De nieuwe regelgevig volgens de EU Sustainable Finance Disclosures Regulation (SFDR) is op 10 maart van dit jaar van kracht geworden. Deze verplicht fondshuizen om hun beleggingsfondsen in te delen in een van de volgende drie categorieën: Artikel 6, 8, of 9. Welke van de drie het wordt, is afhankelijk van het doel van de strategie.
De noemers van deze categorieën klinken niet heel spectaculair, maar zijn afgeleid van de betreffende wetgeving. Alle fondsen moeten voortaan ten minste iets van ESG toelichting geven (volgens Artikel 6), terwijl fondsen volgens Artikel 8 (lichtgroen in onderstaande afbeelding) en Artikel 9 (donkergroen) gedetailleerdere ESG informatie moeten verstrekken aan beleggers.
Waarde Europese markt
Hoewel de beleggingsindustrie zich nog aan het aanpassen is aan de maatregelen, blijven er nog onzekerheden rondom de classificatie van Artikel 8 en 9, maar toch is Morningstar al begonnen met data verzamelen uit de prospectusen van de fondsen. Op basis van voorlopige data (11.500 open-end fondsen en exchange-traded fondsen met vestigingsplek in Luxembourg) schatten we in dat de fondsen die zijn geclassificeerd als Artikel 8 en 9 momenteel tot 21% van het totaal aantal Europese fondsen vertegenwoordigen en tot 25% van het totaal beheerd vermogen in Europese fondsen.
Hiervan is 18% geclassificeerd als Artikel 8 en 3,6% als Artikel 9. De Europese markt voor ESG en duurzame fondsen volgens SFDR definities kan daarmee zowat 2,5 triljoen euro waard zijn.
Blik op de fondsen
Morningstar Research heeft een set van 30 asset managers van verschillende nationaliteiten en omvang onderzocht, uiteenlopend van grote Europese en Amerikaanse fondshuizen zoals Amundi, UBS, BlackRock en JPMorgan tot boetieks en soecifiek op duurzaam gerichte firma's als Candriam en Mirova.
We vonden uit dat de Franse fondshuizen Amundi en BNP Paribas de grootste ranges aan beleggingsproducten aanbieden onder de categorieën Artikel 8 of 9, met respectievelijk 529 en 310 fondsen. Andere aanbieders hebben ervoor gekozen om minder fondsen als Artikel 8 of 9 aan te bieden. BlackRock heeft bijvoorbeeld 103 geclassificeerde producten en UBS en JPMorgan hebben achtereenvolgens 54 en 10 van hun fondsen als Artikel 8 of 9 producten aangemerkt.
Op asset-gewogen basis zijn de Nederlandse fondshuizen en de aanbieders uit de Nordics onder degenen met het grootste deel aan assets in de categorieën Artikel 8 en 9. Zo heeft Robeco 96% van het beheerd vermogen in zijn fondsen geclassificeerd als Artikel 8 of 9, terwijl KLP en SEB respectievelijk 95% en 82% van hun fondsvermogens in de twee categorieën hebben. De op duurzaamheid gerichte boutique Mirova heeft zijn volledige assortiment van 25 fondsen gespositioneerd in de Artikel 9 categorie.
“Voor veel van de asset managers die we hebben gesproken is het essentieel om zoveel mogelijk fondsen geclassificeerd te hebben onder Artikel 8 en 9. Zij zien de SFDR regelgeving als een kans om hun commitment aan duurzaam beleggen te bewijzen,” zegt Hortense Bioy, Morningstar's global director of sustainability research. “Ze voelen ook de druk van sommige distributors en eindbeleggers die zeggen dat ze voortaan alleen nog Artikel 8 en 9 fondsen in overweging willen nemen voor hun portefeuilles."
Als we de fondsen bekijken die tot dusver geclassificeerd zijn, dan zien we een verscheidendheid aan aanpak en benadering. Sommige asset managers volgen liever een conservatieve aanpak vanwege de angst om eventueel later fondsen te moeten downgraden, merkt Bioy op: "Asset managers hebben hun producten gecategoriseerd op basis van hun begrip van de definities die de regelgever hanteert, en dat heeft geresulteerd in een brede range van beleggingsproducten in de categorieën Artikel 8 en 9”. Verdere richtlijnen van de regelgever zullen in de toekomst helpen om een homogener beeld te genereren.