Kosteninflatie groot risico voor Unilever en Nestlé

Multinationals die massaproducten voor consumenten verkopen, beleven lastige tijden – alleen al vanwege de hoge inflatie. Zo ook Unilever. Maar dat beschikt over zoveel concurrentievoordelen dat het op termijn weer even hard kan gaan groeien als voorheen, denkt Morningstar. En ook Nestlé functioneert nog behoorlijk goed. Maar de twee aandelen zijn geen koopje: hun beurskoers en hun Fair Value verschillen maar weinig van elkaar.

Rentsje de Gruyter 12 augustus, 2022 | 15:35
Facebook Twitter LinkedIn

Unilever cornetto

Het zijn moeilijke tijden voor reuzen zoals Unilever, Nestlé en Danone die gespecialiseerd zijn in het verkopen van dagelijkse massaproducten voor de consument. Want in die business geldt al een tijdje dat vooral bedrijven die nicheproducten maken, of lokaal dan wel ambachtelijk geproduceerde spullen, nog hard groeien. Giganten als Nestlé, Danone en Unilever, die gewend zijn om per jaar een gemiddelde omzetgroei van tussen de 5 en 10% te boeken, moeten alle zeilen bijzetten.

Want de snelle kostenstijgingen van de afgelopen maanden zorgen voor een nijpend probleem: producenten willen de hogerekosten voor grondstoffen, ingrediënten, energie en transport doorberekenen in hun verkoopprijzen, maar het gaat nu zo snel en met zulke hoge percentages, dat het de vraag is of alles tijdig aangepast kan worden. En of de consument dat accepteert. Zo niet, dan hebben Unilever en zijn concurrenten een probleem met hun winstmarge. Deze kosteninflatie is een "significant risico" voor het resultaten in het tweede halfjaar, schrijft Morningstar-analist Philip Gorham in zijn update over Unilever's kwartaalresultaten.

Het cijfer voor de omzetgroei valt bij bedrijven zoals Unilever uiteen in twee elementen: prijs/productmix en volume. In Unilever's prijs/mix groei van 11,2% over het tweede kwartaal, die hoger was dan de analist had verwacht zien we het doorberekenen van kosten in de prijs terugkomen. De volumegroei was negatief, want dat daalde met 2,1%, wat aangeeft dat consmenten op de rem trapten met hun bestedingen door de gestegen winkelprijzen. De operationele marge bedroeg 15,2%, een daling van 2 procentpunten. Dat geeft aan dat de kostenstijgingen niet volledig in de consumentenprijzen konden worden doorberekend. 

Ziedaar het gevaar voor de toekomst. Prijzen verhogen is nodig vanwege de gestegen kosten. Als de prijzen te sterk stijgen, dan stopt de consument met kopen en daalt het volume. Als het volume op peil blijft door beperkte prijsstijgingen, dan blijven de kosten te hoog. In alle gevallen remt het de groei en in het ergste geval ook nog de winstmarge.

 

Proberen groei vast te houden

De consumentenproducten-reuzen zetten verschillende strategieën in om hun oude, hoge groei vast te houden. Zo concentreren vele van hen zich op kostenbesparingen. Unilever heeft daarnaast ook pogingen gedaan om zijn businessmodel aan te passen, waarbij de verschillende regio’s waarin het actief is meer vrijheid hebben gekregen om hun eigen producten te ontwikkelen.

Maar makkelijk is het niet om dat goed te doen: het bestuur van Unilever gaf onlangs toe daardoor de concentratie op opschaalbare productinnovatie (waar dus het hele concern dan wat aan zou hebben) te hebben verloren. Sowieso zijn nieuwkomers op de markt vaak beter in innovatie dan oude reuzen zoals Unilever. Morningstar-analist Gorham verwacht dan ook dat de groei bij Unilever voorlopig een traag tempo zal aanhouden. 

 

Unilever: grote concurrentievoordelen

Wél heeft Unilever (UNA) volgens de analist op de middellange termijn een betere kans dan zijn meeste soortgenoten om die groei terug te krijgen op het oude niveau. Want het concern beschikt over grote concurrentievoordelen, bijvoorbeeld wat betreft inkoopvoordelen en de kwaliteit van zijn toeleveringsketen. Dat is een belangrijke reden waarom Morningstar Unilever een Wide Moat-status heeft toegekend.

