De opkomst van ESG in beleggen en de rol van beoordelaars voor de ratings op environmental, social en governance, zoals Morningstar’s Sustainalytics divisie, kan stevige reacties oproepen. Maar reageerders die het meeste lawaai maken hebben daarmee nog geen gelijk. Integendeel, zo blijkt vaak.
We spraken met Michael Jantzi, oprichter van Sustainalytics, over deze ontwikkeling. Jantzi loopt al lang mee in deze industrie. Scherp uit de hoek komen betekent niet dat het argument ook goed is, vindt hij.
Morningstar: De kritiek op ESG ratings en de rating agencies die de beoordelingen doen was niet mals in de afgelopen tijd.
Jantzi: Dat doet me denken aan het gezegde “Eerst negeren ze je, dan lachen ze je uit en uiteindelijk win je.” Veel mensen denken dat duurzaam beleggen een betrekkelijk nieuw fenomeen is, maar het bestaat al behoorlijk lang. Ik heb het in de afgelopen 30 jaar zien groeien. Pas in de afgelopen 10 tot 15 jaar is het mainstream geworden. ESG is nu dusdanig groot geworden dat er al critici zijn opgestaan. Dat hoort erbij, want welk verschijnsel in de beleggingswereld heeft nu niet tegelijk voorstanders én critici?
M: Nou, lage kosten.
J: En natuurlijk het adagium buy low, sell high. Maar de meeste fenomenen in de beleggingswereld zijn voer voor discussie: passief versus actief, waarde versus groei. De kritiek op ESG is een indicatie van volwassenwording en de toenemende robuustheid van dit segment. Er is veel nuance te vinden, vooral aan de institutionele kant van business, waar het gaat om de uitdagingen van ESG-integratie in alle asset classes. Constructieve kritiek kan als het goed is iedereen beter maken.
M: Een belangrijk kritiekpunt is dat ratings onbruikbaar zijn omdat ze zo enorm van elkar verschillen; er is geen standaard, geen eenduidigheid. Een andere klacht is dat beoordelaars onvoldoende informatie meegeven, dus bijvoorbeeld te weinig over valutakoersen of de diverse risico's.
J: De diversiteit aan ratings is een teken dat de markt gezond is. Het geeft aan dat er een variëteit aan benaderingen is. Sommige, zoals Sustainalytics’ ESG Risk Ratings, meten risico, andere kijken naar impact, en weer andere alleen naar reputatie of marktsentiment. De verschillende vertrekpunten leiden tot verschillende uitkomsten, dus de markt heeft zelf de keuze. Dat is volgens mij een goede zaak. Ik vraag me dan af of de critici van de ESG ratings ook degenen zijn die uitgebreid klagen over het feit dat credit ratings en sell side ratings te veel op één lijn zitten.
De kritiek weerspiegelt een fundamenteel misverstand over wat een ESG Risk Rating is. Die is niet bedoeld als enige indicator of de enige tool waar je je keuze op baseert. Die is bedoeld om te gebruiken naast andere tools en inputs die allemaal informatie bieden over een bedrijf en of je daarin wil beleggen of niet.
Vermogensbeheerders en fondshuizen moeten differentiëren in een steeds drukker bevolkte markt. We hebben bijvoorbeeld een boel beleggingsfirma's gezien die hoog opgeven van het feit dat ze hun eigen ratings systeem hebben ontwikkeld. Nu gaan ze de markt op met hun beoordelingen. Maar daar geven ze niet altijd veel informatie bij en ze maken niet duidelijk wat zij anders doen dan anderen.
Het idee van leveraging stewardship of active ownership als beleggingsfirma is niet nieuw. Dat bestaat als sinds de jaren zestig als een van de zes Principles for Responsible Investment. Veel van onze klanten wereldwijd omarmen engagement als een belangrijke component van stewardship. Sustainalytics heeft ook een engagement services business die we enkele jaren geleden geacquireerd hebben. Die is opgericht in 1992, dus dat is alweer een voorbeeld van active engagement dat een rijke historie heeft.
Verandering teweeg brengen bij de bedrijven waar je in belegt via engagement kan op verschillende manieren. Soms moet je heel breed het gesprek aangaan met veel partijen. Soms op sector-by-sector basis. Anderen vinden weer dat je the biggest and the baddest het hardst moet aanpakken, omdat aje daar verandering kan bewerkstelligen, de rest volgt.
We moeten beseffen dat er tal van wegen zijn voor integratie en engagement en dat die niet allemaal tegelijk werken. Zie ESG als een toolbox die volop verschillende gereedschappen bevat voor verschillende taken. Een hamer is niet altijd de juiste keus; soms heb je een schroevendraaier nodig. Altijd geldt dat het resultaat afhangt van de deskundigheid van degene die het gereedschap gebruikt.
M: Toch verlangen beleggers meer nuance en intelligentie van ESG beoordelaars. Staat de industrie voor een uitdaging?
J: Onze beoordeling van risico is exponentieel steviger gegrondvest dan in het verleden. De rating is opgebouwd rond 20 materiële ESG issues, ofwel MEI's, die zijn ontworpen om te beoordelen welke exposure elke uitgever heeft ten aanzien van een variëteit aan ESG risico's die deel uitmaken van het businessmodel of ontstaan waar het bedrijf zaken doet.
We meten in welke mate een bedrijf in staat en bereid is om die risico's te beheersen. Het is een veel meer laser-focused en gedisciplineerde aanpak om te beoordelen of dat bedrijf goed gepositioneerd is om waarde te creëren voor zijn aandeelhouders op de lange termijn.
Mijn collega Simon MacMahon, Sustainalytics head of research, zegt altijd: “De beste manier om inzichten te verschaffen is door een combinatie van mensen en technologie.” Want technologie stelt ons in staat data te verzamelen en die overal wereldwijd toe te passen. Maar we hebben mensen nodig om die data en de verbanden daartussen te wegen en op waarde te kunnen schatten. Dat is pas echt Big Data: een goede analist plus goede technologie plus een goed proces levert betere resultaten op dan alleen maar technologie.