De financiële planning voor je pensioen kosten velen van ons nogal wat hoofdbrekens. Hoe stel ik de best mogelijke beleggingsportefeuille samen, wat zijn de opties voor de lange termijn, en zo zijn er tal van complicerende factoren. Eén factor krijgt nogal eens te weinig aandacht, maar is wel cruciaal voor het bepalen van het moment en de omstandigheden van het pensioen: de hoeveelheid vermogen die nodig is om een comfortabel leven mogelijk te maken.
Onderzoek van Fidelity Investments in de Verenigde Staten probeert deze vraag te beantwoorden. De uitkomst van dit onderzoek is dat het appeltje voor de dorst bij aanvang van het pensioen ongeveer 10 maal hun eindloon op 67-jarige leeftijd bedraagt. Dat betekent dat beleggers als ze 35 jaar zijn al tweemaal het salaris dat ze dan verdienen opzij moeten zetten; dat vermogen groeit dan idelaiter door naar vier maal het salaris op de leeftijd van 45 jaar, en naar zeven maal het salaris bij 55 jaar.
Hoeveel heb je nodig?
Dit is een goed startpunt, maar het is bijzonder lastig om te bepalen hoeveel we nodig hebben om een comfortabel gepensioneerd leven te leiden, want dat hangt af van vele factoren, zowel persoonlijke als andere.
In principe hangt het antwoord af van hoe ver de pensioendatum nog weg is en hoeveel we daarna willen gaan uitgeven. Hoe verder af van de pensioendatum, zeg voor een 30-jarigge, hoe lastiger dat te bepalen is; want een 60-jarige heeft al beter zicht op het uitgavenpatroon in de toekomst.
Mensen die dicht bij hun pensioendatum zijn kunnen beter inschatten hoeveel ze elke maand uitgeven en hoe ze dat kunnen extrapoleren naar de pensioenjaren. Het uitgaven patroon van een veertiger is anders dan dat van een zestiger. Met het klimmen der jaren veranderen de uitgaven voor wonen, ontspannen, opvoeding (als je kinderen hebt) behoorlijk.
David Blanchett, hoofd retirement research bij Morningstar Investment Management, heeft onderzoek gedaan naar het uitgavenpatroon van gepensioneerden. Hij noemt dat de "retirement spending smile". De conclusie is dat mensen aan het begin van hun pensioenperiode relatief veel uitgeven, als ze graag op reis willen en veel willen doen met hun nieuw verworven vrije tijd. Daarna nemen de uitgaven af in de periode dat de gezondheid nog goed is, maar er minder wordt gedaan aan reizen, uit eten enzovoort. Later nemen de uitgaven weer toe als er meer zorg en hulp nodig is als er gezondheidskwesties ontstaan.
Wat zijn de variabelen?
De variabelen in pensioenplanning en verwacht uitgavenpatroon die een groot effect kunnen hebben op het al dan niet slagen van een financiële planing voor pensioen zijn volgens Christine Benz, Morningstar's director of personal finance, de volgende:
De mate van inkomensvervanging: over het algemeen hoeven mensen met een hoger salaris en hoger spaartegoed bij pensionering een kleiner deel van hun inkomen te vervangen door een andere inkomstenbron dan mensen met een laag inkomen die minder opzij hebben gezet.
De pensioenleeftijd: langer doorwerken, mits u dat wil en daartoe in staat bent, kan voordelen bieden. Blijven werken betekent meer mogelijkheden om geld opzij te blijven zetten en het vermogen te blijven opbouwen. Het onttrekken van geld aan het vermogen als noodzakelijke inkomstenbron kan dan langer uitgesteld worden. Daardoor blijft de oudedagsvoorziening langer op een hoger niveau.
Levensverwachting: die is schier onmogelijk in te schatten, maar toch kunnen medische gegevens en historie van de directe familie inzicht geven of er wellicht bepalende kwesties spelen.
Verwacht rendement: op dit punt raadt Benz aan om conservatief te zijn, zeker als de beleggingsportefeuille een groot deel obligaties bevat. Want in een omgeving van lage rentes is het rendement op dat deel van de portefeuille naar verwachting laag. Besef ook dat het rendement varieert met de manier waarop de asset allocatie in de portefeuille verandert. Doorgaans zal de mate van risico dat je neemt dalen naarmate je dichter bij de pensioendatum komt. Daardoor zal ook het verwachte rendement op de portefeuille gaan afnemen.
Sparen: Benz merkt op dat deze variabele "een grote schommelende factor is als je aan begin van je spaarperiode staat en meer tijd hebt om van het cumulatieve effect te profiteren. Ouderen die merken dat ze vroeger te weinig gespaard hebben, zullen dat moeten repareren om hun financiële plannen te kunnen realiseren. Dat kan door langer te blijven werken of hun uitgavenpatroon tijdens pensionering te versoberen”.
De hoeveelheid geld die je moet sparen tijdens pensioen hangt af van hoeveel je moet onttrekken aan je vermogen om van te leven. Doorgaans hanteren financieel adviseurs een vast percentage van 4% per jaar aan onttrekkingen, maar er zijn studies die suggereren dat het ook flexibeler kan.