Johannes Haraldsen: Welkom bij Morningstar. Vandaag heb ik het grote genoegen om te spreken met Matthew Donen, aandelenanalist bij Morningstar, en we behandelen de offshore wind-industrie.
Ik wil beginnen met, als je even zou kunnen schetsen wat de voordelen zijn van offshore windenergie en hoeveel offshore windcapaciteit er momenteel is, Matthew?
Matthew Donen: Hallo. Offshore wind is wanneer het windpark en de windturbines op zee staan. Het grootste voordeel is dus dat de wind op zee over het algemeen sterker is dan op het land en daardoor meer energie kan opleveren. Dus terwijl de offshore windcapaciteit in het afgelopen decennium 16 keer zo groot werd tot 56 gigawatt, blijft het nog steeds een relatief nieuwe technologie en draagt het momenteel slechts 7% bij aan de wereldwijde windcapaciteit.
Haraldsen: En ook, als je daarop zou voortbouwen, welke regio's produceren momenteel de meeste offshore windenergie en wat zijn de huidige vooruitzichten in de markt?
Donen: We verwachten dus een zesvoudige toename van de offshore windcapaciteit dit decennium, ondanks dat we in het voorgaande decennium al 16 keer zijn gegroeid, en we denken dat dit vooral komt omdat de offshore windcapaciteit momenteel sterk geconcentreerd blijft in de top drie regio's, namelijk China, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, die momenteel goed zijn voor meer dan 80% van de wereldwijde offshore windcapaciteit. En we verwachten dat veel nieuwe landen deze gunstige energiebron, offshore wind, zullen aanboren dankzij de gunstige eigenschappen ervan en de dalende kosten; de genivelleerde energiekosten voor offshore wind zijn in de afgelopen tien jaar met meer dan 50% gedaald.
Om je een voorbeeld te geven: Noorwegen vormt geen uitzondering op deze vooruitzichten, en de regering mikt op 30 gigawatt aan offshore windcapaciteit tegen 2040. Dus, om dat in perspectief te plaatsen, Noorwegen streeft ernaar om 2040 een windcapaciteit te hebben ontwikkeld die net zo groot is als ruim de helft van de bestaande wereldwijde windcapaciteit op dit moment.
Haraldsen: Dat is echt interessant dat je Noorwegen noemde, want als je je op Noorwegen concentreert, wat zie je dan als een van de grootste uitdagingen op dit moment en ook wereldwijd?
Donen: De grootste uitdaging, en dit is zowel in Europa als in Noorwegen, is een langdurig en bureaucratisch vergunningsproces, dat heeft geleid tot vertragingen van meerdere jaren voordat een windproject kan worden gebouwd en vervolgens aan de energiemix kan worden toegevoegd. Zo zit bijvoorbeeld in Europa meer dan 80% van de huidige windprojecten momenteel in de vergunningsfase in plaats van in aanbouw te zijn om méér hernieuwbare energie aan de energiemix toe te voegen. Enkele andere uitdagingen zijn onder meer dat de opslagmogelijkheden momenteel niet voldoende zijn voor een dichtbevolkte stad om volledig op hernieuwbare energie te kunnen vertrouwen.
Een andere uitdaging is ook de aanzienlijke investering die nodig is om de energie te distribueren en te transporteren van de plek waar die meestal wordt opgewekt, bijvoorbeeld in afgelegen gebieden op zee, naar waar deze op grote schaal wordt gebruikt in dichtbevolkte steden. We hebben dus nog steeds aanzienlijk méér investeringen nodig in het transmissiesysteem en de distributie.
Haraldsen: En voor iedereen die geïnteresseerd is om in die sector te beleggen, heb je bedrijven in gedachten, bedrijven die goed gepositioneerd zijn en die het de komende jaren goed zouden kunnen doen?
Donen: Ja, er zijn tal van begunstigden van de overgang naar windenergie. De grootste begunstigden zijn eigenlijk de fabrikanten van windturbines, zoals Vestas. Maar eigenlijk houden we niet zo van die branche. Het is namelijk een zeer competitieve industrie en de bedrijven in die sector lijden eigenlijk allemaal verlies, wat wijst op het competitieve karakter van de sector.
Onze voorkeur is om blootstelling aan het thema te krijgen via de producenten van offshore windenergie, zoals RWE en Ørsted, evenals enkele nutsbedrijven die investeren om de kritieke infrastructuur te ondersteunen die nodig is om de hernieuwbare energie naar zijn gebruikers. Daarom investeren we het liefst in onder meer RWE, Ørsted en Amerikaanse nutsbedrijven.
Haraldsen: Dank je, Matthew. Voor Morningstar ben ik Johannes Haraldsen.