Kernenergie is nooit zonder controverse geweest. Al vanaf de jaren ‘70 is wereldwijd debat over de voor- en nadelen van kernenergie. Tegenstanders wijzen daarbij vooral op het risico van kernrampen, het ontstaan van kernafval en het gevaar dat nucleair materiaal en/of technologie in verkeerde handen valt. Bovendien is het een relatief dure energiebron.
De energietransitie, oftewel de beweging om fossiele brandstoffen te vervangen voor schonere bronnen van energieopwekking, heeft kernenergie opnieuw als optie naar voren geschoven voor sommige partijen. Zo heeft het nieuwe kabinet Rutte IV de deur opengezet voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales in ons land en voor het langer open houden van de centrale in Borssele, aldus het regeerakkoord.
Andere landen
Daarmee volgen wij Frankrijk, wat historisch gezien een voorstander is van kernenergie. Frankrijk wekt ruim de helft van zijn energie op met kerncentrales. Het is echter niet de weg naar een koolstofvrije economie die door alle landen wordt gekozen. Zo is Duitsland bezig al haar kerncentrales te sluiten. Deze Energiewende, die vaart kreeg vanaf 2011, betekent dat aan het einde van dit jaar de laatste drie reactoren zullen worden stilgelegd.
België was voornemens om zijn kerncentrales per 2025 op te doeken, maar heeft dat besluit vooralsnog uitgesteld. Kernenergie voorziet bij onze zuiderburen in 40 to 50% van de energiebehoefte en er is twijfel ontstaan of er op tijd voldoende alternatieve capaciteit geopend kan worden, waarbij het vooral gaat om gasgestookte centrales.
EU taxonomie
De discussie over kernenergie als duurzame energiebron wordt echter ook op andere terreinen gevoerd. Bijvoorbeeld binnen de Europese Commissie over het vaststellen van de EU taxonomie voor duurzame activiteiten ligt de vraag op tafel of kernenergie als groen wordt aangemerkt. Met dit raamwerk probeert de EU beleggers te helpen bij het indentificeren van duurzame activiteiten.
Hoewel het eerste gedeelte van de taxonomie, die onder andere gaat over hernieuwbare energie, autoproductie, scheepvaart, bosbouw en bio-energie, per 1 januari van dit jaar in werking is getreden, is de beslissing over het wel of niet als duurzaam bestempelen van kernenergie uitgesteld.
Het uiteindelijke oordeel van de EU zal van invloed zijn op de beleggingen die worden beheerd volgens een duurzaam mandaat. Echter, veel duurzame beleggers zullen reeds een standpunt hebben ingenomen, aangezien de discussie niet van vandaag of morgen is.
De discussie over het wel of niet beleggen in kernenergie betreft overigens slechts een gering gedeelte van het wereldwijde aandelenuniversum. Ter illustratie, volgens data van Sustainalytics hebben slechts 36 van de 1.546 bedrijven in de MSCI World index, gezamenlijk goed voor een weging van 1,68%, activiteiten die betrekking hebben op kernenergie. Het gaat daarbij niet alleen om kerncentrales zelf, oftewel de opwekking van kernenergie, maar ook de distributie van kernenergie of diensten aan de industrie.
Blootstelling analyseren
Toch is het voor beleggers in beleggingsfondsen relevant om te analyseren wat de blootstelling aan kernenergie is, omdat het zeer goed mogelijk is dat de fondsbeheerder heeft gekozen voor een aanzienlijk hogere weging voor dergelijke bedrijven. Onder actief beheerde wereldwijde aandelenfondsen heeft DWS Invest CROCI Sectors Plus de grootste blootstelling aan kernenergie met een weging van maar liefst 17,87%. Nu is dit geen duurzaam fonds en daarom wordt het interessanter om het fonds met de één na hoogste weging te bekijken.
Dat is namelijk Ninety One GSF Global Environment op. Dit is een ecologiefonds en heeft dus een uitgesproken duurzaamheidsmandaat en belegt 13,60% in bedrijven die blootstelling hebben aan kernenergie. Deze blootstelling komt met name op conto van de grootste portefeuillepositie, NextEra Energy, het Amerikaanse nutsbedrijf dat onder andere zeven kerncentrales in bedrijf heeft.
Het Ninety One fonds heeft dan ook een duurzaam beleggingsbeleid waarbij kernenergie niet uitgesloten wordt. Het is daarmee overigens geen uitzondering. Van de 578 actief beheerde aandelenfondsen die in Nederland worden aangeboden sluiten er 451 kernenergie niet uit, onder hen zijn 188 duurzame fondsen. Echter van de 95 fondsen (van 32 fondsen is het onduidelijk of er wel of niet sprake is van uitsluiting) die kernenergie uitsluiten, hebben 88 fondsen een duurzaam beleggingsbeleid. Oftewel, als kernenergie wordt uitgesloten dan gaat het veelal om duurzame fondsen.
Toch blootstelling bij uitsluiting
Overigens betekent het officieel uitsluiten van kernenergie niet dat er helemaal geen blootstelling aan de industrie is. Zo hebben de fondsen die kernenergie uitsluiten toch nog een blootstelling van gemiddeld 0,59%. Dit heeft alles te maken met waar fondshuizen de grens leggen voor de maximaal toelaatbare blootstelling. Waar Sustainalytics iedere mate van blootstelling meetelt, trekken fondshuizen bijvoorbeeld de grens pas wanneer de omzet uit kernenergie de 10 of 20% overschrijdt.
Voor beleggers resteert geen makkelijke taak. Waar zij allereerst de keuze moeten maken of zij wel of niet in kernenergie willen beleggen, dienen zij vervolgens te bepalen of dat inderdaad geen enkele blootstelling toelaat of activiteiten van geringe omvang wel mogelijk zijn. Tot slot dienen ze deze meetlat dan toe te passen op de posities van hun beleggingsfonds. Wellicht dat de EU taxonomie hen daar in de toekomst bij kan gaan helpen.