De aanhoudende glijvlucht van Chinese beleggingen in de afgelopen drie jaar heeft beleggers zich doen afvragen hoe interessant China nu eigenlijk nog is. Zou het wellicht beter zijn om te beleggen in opkomende markten, maar dan zonder China daarin mee te nemen?
Een nieuwe dreun voor het sentiment was een recente downgrade van de credit rating voor Chinese staatsobligaties. Dit jaar over de periode tot 6 december is de Morningstar China Index met 11,9% gedaald. Gemeten sinds 2021 bedraagt de daling maar liefst 45%.
Een dag na de downgrade van de Chinese staatsobligaties, op 7 december verlaagde Moody’s Investors Service ook de ratings van 44 Chinese bedrijven. Acht Chinese banken, waaronder Bank of China en ICBC, kregen 'Negatief' als nieuwe rating. Ook e-commercegigant Alibaba, internet- en gamingreus Tencent en telecommer China Mobile kregen een downgrade voor de kiezen.
Moody's gaf als redenen voor de verlagingen onder meer 'brede neerwaartse risico's voor de fiscale, economische en institutionele kracht van China' en ook 'verhoogde risico's die verband houden met de structureel en aanhoudend lagere economische groei op de middellange termijn en de aanhoudende krimp van de vastgoedsector'.
Bodem nog niet bereikt
Kan het nog erger? We vroegen drie fondsbeheerders naar hun opinie. Wenchang Ma, portfolio manager bij Ninety One, denkt dat Chinese aandelen de bodem nog niet bereikt hebben, hoewel de waarderingen inmiddels historisch laag zijn geworden: “Het zou oneerlijk zijn om te zeggen dat alle neerwaartse risico’s uitgesloten zijn.” Ma is medebeheerder van het Ninety One All China Equity Fund dat $ 452 miljard onder beheer heeft en een Morningstar Medalist Rating van Bronze draagt.
Ma benadrukt twee risico’s: Chinees vastgoed en inflatie. Ze noemt de vastgoeddowncycle als een van de aanhoudende risico's, die onzekerheden met zich meebrengt over hoe lang deze inzinking gaat duren en wanneer de eerste tekenen van stabilisatie zich zullen voordoen. Een verdere neergang in de sector zou een negatieve impact kunnen hebben op de economie als geheel, vooral gezien de omvang ervan. “Hoewel de sector na het schuldafbouwproces nu een kleiner deel van de totale economie bijdraagt dan op het hoogtepunt, is het nog steeds een aanzienlijk deel. Volgens de meest recente schatting levert de sector een bijdrage van meer dan 20% aan het Chinese bbp.”
Het andere grote risico is de inflatie. In tegenstelling tot bij de ontwikkelde markten is Ma op haar hoede voor hoe lang het trage inflatieklimaat de economische groei zal teisteren: “Het sentiment onder ondernemers en consumenten moet eerst stabiliseren en dat moet zo snel mogelijk gebeuren.”
Managers roepen op tot steun
Ma roept op tot meer beleidssteun, zodat de vastgoedproblemen kunnen worden opgelost, of op zijn minst kunnen worden gestabiliseerd: “Het beleidsstandpunt is heel duidelijk en de regering is zeer behulpzaam bij het uitrollen van meer maatregelen om de vastgoedmarkt te stabiliseren. De realiteit is dat er nog altijd veel voorraad beschikbaar is.”
Het niveau van beschikbaar vastgoed in de belangrijkste steden zoals Shanghai is gezonder, maar naarmate het in de steden daalt, zijn de onverkochte huizen in de kleinere steden neer op een voorraad van anderhalf jaar. Erger nog: zelfs locaties met een lager niveau hebben een verkoopvoorraad van meer dan twee jaar. “Het zal enige tijd vergen om dat in de markt op te nemen. Daarom is er behoefte aan meer ondersteuning.”
India en Japan profiteren
India en Japan profiteerden van de zwakte van China, maar dat zou kunnen omkeren. Zodra de markt tevreden is met méér ondersteunend beleid, zou dit effectief kapitaalstromen kunnen terughalen naar Chinese activa.
Ernest Yeung, beheerder van het Gold-rated T Rowe Price Emerging Markets Discovery Fund, legt een relatie tussen de uitstroom uit China en de kapitaalinstroom naar aangrenzende markten. “De kracht van de Indiase en Japanse aandelenmarkten hield rechtstreeks verband met de zwakte van de Chinese aandelenmarkt.
