Het moge al een tijdje duidelijk zijn dat duurzaam beleggen een blijvertje is, en niet slechts een modeverschijnsel. En Europa blijft bij deze ontwikkeling wereldwijd voorop lopen. Dat blijkt wederom uit het nieuwste onderzoek van Morningstar's ESG-experts Hortense Bioy en Samiya Jmili naar de instroom van vermogen in het slotkwartaal van 2021, inclusief de eindstand.
Het vermogen dat wereldwijd in duurzame fondsen zit, steeg in het vierde kwartaal met 9% en bedroeg omgerekend €125,1 miljard (ofwel $142,5 miljard). Aan het eind van het jaar zat er in totaal €2,4 biljoen ($2,74 biljoen) in dergelijke fondsen.
Europa was daarbij goed voor bijna 80% van de totale instroom in duurzame fondsen. De Verenigde Staten volgden traditioneel op verre afstand als nummer 2: zij namen slechts 10% van de totale instroom voor hun rekening. Vergeleken met de eindstand na het derde kwartaal van vorig jaar nam het totale duurzame beheerd vermogen wereldwijd toe met 12%.
Bij zo’n harde groei past dat veel aanbieders nieuwe duurzame fondsen lanceerden. Aldus geschiedde: in het vierde kwartaal vond wereldwijd de vuurdoop plaats van maar liefst 266 duurzame exemplaren, waarmee de teller op 5.932 duurzame fondsen in de hele wereld uitkwam.
Daarbij zijn als gebruikelijk door Morningstar alleen fondsen meegeteld die openlijk, in prospectus, factsheet of op hun website hebben laten weten dat zij duurzame doelen nastreven – en die daar ook vaste selectiecriteria voor gebruiken. Fondsen die alleen bepaalde bedrijven uitsluiten, zoals tabaks- of kolenfabrikanten, tellen dus niet mee als ‘duurzaam’.
Grote kloof
Bij duurzaam beleggen is sprake van een enorm verschil tussen verschillende landen en regio’s. Maar liefst 94% van het totale beheerd vermogene van duurzame fondsen zat eind vorig jaar in Europese en Amerikaanse fondsen. Vergelijk dat eens met de luttele 5% van de waarde die resteert voor de rest van de wereld.
Kijk je hoeveel kapitaal beleggers in het vierde kwartaal van 2021 inlegden per regio, dan geldt dat ‘de rest van de wereld’, ofwel Azië, Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en Canada goed waren voor 11% van de totale instroom wereldwijd.
Ook imponerend is het enorme verschil tussen het aantal duurzame fondsen dat Europa telt – 4.461 stuks – versus de eindstand in alle andere landen, inclusief de Verenigde Staten: 1.471 stuks. Onderstaande tabel maakt de scheefte inzichtelijk:
Overigens was Europa de enige regio waar de hoeveelheid geld die in het vierde kwartaal z’n weg vond naar duurzame fondsen toenam ten opzichte van het kwartaal ervoor. In bijvoorbeeld Azië, Australië, Nieuw-Zeeland en Canada lag de instroom in het slotkwartaal juist 13,5% lager dan in het derde kwartaal.
In Japan kelderde die zelfs met meer dan 30%. Maar vergeleken met de instroom in dezelfde periode van 2020, staken beleggers in bovengenoemde regio’s bij elkaar opgeteld juist méér geld in duurzaam beleggen.
Passieve fondsen blijven populair
Kijk je naar heel 2021, dan geldt dat duurzame fondsen in Europa dat jaar maar liefst 63% méér geld aantrokken dan in 2020. Overigens geldt ook voor niet-duurzame beleggingsfondsen dat er vorig jaar veel meer geld binnenkwam dan twee jaar geleden.
Passieve fondsen blijven populair bij duurzame beleggers: vijf van de tien fondsen uit de Top 10 in Europa bestaat uit indextrackers. Op nummer 3 en 5 van deze lijst staan opvallend genoeg duurzame fondsen die een jaar geleden nog niet eens bestonden. Overigens is het tegelijkertijd zo dat er in totaal veel meer geld in actieve duurzame fondsen zit dan in passieve. Het gros van de nieuwkomers - zo’n 80% - is ook passief.
Omgekeerd in VS
In de Verenigde Staten is de verhouding traditioneel precies omgekeerd: daar domineren onder de duurzame fondsen juist de actief beheerde exemplaren. Al trekken ook daar langzamerhand passieve fondsen steeds meer beleggers aan. In heel 2021 ging maar liefst 62% van de totale hoeveel kapitaal die naar duurzame fondsen stroomde naar passieve exemplaren – goed voor $43 miljard (omgerekend zo’n €37,8 miljard).
Net als in Europa ging het hierbij vooral om aandelenfondsen. In de Top 10 vielen maar liefst 8 van de 10 aanbieders onder het kopje ‘passieve beleggingsstrategie’.
BlackRock aan kop
Onbetwiste leider in het duurzame beleggingsuniversum binnen Europa is BlackRock, die een kleine $17 miljard binnenhaalde in het vierde kwartaal, omgerekend zo’n €14,83 miljard. Nummer 2 is UBS en die volgt op grote afstand met een instroom van $8,68 miljard (zo’n €7,61 miljard).
En ook altijd interessant zijn de aanbieders die het minste duurzame geld wisten op te halen. Onderstaande tabel laat zien dat dit onder andere enkele kleinere en lokaal georiënteerde fondshuizen betreft:
Bescheiden deel
Hoe populair duurzaam beleggen nu ook is, op het totaal aan beheerd vermogen in Europa maakt het nog altijd maar een bescheiden gedeelte uit: het vormt ongeveer 18% van het totale belegd vermogen in deze regio. Ongetwijfeld zal dit percentage wel verder stijgen de komende jaren, ook omdat het aantal fondshuizen dat fondsen omtovert in duurzame exemplaren hard toeneemt.
Dat heeft alles te maken met de nieuwe EU-regels voor duurzaam beleggen, de zogenaamde SFDR-regels die begin maart 2021 zijn ingegaan. Data-analisten van Morningstar zijn nog hard bezig met het doorspitten van alle juridische documenten van aanbieders die claimen duurzaam te zijn om te beoordelen of ze dat inderdaad zijn. Tot nog toe hebben zij 536 nieuwe en omgevormde fondsen geïdentificeerd – grofweg het dubbele aantal van het jaar ervoor, 2020.