2019 werd die tijdelijke dip echter direct rechtgezet en stonden waardeaandelen na drie maanden in 2019 al op een achterstand van 4,7 procentpunt.
Sterke septembermaand
De lijdensweg voor waardebeleggers ging in het tweede kwartaal onverminderd verder, maar in het derde kwartaal was er nauwelijks verschil tussen de prestaties van waardeaandelen en groeiaandelen. Een sterke septembermaand, waarin voortdurende handelsstrubbelingen en de toekomst van het rentebeleid van centrale banken waardebeleggers weer wat lucht gaf, was een welkome opsteker.
De opleving is tegelijkertijd wellicht te kortdurend en te gering van omvang om te worden gezien als het keerpunt in de markt dat een langdurige rotatie naar waardeaandelen inluidt. Echter, voor beleggers die contrair durven te beleggen of die een schaduwlijst willen opstellen van beleggingsfondsen met een sterk waardekarakter, kan deze top-5 een inspiratiebron vormen.
De Top-5
De top-5 is deze week gebaseerd op de vijf beleggingsfondsen in de Morningstar categorie Aandelen Wereldwijd Large-Cap Waarde die de sterkste blootstelling aan de waardefactor leveren. We rangschikken de fondsen daarbij op hun value-growth score. Deze score meet de aandelen in de fondsportefeuilles op 10 verschillende waarde- en groeimaatstaven, wat resulteert in een portefeuillescore die de stijl van de portefeuille weergeeft. De portefeuilles met de laagste value-growth score hebben de sterkste blootstelling naar waardeaandelen.
Aan kop Robeco QI Global Value Equities
Robeco QI Global Value Equities is het fonds met de sterkste blootstelling aan waardeaandelen, getuige de value-growth score van 0,43. De positieve score is voor dit fonds eerder uitzondering dan regel, want het fonds heeft een consistente blootstelling aan waardeaandelen waarbij deep-value aandelen prominent in de portefeuille zijn vertegenwoordigd.
Het fonds, dat een van de loten is aan de kwantitatieve stam van Robeco, wordt beheerd door het team onder leiding van Joop Huij. Het team maakt gebruik van een robuust, goed gedefinieerd en herhaalbaar proces dat vanwege de mechanische aanpak zeer consistent wordt uitgevoerd. Het team screent aandelen op verschillende waardefactoren, maar combineert deze met andere bewezen factoren zoals momentum, kwaliteit en lage volatiliteit. Op basis van een portefeuilleconstructiemechanisme dat rekening houdt met diverse concentratielimieten wordt een gespreide portefeuille van ongeveer 200 aandelen gecreëerd.
Het fonds heeft een structurele tilt naar mid-caps, wat de resultante is van het portefeuilleconstructiemodel, terwijl momenteel emerging markets ook fors overwogen zijn. Defensieve sectoren zijn zeer beperkt vertegenwoordigd, terwijl de sector technologie opvallenderwijs overwogen is. We treffen hier echter niet de sprankelende namen aan, maar bedrijven als Intel, IBM, Seagate en HP.
Op twee Pzena Global Value
Pzena Global Value staat op de tweede plaats en ook dit fonds is structureel te vinden onder de fondsen met de sterkste blootstelling aan waardeaandelen. Dit fonds zet fors in op de sector financiële dienstverlening. Bijna 28% van de portefeuille is hierin belegd, waarbij banken veruit het populairst zijn. Wells Fargo, UniCredit, ING en Barclays zijn een greep uit de financials die de portefeuille domineren.
Autoproducenten ontbreken ook niet, met posities in Volkswagen en Honda. Ook technologieaandelen zijn goed vertegenwoordigd via onder andere Cognizant Technology Solutions, Oracle en Fujitsu.
Top-5 Waardefondsen
Dit artikel is een samenwerking van Fondsnieuws met Morningstar en gebaseerd op data van Morningstar. Bovenstaande is nadrukkelijk niet bedoeld als een aanbeveling tot het doen van transacties.