Overigens doet Unilever het ook nu helemaal niet slecht, in Gorhams optiek: de verkoop groeide het afgelopen, tweede kwartaal bijvoorbeeld met 8,8%, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Ook vergeleken met het eerste kwartaal van dit jaar is dat een verbetering; toen kwam de verkoopgroei op 8,1% uit. "Wij vinden dat Unilever de problemen die gepaard gaan met de huidige, hoge inflatie redelijk goed tackelt," schrijft Gorham. "En consumenten lijken de hogere prijzen [die Unilever rekent] te accepteren."

Grote rol opkomende markten
Een ander lichtpuntje is dat Unilever meer dan de helft van zijn spullen verkoopt in opkomende markten – afgelopen jaar was dat om precies te zijn 58%. Daarmee onderscheidt het zich in positieve zin van zijn concurrenten: in opkomende markten als Azië en Afrika is de markt voor consumentengoederen nog lang niet verzadigd en kunnen producenten daarvan in de toekomst dus een hogere groei verwachten dan bijvoorbeeld in Europa en de Verenigde Staten.

Tot slot beschikt Unilever over een breed scala aan producten: het verkoopt niet alleen voedingsmiddelen, maar ook spullen op het gebied van persoonlijke verzorging, zoals shampoo en bodylotion. Denk aan merken als Dove en Axe. Verpakte voedingsmiddelen maken maar 38% uit van de totale portefeuille, en daarmee is het een gediversificeerd bedrijf. Dat is een voordeel, volgens analist Gorham: daardoor beschikt Unilever over concurrentievoordelen die nieuwkomers niet snel kunnen inhalen – alleen al op het gebied van immateriële activa zoals patenten en octrooien.

 

Nestlé: goede zaken

Hoe staan de zaken ervoor bij andere molochen uit Unilevers biotoop, in deze moeilijke tijden, waarin hard groeien lastig is? Voor Nestlé (NESN) – de grootste producent ter wereld van voedingsproducten en drankjes – geldt net als voor Unilever dat het zich goed weet te handhaven, schrijft Morningstar-analist Ioannis Pontikis in een recente update over de Zwitserse gigant. De organische groei bedroeg de eerste helft van dit jaar bijvoorbeeld 8,1% - hoger dan Nestlé zelf had verwacht. Voor heel 2022 gaat Nestlé uit van 7 à 8% en Morningstar van 7,6%.

Prijsmacht om door te berekenen
Verwacht wordt wel dat de winstmarge iets lager zal uitvallen vanwege de hoge inflatie. Daar heeft een voedingsmiddelenbedrijf als Nestlé natuurlijk last van: de kosten op het gebied van transport, energieverbruik en het verpakken van zijn producten nemen daardoor toe. Anders dan verkopers van basisproducten uit de landbouwsector kon Nestlé zich niet altijd goed wapenen tegen die hogere energierekening door middel van termijncontracten en hedgeproducten.

Daar staat tegenover dat Nestlé (net als Unilever) wel de macht heeft om de prijs van zijn producten omhoog te gooien en zo die kosten door te berekenen aan de klant. Dat is dit jaar ook gebeurd en is voor Morningstar-analist Pontikis reden om Nestle’s Fair Value, ofwel de reéle waarde die hij in het aandeel ziet, licht te verhogen: van 106 Zwitserse franken (omgerekend zo’n €108,55) naar 109 Zwitserse franken (circa €11,64).

 

Nestlé en Unilever niet ondergewaardeerd

Voor zowel Unilever als Nestlé geldt overigens dat de twee aandelen op de beurs rond hun reële waarde noteren – anders dan veel andere Europese aandelen zijn ze dus niet ondergewaardeerd. Zo schommelt de koers van Unilever al een aantal weken tussen €45 en 48, versus een Fair Value van €50.

Het aandeel Nestlé beweegt zich de afgelopen weken tussen de 110 en 120 Zwitserse frank, bij een Fair Value van 109 frank. Het aandeel Nestlé is dus ietsje overgewaardeerd.

Voor veel particuliere Nederlandse beleggers zal gelden dat ze Unilever al in portefeuille hebben: het aandeel staat op 4 in de Top-25 van de populairste aandelen. Dat blijkt uit de meest recente data van De Nederlandsche Bank, die bijhoudt welke beleggingen Nederlandse huishoudens hebben. Nestlé is een stuk minder populair, maar staat nog wel net in de Top-25: op de 23e plaats.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Rentsje de Gruyter  Rentsje de Gruyter schrijft freelance voor Morningstar Benelux.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten