Na een relatief rustige start van het jaar waarin de aandelenmarkten vrij gestaag stegen, werdn beleggers half maart verrast door de gebeurtenissen rond de bankensector. Het bijna omvallen van bankengigant Credit Suisse ging samen met meerdere banken in de Verenigde Staten die in de problemen raakten; voor sommige beleggers een bewijs dat er systeemproblemen in het bankensysteem bestaan. Hoewel de aandelenmarkten tegen het einde van het kwartaal weer herstelden, is het duidelijk dat het marktvertrouwen een deuk heeft opgelopen.
Economisch zit Europa in een moeilijke positie. De groei is laag, de inflatie blijft hoog en de rentetarieven stijgen nog steeds, waarbij de Europese Centrale Bank (ECB) aangeeft dat er dit jaar meer renteverhogingen op komst zijn. De druk op bedrijven neemt toe naarmate de kosten van schulden stijgen. Evenzo worden consumenten geconfronteerd met stijgende hypotheeklasten, gecombineerd met loonsverhogingen die de hoge inflatie grotendeels niet hebben bijgehouden.
Ondanks deze uitdagingen noteert de aandelenmarkt in brede zin relatief dicht bij onze schatting van de reële waarde. We zien vanaf het huidige koersniveau slechts ongeveer 5% opwaarts potentieel. Vertrouwen is de sleutel, en we denken dat er wat zonnestralen nodig zijn om de markt weer in opwaartse richting te krijgen. Die zonnestralen zijn nodig om beleggers ervan te overtuigen dat de economie er tegen het einde van het jaar beter voor zal staan. Een positief beeld van de winstontwikkeling bij bedrijven zou moeten helpen, evenals een dalende inflatie, als die in de eurozone doorgaat zoals we nu zien gebeuren.
Europa als regio in de wereldmarkt outperformde andere regio's in het eerste kwartaal met een winst van bijna 5%. Wat waardering betreft kent Europa momenteel een premie ten opzicte van Noord-Amerika; dat hebben we al lang niet meer gezien, zelfs al enkele jaren niet meer. Zowel Europa als Noord-Amerika noteren boven het wereldwijde gemiddelde.
Waar gebeurde het?
Technologie, industrie en cyclische consumentengoederen waren enkele sectoren met grote positieve bewegingen; allemaal boekten ze koerswinsten in de dubbelcijferige percentages. Dit komt feitelijk neer op een inhaalslag, waardoor de 12-maandsrendementen voor bijna alle sectoren op een grotendeels vergelijkbaar niveau bleven. De enige uitzondering hierop is de energiesector, die niet langer de sterke rugwind van hoge energieprijzen ervaart, maar ook niet instort. Een daling van minder dan 2% in het eerste kwartaal betekent voor de afgelopen 12 maanden nog altijd een stijging van bijna 20%.
Ondanks enkele van deze grote bewegingen zien de meeste sectoren er redelijk aantrekkelijk uit als het gaat om waardering. Ondanks de verschuivingen tussen de sectoren blijft elke sector onder onze geschatte reële waarde (Fair Value) noteren. Dat is een ongebruikelijk, maar wel een welkom scenario. Sectoren zoals industrie en dienstverlening zitten heel dicht bij hun schattingen van de reële waarde; andere, zoals cyclische consumentengoederen en communicatie, zien er momenteel bijzonder aantrekkelijk uit. Gezien de onrust in de Europese bankensector in maart, zou je kunnen verwachten dat de waarderingen hier een dieptepunt zouden bereiken.
We zien kansen in het hele aandelenuniversum dat de aandelenanalisten van Morningstar volgen. In alle sectoren, op twee na, zijn aandelen met 5 sterren te vinden. Die 5 sterren staan voor de hoogste mate van onderwaardering op een 5-puntsschaal. In de volledige coverage van Morningstar is minder dan 10% van de aandelen overgewaardeerd. Dus voor beleggers die koopjes zoeken, is er volop keus.