Beleggen is voor de toekomst en de toekomst is duurzaam
Het jaarlijkse Morningstar Debat vond dit jaar voor het eerst online, plaats. Experts uit de sector gingen onder leiding van Pieter van der Werff met elkaar in debat over de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), onderdeel van het EU Sustainable Finance Action Plan dat als doel heeft het geld van beleggers in te zetten voor een duurzamere toekomst voor de volgende generaties. Hoe kunnen banken en vermogensbeheerders dit inzichtelijk maken voor de belegger? Wat zijn de ervaringen tot nu toe en welke horden moeten er nog genomen worden?
Gefaseerde invoering
In maart volgend jaar wordt verwacht dat vermogensbeheerders de Level 1 tekst geïmplementeerd hebben. In de taxonomie zijn in eerste instantie alleen enkele ecologische doelen opgenomen. Op een later, nog nader te bepalen, tijdstip volgt de Level 2 tekst. Ook wordt later de taxonomie uitgebreid met resterende ecologische en sociale doelen.
Karin Bouwmeester, Sustainability manager bij ABN Amro Private Banking, verwacht dat dit voor de klant nog wel eens verwarrend zou kunnen zijn. Zo zou een fonds dat qua duurzaamheidsbeleid binnen een product alleen sociale doelstelling nastreeft in eerste instantie laag scoren op alignment met de taxonomie. Dit wil dan nog niet zeggen dat het fonds niet duurzaam is. Het is het gevolg van het feit dat de taxonomie zich in eerste instantie alleen op ‘groen’ concentreert. Bouwmeester vraagt zich af of de klanten dit wel zullen begrijpen.
In de beginjaren is de taxonomy beperkt geeft ook Zoë du Chattel, toezichthouder bij AFM, toe. In de ideale wereld, zo licht ze toe, zouden we het liefst de vereisten breed en in één keer in willen voeren. Echter, dit zou een enorme voorbereidingstijd vergen en tegelijkertijd willen we ook graag vooruit! Om deze reden is de afweging gemaakt om eerst met een beperktere taxonomy te beginnen en deze vervolgens gefaseerd uit te breiden.
Adrie Heinsbroek, Principle Responsible Investment bij Nationale Nederlanden Investment Partners, stelt dat Nederland al voorop loopt als het gaat om duurzaam beleggen. Hij vreest dat Nederland door deze rapportage-eisen zijn concurrentievoordeel kan verliezen en er in Europa een gemiddeld maaiveld van duurzame aanbieders zal ontstaan waarbij de ‘laggards’ van nu juist ‘leaders’ van morgen zullen worden. Hij vreest dat duurzaamheid nu in stukjes wordt gehakt en dat er daardoor een ‘tick the box’ excercitie overblijft waarbij we het grote verhaal, namelijk hoe kapitaal naar duurzame bedrijven te sturen, uit het oog zullen verliezen. “Een duurzame portefeuille is nou eenmaal niet hetzelfde als een portefeuille met duurzame aandelen en obligaties”.
Data, data en nog eens data
De sector ziet een grote uitdaging in het verzamelen van de data. Anne Schoemaker (foto), Manager product strategy and development bij Sustainalytics, stelt dat de dataset voor de taxonomie heel rigoureus is: “veel bedrijven rapporteren nog niet over het behalen van klimaatdoelstellingen”. Als gevolg hiervan zitten er best nogal wat ‘gaten’ in de data. Om deze gaten te dichten maakt Sustainalytics bijvoorbeeld gebruik van schattingsmodellen.
AFM ziet ook dat de beschikbaarheid van de data een knelpunt kan zijn. Du Chattel roept aanbieders op om kritisch naar de data te kijken. We willen greenwashing, het ten onrechte aanprijzen van allerlei beleggingen als ‘groen’ of ‘duurzaam’, voorkomen. Als beleggingen als duurzaam worden aangemerkt, dan moet ook extra informatie over de duurzaamheid van deze beleggingen worden verschaft. Als het niet mogelijk is om de duurzaamheidsclaim te staven, kan de aanbieder zich dan niet beter afvragen of het product misschien anders moet worden aangeboden?
In de nieuwe rapportagevereisten wordt onderscheid gemaakt tussen Artikel 8 en 9 producten. De zogenaamde artikel 8 producten zijn volgens SFDR producten die actief ecologische of sociale kenmerken promoten. Artikel 9 producten hebben duurzaam beleggen in hun doelstelling opgenomen. Deze beide categorieën vereisen hogere standaarden met betrekking tot transparantie.
Als een aanbieder niet of heel minimaal duurzaamheid toepast in het beleggingsbeleid valt het product niet onder een van deze beide categorieën. Voor dergelijke producten is er een restcategorie: Artikel 6. Voor deze producten worden veel lagere eisen aan de disclosure gesteld maar ze mogen niet duurzaam worden gepromoot.
Impact op beleggen
Volgens Du Chattel moet Artikel 8 niet automatisch worden opgevat als “het is groen, dus goed”. Volgens haar is rapporteren één ding, maar goed scoren is iets anders.
Ook Schoemaker denkt dat er nog voldoende te differentiëren valt binnen Artikel 8, maar ze snapt de zorg van de aanbieders wel. Mocht de perceptie inderdaad worden dat artikel 8 de norm is, zou het nog wel eens een game changer voor de sector kunnen betekenen. Het zou er toe kunnen leiden dat aanbieders hun producten zo gaan sturen dat ze een zo hoog mogelijke score op de taxonomie behalen.
Heinsbroek verwacht dat niet onmiddellijk; hij geeft aan dat een 100% score sowieso nog niet haalbaar is, aangezien nog niet alles in de taxonomie staat. Heinsbroek kan zich wel voorstellen dat er misschien wel nieuwe producten zouden kunnen ontstaan die zich richten op delen van de taxonomie. Of misschien zelfs wel hele nieuwe boutiques.
Op de vraag van debatleider Pieter van der Werff (foto) of ABN Amro ook van plan is om nieuwe producten in de markt te gaan zetten antwoordt Bouwmeester dat voor hun de klantwens leidend is. Ze ziet wel dat klanten steeds meer eisen stellen aan de duurzaamheid van hun beleggingen. Zo is er bijvoorbeeld steeds meer interesse voor impactbeleggen.
Ook al is er nog veel onzeker en moet er nog veel werk verzet worden voor maart 2021, de deadline voor de Level 1 tekst, de sector is wel blij met de ontwikkeling. De panelleden zijn het er unaniem over eens dat beleggen voor de toekomst is en dat deze duurzaam behoort te zijn.
Bekijk hier het debat>
Lees meer:
- Nieuw van Morningstar: ESG Comitment Level