GM-CEO Mary Barra opent in mei van dit jaar Factory Zero, een bestaande GM-fabriek in Detroit die volledig is omgebouwd voor de productie van elektrische auto's.
Het is nu ruim een jaar geleden dat écht duidelijk werd hoe groot de transformatie is die General Motors (GM) voor ogen heeft. Destijds maakte de directie tijdens een bijeenkomst voor beleggers bekend dat het concern al in de nabije toekomst wil zijn omgevormd tot een technologiebedrijf dat vol inzet op elektrisch rijden. Bestuursvoorzitter Mary Barra gaf tijdens die bijeenkomst in oktober 2021 ook aan te verwachten dat de inkomsten in 2030 ruim verdubbeld zullen zijn. Dat was wel een bommetje – in positieve zin.
Afgelopen maand organiseerde GM opnieuw zo’n investors day, ditmaal geheel gewijd aan elektrisch rijden. Die was volgens aandelenanalist David Whiston van Morningstar, die de automotive sector volgt, bedoeld om beleggers weer even te herinneren aan die grootse ambities – aan de elektrische toekomst die GM voor zich ziet. Het concern schat de totale inkomsten tegen 2025 nu zelfs nog hoger in, doordat het denkt met elektrische auto’s tegen die tijd $50 miljard te verdienen, in plaats van de $30 miljard waar het afgelopen oktober nog van uitging.
Dit zou de totale inkomsten van het concern (dus inclusief bijvoorbeeld ook de verzekeringstak) op meer dan $225 miljard brengen. In oktober vorig jaar ging GM nog uit van $198 miljard. Deels worden die inkomsten trouwens wel opgegeten door hogere kosten aan de andere kant van de balans: General Motors kondigde aan de komende jaren nóg meer te gaan investeren in elektrische- en zelfrijdende auto’s. Tussen 2023 en 25 gaat het nu uit van een bedrag van $11 à $13 miljard, in plaats van de eerder voorziene $9 à $11 miljard.
GM’s streven is dat in 2025 zo'n 40 procent van zijn aanbod in Noord-Amerika uit volledig uitstootvrije batterij-auto’s bestaat. Andere fabrikanten schatten GM ook hoog in op elektrisch gebied, zo bleek eerder dit jaar: het Japanse automerk Honda kondigde afgelopen voorjaar aan dat het voor een aantal van zijn modellen, die bestemd zijn voor de Amerikaanse en Canadese markt, GM’s Ultium-batterijen gaat gebruiken.
Productielijn in GM's Factory Zero met pre-productie exemplaren van de nieuwe, volledig elektrische GMC Hummer die eind 2022 de markt op gaat.
Belastingvoordelen door nieuwe wet Biden
Aan de andere kant zal gaat het concern ook gaan profiteren van de set fiscale maatregelen die de regering-Biden heeft genomen om bedrijven te compenseren voor de huidige hoge inflatie en tegelijkertijd duurzaamheid te stimuleren. Als het de financiële voordelen van deze zogeheten Inflation Reduction Act meerekent, verwacht GM in 2025 even hoge winstmarges te halen met producten en diensten gericht op elektrisch rijden als met ‘ouderwetse’ auto’s – die met een verbrandingsmotor dus.
Daarbij helpt het dat GM een joint venture heeft gesloten met LG Energy Solution, een producent van oplaadbare batterijen, onder denaam Ultium Cells. Dit gezamenlijke bedrijf komt volledig in aanmerking voor de belastingvoordelen waarin de Inflation Reduction Act voorziet. Ultium werd afgelopen jaar gelanceerd en de batterij die het produceert, heeft nu een bereik van 450 mijl (ongeveer 725 kilometer).
Hogere productie, lagere grondstofprijzen
Voor komend jaar voorziet General Motors verder de wind mee te hebben dankzij een hogere productie. Die kan omhoog doordat de problemen in de toeleveringssector waar het nog mee worstelt minder groot worden. Ook profiteert het van lagere grondstofprijzen en leveren bovengenoemde belastingvoordelen die voortvloeien uit Biden’s fiscale bevoordeling van clean energy op de korte termijn ook al geld op.
Whiston denkt dat consumenten bereid zijn om meer te betalen voor een elektrische auto van General Motors te betalen dan ze voorheen wilden neertellen voor een brandstofauto. Dat stuwt de inkomsten, en het helpt ook aan de kostenkant - hoe paradoxaal dat ook klinkt. Want voorheen draaide GM overproductie om te proberen door extra volume de hoge arbeidskosten voor de auto-assemblage te compenseren. Een deel van die overtollige wagens werd vervolgens tegen lage prijzen gedumpt en in de markt gezet als huurauto. Zulke mechanismen komen de waarde-ontwikkeling van het wagenpark niet ten goede.