De belangrijkste katalysator om deze trend te keren zou bepaald worden door de beleidsdoelstellingen van de Chinese regering in de komende twaalf maanden: "Als Peking agressiever is in het redden van de economie, zodat we niet meer te maken krijgen met teleurstellingen in de groei, dan zouden de Chinese aandelen zich kunnen herstellen. Wanneer dat gebeurt, zal de kapitaalstroom omkeren. Het geld zou dan terug kunnen stromen naar China. Het hangt allemaal af van wat Peking doet.”
Kans op snelle omslag in sentiment
Yeung is van mening dat beleggers het zich niet kunnen veroorloven om substantieel onderwogen te zijn in China. Om blootstelling te hebben, kan het volgen van de index een goede strategie zijn: “Onze portefeuillepositionering is dat als China een groot deel van onze index uitmaakt, dan moet je daar zijn, dan is het onjuist om daar nu niets te bezitten, alleen maar omdat het waarderings- en positioneringssentiment zo extreem is.”
Als er voldoende beleidssteun is om de economische groei weer op gang te krijgen, zou het sentiment snel kunnen omslaan, waarschuwt Yeung. Nu Chinese aandelen tekenen van een herstel beginnen te vertonen is het volgens Yeung tijd voor “de wereldwijde portefeuilles die hun positie in China hebben afgebouwd, om hun portefeuillepositionering opnieuw bekijken.”
Focus op kosten, groei en diversificatie
Een term die al jaren in de wellnesswereld bestaat, heeft nu zijn weg gevonden naar de bedrijfsstrategiebijeenkomst: ‘zelfhulp.’ Beheerder Ma van Ninety One en Ernest Yeung van T Rowe Price benadrukken beiden het belang van ‘zelfhulp’ door bedrijven. Om dat inzichtelijk te maken, splitst Yeung de grote Chinese technologienamen op in twee groepen:
1. Bedrijven die hun intrede hebben gedaan op de internationale markt. Hij geeft twee voorbeelden: e-commerceplatform PDD Holdings en gamingbedrijf NetEase Inc.
2. Bedrijven die zich bezighouden met het stroomlijnen van de kosten om de winst te beschermen. Het toonbeeld hiervan is Tencent Holdings.
Yeung zegt: “Bedrijven erkennen het feit dat de binnenlandse markt niet langer snel groeit. Ze doen veel aan zelfhulp. Ze besparen bijvoorbeeld op de kosten, rationaliseren hun investeringen en verkopen veel van hun niet-kernactiviteiten. De beleggingscasus voor dat segment verandert van groei naar waarde. Als ze de juiste zelfhulp doen, kunnen de aandelen stijgen omdat ze niet langer de winst uit de omzet genereren, maar uit kostenbesparingen en het rationaliseren van de hun activiteiten.”
Rotatie naar waarde
Fondsbeheerders roteren hun beleggingsportefeuilles dus in toenemende mate naar waarde. Bijvoorbeeld door nu ondergewaardeerde cyclische aandelen te kopen. Een gemengde beleggingsstijl helpt volgens Ma om goed door de uiteenlopende prestatiecycli van de verschillende stijlen heen te navigeren.
Daarbij is de portefeuilleconstructie een zaak van individuele aandelen selectie en het beoordelen van de impact van de totale stijl-exposure van de portefeuille op de risico-rendement verhouding. “In plaats dat waarde de enige beleggingsstijl was die werkte, beginnen we te zien dat kwaliteit, winstmomentum en koersmomentum een verschil maken en relevante prestatiefactoren worden voor de aandelenkoersen en voor de aandelenselectie.” Als stock picker is Ma verheugd over de bredere rally op basis van een handvol factoren: “We denken dat zo'n soort marktomgeving waarschijnlijk ook in 2024 zal voortduren.”
Een andere mogelijkheid in de Ninety One-portefeuille zijn enkele cyclische groeinamen. “Dat zijn de bedrijven die zeer lange cycli van voorraadafbouw en winstverlagingen hebben doorgemaakt en die op het punt staan om de omslag te gaan maken.” Voorbeelden zijn onder meer bepaalde technologiesectoren waar de voorraadafbouw ten einde loopt.