Actief beheerde beleggingsfondsen in Chinese aandelen hebben het lastig om hun benchmarks te verslaan. Dit jaar tot dusver hebben slechts 3 van de 29 China-aandelenfondsen het beter gedaan dan de MSCI China Index die een daling van 5,5% noteerde, blijkt uit data van Morningstar.
Kijken we niet alleen naar de eerste helft van 2023, maar ook naar het volledige kalenderjaar 2022, dan zijn er slechts 2 fondsen die de benchmark over beide perioden weten te verslaan: Fidelity China Focus en BOCIP China Value. Beide fondsen volgen de waarde-stijl.
Van de 16 fondsen in de categorie Greater China, die beleggen in aandelen van Hong Kong, het Chinese vasteland en Taiwan, wist alleen het fonds PineBridge FS – Greater China Eq een hoger rendement te boeken dan de categorie-benchmark, MSCI Gold Dragon.
Die index rendeerde 0,9% in de eerste zes maanden van 2023. Over diezelfde periode boekte het BGF Systematic China A-Shares Opportunities fonds een vlak rendement en daarmee is het de enige strategie in A-aandelen die in de zwarte cijfers weet te blijven en de MSCI China A Onshore index verslaat.
Keert het tij voor groeifondsen?
Het positieve rendement van twee waardefondsen wordt toegeschreven aan de gunstige rally in waarde-sectoren, zoals financials en energie. Maar tegelijk is de outperformance van waarde-aandelen een significante tegenwind geworden voor een groter aantal fondsen.
"Veel Chinese aandelenfondsen zouden graag een groei-neiging nemen, gezien het feit dat zulke kansen goed aansluiten bij het groeitraject van de economie", zegt Claire Liang, Morningstar's senior manager research analist. "De fondsen hebben internetaandelen gekocht, innovatieve medicijnfabrikanten en bedrijven die de afgelopen jaren meeliften op de consumptie-upgradetrend."
De groeistijl heeft echter een tik gekregen tijdens de opschoning van de regelgeving van de afgelopen jaren. Daarentegen zijn de energie-, financiële en telecommunicatiesectoren de outperformers. Veel Chinese aandelenbeheerders schuwen deze sectoren nog steeds en geven in plaats daarvan de voorkeur aan internet, gezondheidszorg en consumentengoederen.
Bovendien zijn outperformers, zoals banken en telecombedrijven, staatsbedrijven, waar buitenlandse vermogensbeheerders doorgaans minder de voorkeur aan geven. "Beheerders van fondsen in Chinese offshore-aandelen zijn voorzichtig geweest met staatsbedrijven, omdat ze de voorkeur geven aan bedrijven met sterke managementteams, operationele efficiëntie en solide corporate governance, die vaker voorkomen bij particuliere bedrijven", zegt Liang.
De matige prestaties van Chinese groeiaandelen hadden ook een domino-effect op regionale fondsen. Volgens Liang hebben zelfs bottom-up stock pickers die beleggen in Aziatische aandelen (exclusief Japan) nadelige gevolgen ondervonden. "Sommige regionale fondsen die we volgen, hebben de afgelopen jaren een negatieve bijdrage gezien van hun aandelenselectie in China", voegt Liang toe.
Geen van beide cycli duurt eeuwig
Hoewel de outperformance van waardeaandelen aanlokkelijk kan zijn en het verleidelijk is om hun rendement na te jagen, moeten beleggers rekening houden met de lange-termijnvooruitzichten van de Chinese aandelenmarkten en de kenmerken van de verschillende fondsstrategieën. Terugblikkend op 2019 herinnert Liang zich dat waardeaandelen destijds uit de gratie waren, terwijl groeiaandelen toen floreerden.
Hoewel de recente waarde-rally onderwerp van veel discussie onder beleggers was, raadt Liang af om beslissingen uitsluitend te baseren op voorspellingen over wanneer de rally zal eindigen of wanneer groeiaandelen weer in de gunst zullen komen. Ze zegt: "Het is moeilijk om de markt te timen en nog moeilijker om de timing van stijlrotatie consistent correct te voorspellen."
Neem outperformer Fidelity China Focus Fund als voorbeeld. Dat fonds heeft een Neutral rating. “Het fonds heeft inderdaad de wind mee gehad van zijn beleggingsstijl en presteerde beter dan de benchmark en beter dan veel van zijn categoriegenoten. Er is ook recent een wissleing van hoofdbeheerder geweest die het vermelden waard is”, zegt Liang, verwijzend naar het feit dat Nitin Bajaj in oktober 2022 het beheer van deze strategie van Jing Ning overnam. “De prestaties waren sterk tijdens Bajaj's korte ambtstermijn, waarbij de strategie zowel de MSCI China Index als zijn concurrenten ruimschoots versloeg. Hoewel dat bemoedigend lijkt, is het nog vroeg", zegt Liang.
Hoewel de beleggingsstijl nog steeds neigt naar waarde, leidt de overstap van beheerder tot enige bedenkingen bij de beleggingscapaciteiten van de nieuwe beheerder in Chinese large-capaandelen. "Hoewel China een belangrijke motor achter de alpha is geweest voor zijn regionale small-capstrategie, is Bajij's ervaring met Chinese large-cap namen, die het belangrijkste jachtgebied van de strategie blijven, beperkt", voegt ze eraan toe. Als gevolg hiervan werden zowel de People- als Process-beoordelingen van Fidelity China Focus in augustus 2022 verlaagd van Above Average naar Average.
Zijn actieve fondsen nog steeds de juiste keuze?
Ondanks de prestaties op de korte termijn is Liang van mening dat actieve beheerders goed gepositioneerd zijn om op lange termijn extra rendement te genereren, met name op de markt voor onshore A-aandelen. "We blijven van mening dat, gezien de breedte en diepte van de markt, er in China veel mogelijkheden zijn voor extra rendement die actieve managers kunnen ontdekken Het was duidelijker in de onshore A-aandelenmarkt. Het was duidelijker in de onshore A-aandelenmarkt", zegt Liang.
De methodologie van Morningstar houdt rekening met de People-, Process- en Parent-pijlers van een fonds bij het bepalen van de rating, waarbij de People-component vooral belangrijk is voor Chinese aandelenfondsen.