Assemblage van de elektrische Cadillac Lyriq.
Ook tegenwind
Wind tegen is er echter ook, schrijft Morningstar-analist David Whiston in een recent gepubliceerde analyse over het Amerikaanse autoconcern. Die zijn er in de vorm van lagere pensioeninkomsten en dalende prijzen voor tweedehands auto’s. Maar al met al is de analist positief gestemd over de rappe transitie van General Motors, waarbij de inkomsten uit de verkoop van ‘ouderwetse’ auto’s met een verbrandingsmotor de komende twaalf jaar de nieuwe elektrische business deels financieren. In 2035 wil GM uiteindelijk veranderd zijn in een autofabrikant die voor 100% elektrische voertuigen maakt.
Hogere reële waarde voor GM
Van origine is de auto-industrie zeer cyclisch van aard, maar als het GM-concern zijn ambities waarmaakt, en in de nabije toekomst méér weet te verdienen per elektrische auto, dan zou het zelfs op het dieptepunt van een economische cyclus op z’n slechtst break-even draaien, aldus analist Whiston – mits de fabrieken open kunnen blijven en er geen nieuwe lockdowns komen vanwege een nieuwe coronavariant. De ommezwaai naar elektrische auto’s helpt bij de voorziene hogere winstgevendheid: die brengt allerlei nieuwe activiteiten met een hogere winstmarge met zich mee, zoals de verkoop van allerhande software, verzekeringen en abonnementen.
Gevolg van GM’s hogere prognoses voor verkoop en inkomsten is dat analist Whiston de reële waarde (Fair Value) van het aandeel General Motors nu hoger inschat dan eerder. Hij verhoogt de Fair Value naar $75 per aandeel GM tegen eerder $70. Daar hoort een productiedoel bij van twee miljoen elektrische auto’s voor de Amerikaanse en Chinese markt, zoals meermaals bevestigd door GM.
De transformatie die General Motors doormaakt, zorgt wel onvermijdelijk voor grotere risico’s – verandering brengt nu eenmaal meestal ook onzekerheid met zich mee - en dat sentiment drukt de aandelenkoers: die beweegt rond de $40 en dus is het aandeel in de ogen van Morningstar's aandelenanalisten sterk ondergewaardeerd, gezien de Fair Value van $75. Whiston denkt dat er misschien een recessie voor nodig is om beleggers te laten inzien dat GM als onderneming écht veranderd is – en om ervoor te zorgen dat het aandeel in de toekomst hoger gewaardeerd wordt op de beurs.
Geen blijvend concurrentievoordeel
Tegelijkertijd is het zo dat GM niet over blijvende concurrentievoordelen beschikt ten opzichte van zijn soortgenoten, vindt Whiston. Hij verwacht ook niet dat dit zal veranderen met de transformatie van General Motors in een fabrikant van elektrische auto’s. Want de auto-industrie blijft zeer kapitaalintensief, terwijl de concurrentie bijzonder sterk is en de toetredingsdrempels niet meer zo hoog als in het verleden. Dat maakt het bijna onmogelijk voor één speler om bestendige concurrentievoordelen te behalen. Daarom krijgt GM een No Moat rating.
De markt voor elektrische auto’s is niet minder competitief dan die voor auto’s met een verbrandingsmotor. Whiston verwacht dat Chinese en Indiase elektrische-autofabrikanten in de zeer nabije toekomst ook de Amerikaanse en Europese markt zullen bestormen. Hij wijst op Hyundai, de Zuid-Koreaanse autofabrikant, die dat bijvoorbeeld met het merk Kia al doet en in Europa flink terrein heeft gewonnen in een paar jaar tijd.
De Amerikaanse president Joe Biden mag bij de opening van Factory Zero een rondje elektrisch rijden. Alle foto's afkomstig van General Motors Media Pressroom.
En dan zijn er ook nog vele start-ups die verrijzen naast Tesla (TSLA), zoals Rivian, Lucid en Fisker. Tesla was onder de bezielende leiding van oprichter en financier Elon Musk ooit pionier en uitdager, en behoort nu tot de gevstigde namen. General Motors was al een gevstigde naam, maar moet zichzelf noodgedwongen heruitvinden. Dit alles maakt dat GM nog een ingewikkelde rit voor de boeg heeft, wil het zijn ambities waarmaken.